Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Angst was mijn gast (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Angst was mijn gast
Afbeelding van Angst was mijn gastToon afbeelding van titelpagina van Angst was mijn gast

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

Scans (229.66 MB)

ebook (3.02 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Angst was mijn gast

(1971)–Mink van Rijsdijk–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 76]
[p. 76]

13

Na het zwemmen zocht ik een mooi, overzichtelijk plekje tegen de rotsen. Ik zag twee jonge Curaçaoënaars, die in volledig uitgeruste duikerspakken uit zee kwamen met speren die over de volle lengte met vis zaten. Ze deden me denken aan bepaalde figuren uit een Hollands park, die het ene stuk papier na het andere aan hun prikstokken rijgen. Zo moesten deze mannen ook te werk zijn geweest. Alleen diep onder water, ademend via de slang aan de grote zuurstofcylinder op hun rug, hadden ze vis na vis opgepikt uit het levensgrote, tropische aquarium, dat Caraïbische zee heet. Allerlei soorten vis lagen tenslotte nog wat stuiptrekkend op een grote hoop op het strand, waarvan vooral de vrij grote papegaaivissen opvielen door hun heldere kleuren. Er verscheen een jongen, die de vangst in rieten manden deed en ze de steile trap opzeulde, die in de rotsen was uitgehakt, en die, toen hij eenmaal boven was in het restaurant verdween.

Ik amuseerde me best. Mensen op een strand zijn altijd boeiend. Hele gezinnen arriveerden, waarbij het verschil in huidskleur gelukkig van geen belang scheen te zijn. De zee was van en voor iedereen, net als de zon en de rotsen waartussen men zich verkleedde. Ik heb gelukkig nergens een baai of strandje gezien, waar op grond van kleur geselecteerd werd.

Aan iedere blanke die het anders wenst, zou ik willen vragen waarom ze toch zelf zo graag bruin worden, ja er zelfs eindeloos voor in de zon gaan liggen. Weliswaar na eerst uitvoerig hun kostbare, blanke huid in

[pagina 77]
[p. 77]

te smeren - dat wel. Gek, ik heb nog nooit een neger gezien met blaren op zijn rug of een vervelde neus, wat me bijna doet denken dat een niet-blanke natuurlijker recht heeft op zon dan wèl blanke zonaanbidders. Opvallend was wel het verschil tussen de Curaçaose en Hollandse families, die aankwamen, vooral bij de kinderen. De Hollandse jongens en meisjes waren nonchalant met zo weinig mogelijk kleren uitgedost, maar bijna alle Curaçaose kinderen zagen er keurig en uiterst verzorgd uit. De meisjes met gesteven katoenen of wijduitstaande, nylon jurkjes en witte sokjes aan, strikjes in stijve vlechtjes; de jongens droegen overhemdjes met stropdasjes. Als ze tenslotte de zee indartelden, bleef hun meestal dikke, bruine mamma achter naast nette stapeltjes kleren. De blanke mamma's deden dat niet, die duwden de shortjes en niemendalletjes van pa, kroost en zichzelf in een uitpuilende tas en holden mee het water in. De zwarte mamma's dachten misschien: ‘Zij wel,’ als ze naar hun blanke zusters keken, die wellicht op hun beurt: ‘Zij niet,’ dachten. Maar voor beide manieren van leven was ruimte en dat was voor mij daar op dat strandje van Westpoint misschien nog het meest bevrijdende.

 

Natuurlijk aten Otto en ik vissoep. Even had ik nog geaarzeld, want er stond ook funchi op het menu, het van maismeel in reuzel gebakken gerecht, dat de Curaçaoënaar vrijwel iedere dag eet. Maar Otto adviseerde me de soep, die inderdaad lekkerder was dan zelfs de bouillabaisse die ik in Frankrijk gegeten had. Ik zei hem dat het mij speet dat die filmochtend zo uit de hand was gelopen en dat ik me er zelf schuldig aan voelde.

‘Weet je - ik kan het wel begrijpen dat jullie jongeren kregel wordt als wij over de oorlog blijven zeuren -, zoals jij dat noemde. Maar ik zeul nogal wat bittere herinneringen mee over dingen die misschien niet goed

[pagina 78]
[p. 78]

verwerkt zijn en waardoor ik allergisch ben gebleven voor woorden als oorlog en Duitsers. Niet rancuneus, wel geëmotioneerd. Zo zit dat.’

Hij knikte, maar ging er verder niet op in. Van de spraakzame Otto die ik had leren kennen, was niet veel over. Hij zag er moe en nogal bedrukt uit.

‘Zeg,’ vroeg ik ineens, ‘waarom ben jij vandaag hier inplaats van op school?’

Een flauw lachje trok zijn mondhoeken omlaag. ‘Op Curaçao zijn de scholen op zondag dicht,’ zei hij toen.

Het was niet te geloven, maar het bleek inderdaad zondag te zijn en ik had er geen erg in gehad. Het was me gewoon totaal ontschoten. Nu begreep ik waarom het zo druk aan de baai was, daarom waren hele gezinnen er met elkaar op uit getrokken. Wat een blunder dat ik er geen idee van had gehad.

Otto vertelde dat hij iedere zaterdag en zondag in de bar stond, het leuk werk vond en er een aardig centje mee verdiende. ‘Hopie plakka, noemen we dat hier,’ eindigde hij.

‘Vinden ze het thuis niet ongezellig als je weg bent?’ ‘Thuis?’ herhaalde hij, ‘wat heet thuis?’

‘Wat klinkt dat akelig.’

‘Dat is het ook.’

‘Wil je erover praten?’

‘Ik heb nog een kwartier, dan moet ik weer aan het werk. Ach - vergeet u het maar.’

Toen pakte ik het tijdschrift uit mijn tas en sloeg het open op de plek waar Marina's foto lag, schoof het in zijn richting.

‘Ken je die vrouw?’

Hij hoefde niet lang te denken. ‘Nou, echt kennen niet, alleen van gezicht, ze komt hier 's zondags nogal eens eten.’

‘Kun je iets van haar vertellen?’

‘Ze komt meestal alleen, rijdt in een witte Renault,

[pagina 79]
[p. 79]

eet altijd vissoep en kan net zoveel pika aan als een echte Curaçaoënaar.’

Hij pakte lachend een lepel, schepte een minimaal klein beetje uit het potje en zei: ‘dit is uw portie, maar zij is niet van dat voorzichtige.’

‘Weet je waar ze woont?’ informeerde ik verder.

‘Geen idee. Ik heb haar trouwens al een poosje niet gezien. Waarom doet u zo geheimzinnig?’

Voor hem was een kwartier te weinig om over zijn thuis te praten, maar de resterende minuten leken mij voor mijn verhaal ook te kort. Daarom volstond ik met de opmerking dat het werkelijk een geheim was.

‘Maar,’ animeerde ik hem, ‘als je er nieuwsgierig naar bent, kom dan eens een keer bij me langs. Ik zou het echt fijn vinden.’

Dat ik zelf ook nieuwsgierig was, vertelde ik hem niet. Waarom ontvluchtte hij ieder weekend zijn ouders? ‘Mag ik vanavond komen?’ vroeg hij.

Dat leek me een goed idee. Toen hij op stond om weer aan het werk te gaan, herinnerde ik hem eraan dat hij tegen niemand iets over de foto mocht zeggen.

 

's Avonds ging ik naar de kerk en kreeg toch nog - onverdiend - een verlaat zondagsgevoel. Na afloop van de dienst kwamen Moniek en Max op me af.

‘Waar heeft het meisje de hele dag gezeten?’ vroeg Max.

‘Dat gaat het jongetje geen barst aan.’

‘We krijgen straks een heel stel leuke mensen op bezoek. Kom je ook?’ nodigde Moniek me uit.

Het kwam prachtig uit dat ik al een afspraak had, temeer daar ik er nu zeker van kon zijn met Otto alleen te kunnen praten, zonder dat de van Lenneps onverwachts de porche op zouden komen.

Bij het hek van het kerkerf wachtte Yose op me. ‘Alles goed, mevrouw?’

‘Alles prima - tot morgen hè?’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk