Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangen (1686)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangen
Afbeelding van Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangenToon afbeelding van titelpagina van Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.36 MB)

Scans (17.27 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stichtelijk sang-prieel, belommerd met het Hooge lied Salomons, ende andere heilige gesangen

(1686)–Wiete Ringers–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 59]
[p. 59]

Bruidegom.

Sang: Psalm 45. Mijn hert wil nu een seer schoon lied voortbringen---

 
'k BEn in mijn hov (o! Suster! Bruid!) gekomen; Ik heb met vreugd'
 
geplukt van d' eed'le boomen Mijn myrrhe en mijn specerië-vrucht; Mijn ho-
 
nich-seem gesmaakt met groot genucht; Ik heb mijn wijn en mijnen melk gedron-


illustratie

[pagina 60]
[p. 60]
 
ken: O! Vrienden! proev dees' rijk'lijk ingeschonken Banketten; eet, en
 
drink, wilt vrolijk sijn; Wordt dronken (o! mijn Lievste!) van dees' wijn.


illustratie

 
Ga naar margenoot(1) 'k Ben in mijn hov (o! Suster! Bruid!) gekomen;
 
Ik heb met vreugd geplukt van d' eed'le boomen
 
Mijn myrrhe en mijn specerië-vrucht;
 
Mijn honich-seem gesmaakt met groot genucht;
 
Ik heb mijn wijn en mijnen melk gedronken:
 
O! Vrienden! proev dees' rijk'lijk ingeschonken
 
Bankerten; eet, en drink, wilt vrolijk sijn;
 
Wordt dronken (o! mijn Lievste!) van dees' wijn.
[pagina 61]
[p. 61]

Bruid.

Sang: Sal ik nog lang in heete tranen---

 
IK sluimde, maar mijn herte waakte: Mijns Lievsten stem (die klopte)
 
was; Doet op, mijn Schoone! mijn Volmaakte! Mijn Duiv! mijn Suster;
 
koom doch ras; En doet mi open; want mijn hair Is nat van dauw; mijn


illustratie

[pagina 62]
[p. 62]
 
lokken-krans is swaar Bevochtigd met nacht-drupp'len (Liev) voor-
 
waar.


illustratie

 
Ga naar margenoot(2) Ik sluimde, maar mijn herte waakte:
 
Mijns Lievsten stem (die klopte) was;
 
Doet op, mijn Schoone! mijn Volmaakte!
 
Mijn Duiv! mijn Suster! koom doch ras,
 
En doet mi open; want mijn hair
 
Is nat van dauw; mijn lokken-krans is swaar
 
Bevogtigd met nacht-drupp'len (Liev!) voorwaar.
[pagina 63]
[p. 63]
 
Ga naar margenoot(3) Ik seid: ik heb mijn rok uittogen,
 
Sal ik die weer om 't lichaam slaan?
 
Mijn voeten afgespoeld met looge,
 
Sal ik door 't smodd'rig stof weer gaan?
 
Ga naar margenoot(4) Doen week mijn Liev, van 't deuren-gat;
 
En 't ingewand wierd' mi ontroerd, om dat
 
Ik so onheus hem afgeslagen hadd'.
 
 
 
Ga naar margenoot(5) 'k Ben van mijn leger opgestanden,
 
Ik woud' mijn Lievste open doen:
 
Van myrrhe droopen mijne handen
 
Aan 't grendel-hoofd: ik ging mi spoe'n,
 
Dat hi niet lang sou buiten staan;
 
Ga naar margenoot(6) Ik heb de deur met haasten opgedaan;
 
Maar, ach! doe was mijn Lievste weg-gegaan.
[pagina 64]
[p. 64]
 
Doe stremde mi het bloed in d' ad'ren,
 
Ik viel in swijm; als ik gedacht,
 
Hoe soet sijn stem tot mi quam nad'ren,
 
Die ik so smaad'lijk heb veracht:
 
Ik socht hem; 't hert was mi in klem;
 
Maar vond' hem niet: ik riep met luider stem,
 
Maar hoord' (helaas!) geen antwoord-roep van hem.
 
 
 
Ga naar margenoot(7) Terwijl ik socht, wierd' ik gevonden
 
Van muiren-wachters, die trouwloos
 
Mi schopten, sloegen, en verwondden;
 
Mijn sleuijer roovden wonder-boos.
 
Ga naar margenoot(8) 'k Besweer u, Sions Dochterdom!
 
Als gi hem vindt, so segt mijn Bruidegom;
 
Dat 't hert mi krank van lievd' is om en om.
[pagina 65]
[p. 65]

Dochteren Jerusalems.

Sang: Un peu d' amour est necessaire---

 
EI! wat is uw Liev (laat hoo---ren) Meerder als eenander vrind?
 
Dat gions so hebt beswooren: Schildert ons een woorden-print (Schoonste vrouw!)
 
van die gi mint; Ei! wat is uw' liev (laat hoe--ren) Meerder als een ander vrind?


illustratie

[pagina 66]
[p. 66]
 
Ga naar margenoot(9) Ei! wat is uw' Liev (laat hooren)
 
Meerder als een ander vrind?
 
Dat gi ons so hebt beswooren:
 
Schildert ons een woorden-print
 
(Schoonste vrouw!) van die gi mint;
 
Ei! wat is uw' Liev (laat hooren)
 
Meerder als een ander vrind?

Bruid.

Sang: Psalm 103. Mijn siele wilt den Heer met lov-sang prijsen---

 
MIjns Lievstens glans verdoovt all' 's hemels lichten: Voor sijne schoont'


illustratie

[pagina 67]
[p. 67]
 
moet al, wat mooi is, swichten: Hi is seer blank en wond'rens-weerdig rood:
 
Sijn vaandel swaait hi over groote troppen, Van meer in tal als tienmaal
 
duisend koppen: Mijn Liev is schoon; hi is geweldig groot.


illustratie

 
Ga naar margenoot(10) Mijns Lievstens glans verdoovt all' 's hemels lichten:
 
Voor sijne schoont' moet al, wat mooi is, swichten:
 
Hi is seer blank, en wond'rens-weerdig rood:
 
Sijn vaandel swaait hi over groote troppen,
 
Van meer in tal als tienmaal duisend koppen:
 
Mijn Liev is schoon; hi is geweldig groot.
[pagina 68]
[p. 68]
 
Ga naar margenoot(11) Sijn hoofd is als het goud uit Ophirs gronden,
 
Het fijnst', het dichst', dat ooit mijn-graavers vonden.
 
Sijn hair is kroeuws, en swart, gelijk een raav'.
 
Ga naar margenoot(12) Sijn oogen als der duiven bi de beeken;
 
Die aardig als in ringen-kasjes steeken,
 
En als met melk gespoeld sijn, klaar en braav.
 
 
 
Ga naar margenoot(13) Gansch liev'lijk sijn sijn' weergalose kaaken
 
Als bedden, die vol speceriën blaaken;
 
Als torentjes van reuk-uitwas'mend' kruid.
 
Sijn lieve lippen sijn als leli-blommen,
 
De beste myrrh' en and're geur'ge gommen
 
Die druppen daar heel overvloedig uit.
 
 
 
Ga naar margenoot(14) Als gouden ringen, die aan haare randen
 
Beset sijn met turkois, sijn sijne handen.
[pagina 69]
[p. 69]
 
Sijn buik is als het gladst' yvoir, waar aan
 
Sapphiren sijn, hoe veel! of 't swermen waren.
 
Ga naar margenoot(15) Sijn schenkels sijn als marmere pijlaaren,
 
Die vast gegrond op gouden voeten staan.
 
 
 
Als Libanon, is sijn gestalte, treftig
 
Als ced'ren, die heel cierlijk staan en deftig.
 
Ga naar margenoot(16) Sijn mond is soet, seer liev'lijk is sijn stem.
 
Al wat aan hem is, dat is gansch begeerlijk.
 
Sulk eenen is mijn Liev, mijn Vriend, so heerlijk
 
Is hi; O! Docht'ren van Jerusalem!

margenoot(1)
Ik ben in mijnen hov gekemen, o! mijn Suster! o! Bruid! ik hebbe mijne myrrhe geplukt, met mijne specerie; ik hebbe mijne honich-raten met mijnen honich gegeeten; ik hebbe mijnen wijn, mitsgaders mijnen melk gedronken: Eetet, Vrienden! drinket, ende wordet dronken o! Lievste!

margenoot(2)
Ik sliep, maar mijn herte waakte: de stemme mijnes Lievsten, die klopte, was: doet mi open, mijne Suster! mijne Vriendinne! mijn Duive! mijne Volmaakte! want mijn hoofd is vervuld met dauw, mijne hair-lokken met nacht-druppen.
margenoot(3)
Ik hebbe mijnen rok uitgetogen, hoc sal ik hem weder aantrekken? ik hebbe mijne voeten gewasschen, hoe sal ik se weder besoedelen?
margenoot(4)
Mijn Lievste trok sijne hand van het gat [der deure]; ende mijn ingewand werdt ontroerd om sijnent wille.
margenoot(5)
Ik stond op, om mijnen Lievsten open te doen: ende mijne handen drupten [van] myrrhe, ende mijne Vingers van] vloeijende myrrhe, op de hand-haven des slots.
margenoot(6)
Ik deede mijnen Lievsten open, maar mijn Lievste was geweeken, hi was doorgegaan: Mijne siele ging uit van wegen sijn spreeken; ik socht hem, maar ik en vond' hem niet, ikriep hem, doch hi en antwoorde mi niet.
margenoot(7)
De Wachters, die in de stad ommegingen, vonden mi; si sloegen mi, si verwondden mi: de wachters op de muiren namen mijn sleuijer van mi.
margenoot(8)
Ik besweere u, gi Dochters van Jerusalem! indien gi mijnen Lievsten vindt, wat sult gi hem aanseggen? dat ik krank ben van lievde.

margenoot(9)
Wat is uw' Lievste meer dan een[ander] Lievste? o! gi Schoonste onder de wijven! wat is uw' Lievste meer dan een[ander] Lievste, dat gi ons so beswooren hebt?

margenoot(10)
Mijn Lievste is blank ende rood, hi draagt de baniere boven tien duisend.
margenoot(11)
Sijn hoofd is van het fijnste goud; van het dichtste goud: sijne hair-lokken sijn gekruld, swart, als een raave.
margenoot(12)
Sijne oogen sijn als der duiven bi de waater-stroomen: met melk gewaßchen, staande [als] in kaskens [der ringen.]
margenoot(13)
Sijne wangen sijn als een beddeken van specerie [als] welriekendetoorenkens: sijne lippen sijn [als] leliën, druppende van vloejende myrrhe.
margenoot(14)
Sijne handen sijn [als] goudene ringen, gevult met turkois: sijn buik is [als] blinkende elpen-been, overtogen met sapphiren.
margenoot(15)
Sijne schenkelen sijn [als] marmer-pilaaren, gegrondet op voeten van het dichtste goud:
Sijne gestalte is als de Libanon, uytverkooren als de cederen.
margenoot(16)
Sijn gehemelte is enkel soetigheid, ende al wat aan hem is, is gansch begeerlijk: sulk een is mijn Lievste, ja sulk een is mijn Vriend; gi Dochters van Jerusalem!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank