Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De glazen stad (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De glazen stad
Afbeelding van De glazen stadToon afbeelding van titelpagina van De glazen stad

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

Scans (45.22 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De glazen stad

(1966)–P.J. Risseeuw–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 23]
[p. 23]

4

De zomer vloog om eer je het wist. Eenmaal over de langste dag heen begon 't gewas langzamer te groeien. Dan moest je aan je winst zien te komen.

Tot verwondering van Job Stein had Huib zich de laatste maanden geducht geweerd in de tuin. Hij had lange dagen gemaakt, van vier, vijf uur in de morgen tot de avond. Komkommers vroegen veel zorg; luchten, gieten, bij scherpe zon het glas krijten, tomaten plukken, bloemkool hakken, opnieuw sla en prei poten. Maar alles met een nors gezicht.

Huibs moeder wist wel wat er aan schortte, want Ria was na haar trektocht met Bea, die geslaagd was voor haar Mulo, met de noorderzon vertrokken naar Arnhem.

Ook Bea, die vaak gelijk opwerkte met Huib, nu vader minder uit de voeten kon, liet hem maar betijen. Ze was er heilig van overtuigd dat Huib, zodra Bert uit dienst kwam, het veld zou ruimen en zijn eigen weg gaan.

Bea had op de trektocht kennis gemaakt met een onderwijzer uit Poeldijk. Het was haar eerste scharreltje niet. Als ze een nieuw vriendje had stak ze het niet onder stoelen of banken dat het maar vrijblijvend was. Zo voor de gezelligheid. Piet Voskamp had verstand van volksdansen en in de jeugdherberg op Texel had ze lekker met hem rondgezwierd.

Ria was wel eens jaloers op haar. Dat vrijblijvende trok haar wel, maar ze was nu eenmaal verslaafd aan haar jeugdliefde. Soms dacht ze: ik maak het uit.

Zo leek haar plotseling vertrek naar Arnhem op een vlucht, maar zelf beschouwde ze het als een proeftijd.

Huib kon er een paar dagen tussen uit en maakte voor het eerst een rit mee naar Stockholm. Hij voelde zich kiplekker in de gezellige cabine van de Scania Vabis. Het wegrijden van het veilingterrein gaf hem het gevoel van een ruimtevlucht. Toen ze in Wildeshausen aanlegden in een bekende

[pagina 24]
[p. 24]

Raststätte waar altijd Hollandse chauffeurs te vinden waren, kwam hij in gesprek met een jonge Duitser, Karl Kaufmann, die hem vertelde dat de camping Ockenburgh in Loosduinen hem niet onbekend was. Hij kwam daar als jeugdleider van de Christlicher Verein Junger Männer.

Huib had dat tentenkamp wel eens in de verte gezien maar meer ook niet. Wat je ver haalt is pas lekker, dacht hij. Maar die Karl was een geschikte jongen. Hij noteerde de datum waarop hij, eind augustus, samen met zijn zusters opnieuw Ockenburgh zou bezoeken. Misschien zouden ze elkaar nog eens weerzien.

Na die eerste tocht naar Stockholm wist Huib nu zeker dat hij de tuin voorgoed vaarwel zou zeggen. Als vrij man, onder het oog van de baas vandaan, voor eigen verantwoordelijkheid door Europa rijden, van rustpunt tot rustpunt, dat was het leven waarnaar hij al jaren had gehaakt. Niets en niemand zou hem er nog van kunnen afhouden. Zelfs Ria niet. Had zij hem zelf al niet half en half in de steek gelaten?

 

Toen hij van Bea hoorde dat Ria een paar dagen met verlof zou komen, voelde hij zich koud en warm tegelijk worden.

Het was opeens, na een paar natte augustusweken, nog prachtig zomerweer geworden.

Bea had haar plannetje klaar. Ze belde Piet Voskamp op en gaf Huib te kennen dat ze gevieren naar het strand zouden kunnen. Ze verzweeg dat Ria er op had gezinspeeld. Geen slapende honden wakker maken.

Ria snakte naar de zee. Dat ze ook verlangde naar Huib zou ze niemand willen bekennen. Zelfs aan Bea niet, hoewel ze er toch op had gezinspeeld. ‘Met een clubje of met z'n vieren bijvoorbeeld’. Bea moest er wat om lachen. Ze wou Huib ook wel weer eens wat vrolijker zien.

 

Het mooie weer wou niet wijken. Bea en Ria hadden hun luchtigste zomerjaponnetjes aan en ook hun zwempak meegenomen.

Huib kon zijn ogen niet van Ria afhouden. Zo nu en dan raakten hun handen elkaar en stroomde er een verrukkelijke warmte door zijn lichaam. Die hand, die kleine lieve hand. Ze keken elkaar nog wat schuw in de ogen na die lange vastentijd.

[pagina 25]
[p. 25]

Piet Voskamp legde zijn arm om Bea, maar kreeg al gauw te horen: niet kleven hoor!

Op voorstel van Huib zouden ze via de camping naar het strand gaan.

- Düsseldorf aan zee, grijnsde Piet Voskamp, die zich lekker kon ergeren aan de in Loosduinen voorkomende bordjes Zimmer frei. Als je het goed bekeek, zei hij, hadden die Duitsers de oorlog toch gewonnen.

Langs de Wijndaelerweg snorden hen vele Duitse auto's voorbij.

Huib ging eerst een bezoekerspasje halen in het kantoor waar werkstudenten het nog druk hadden.

De meisjes keken hun ogen uit naar de goed voorziene kampwinkel. Het was hier een compleet dorp met goede autowegen en richtingsborden. - Zo dicht bij huis, en nog nooit gezien, zei Ria. Ze passeerden een grote tent van de Evangelische Jeugd uit Westfalen. Er werd ook Frans en Engels gesproken.

De aanblik van dit gezellige bonte leven van vakantiegangers in shorts - het aanhoren van flarden gesprekken in de bekende europese talen, de stralende zon en het vooruitzicht op een duik in zee stemden Ria en Bea overmoedig.

Dat het de Duitsers weer goed ging kon je wel zien aan de luxe caravans en hun tenten, zo groot als een bungalow.

Piet Voskamp stak er de gek mee. Alsof die Duitsers uit het Ruhrgebied op minder grote afstand niet even goed in eigen land ‘reine Luft’ konden opsnuiven. Ze hadden het risico van het vaak koude en buiige weer aan de Hollandse kust er blijkbaar voor over. Hoe hoger golven hoe mooier.

Huib liep met een plattegrond in de hand naar het vak waar de caravans stonden.

- Die lui zijn natuurlijk aan het strand, zei Piet, die al gauw begon te informeren naar de familie Kaufmann uit Wildeshausen, want Huib was niet zo best in zijn talen. Hij kreeg gelijk, maar het deerde niet. Op hun gemak slenterden ze door het kamp in de richting van de zee.

Daar wriemelde een krioelende mensenmassa dooreen. Ria zag al gauw dat het verder op in de richting van Ter Heyde, heel wat rustiger was.

[pagina 26]
[p. 26]

- We gaan niet zoeken hoor, zei Bea.

Maar Huib had geluk. Hij kreeg een plasticbal tegen zijn hoofd en kopte terug.

Ze hadden opeens de Kaufmanns gevonden.

- Das ist ja wunderbar...

Er kwam een stralende jonge Duitser op hen af. Karl Kaufmann, een jonge gebruinde en gespierde kerel zonder overtollig vet. - Mein holländischer Freund...

Hij schudde handen. Even boven zijn zwembroekje, dat iets was gezakt, zag je een reepje blank vlees. Karl had het druk met voorstellen. Bea en Ria monsterden de meisjes Martchen en Frida, zusters van Karl. Martchen was, evenals Ria, slank, maar Frida wedijverde met Bea in molligheid.

Het ceremonieel duurde maar kort, want al gauw ging de bal weer omhoog.

Terwijl Huib en Karl nog even aan de praat waren, stortten Ria, Bea en Piet zich in het spel, waaraan een grote groep meedeed.

Het duurde niet lang.

- We zien elkaar nog wel... wuifde Huib naar Karls zusters.

Ria en Bea hadden het warm gekregen en snakten er naar hun kleren uit te gooien.

- Niet hier, tussen al die moffen hoor, zei Ria wat snibbig.

In de houten consumptietent stond alles alleen in het Duits aangegeven.

- Je hoeft niet te vragen, zei Piet Voskamp, die nog maar kort geleden in de hoogste klas had verteld van de Duitse overval op Ockenburgh in de meidagen van '40. Twintig jaar geleden als parachutisten. Vandaag hun kinderen als campingbezoekers. Het kan verkeren!

- Ik denk, zei Huib, dat de meesten van deze jongens en meisjes toen nog niet eens waren geboren.

- Alles goed en wel, repliceerde Piet, maar zouden hun ouders en onderwijzers de waarheid over de oorlog hebben verteld?

- De ouders van Karl in elk geval wèl, zei Huib. Dat heb ik heel goed aan hem kunnen merken. Wat gebeurd is, is gebeurd. Als het jongere geslacht mekaar nou ook weer in de haren vliegt dan wordt het een mooie boel in Europa...

[pagina 27]
[p. 27]

- Bea heeft me verteld dat jullie vaders hier in de meidagen tegen de parachutisten hebben gevochten. Die eerste dag was het vliegveld al weer op de moffen heroverd.

- Dat verhaal ken ik van buiten, zei Huib. - Maar het mooiste vind ik dat Ria en ik in dezelfde week geboren werden. Hij sloeg zijn arm om haar heen. ‘Slinger-apen’ zei Job Stein altijd als hij zo'n verliefd stel voorbij zag gaan.

Toen ze een eindje langs de zee waren opgelopen en uit de kluwen kampeerders waren geraakt, zei Huib: - Jongens... hoe laat spreken we af? Om acht uur bij de uitgang van het kamp?

- Wat een haast om weg te komen, zei Bea met iets van afkeuring in haar stem. Maar ja, Huib wilde blijkbaar geen minuut missen van Ria's gezelschap.

- Laten wij maar hier blijven, zei Bea tegen haar onderwijzer. Die paar Duitsers doen me niks. Ik heb geen zin om nog verder te sjouwen. Tot kijk dan, en heer blijven hoor, riep Bea haar broer achterna.

Ria stak lachend een spits tongetje tegen haar uit.

- Bea en Piet Voskamp op het vrijerspad... meesmuilde Huib. - Een nette knul... maar een echte schoolfrik...

- Bea is niet zo vasthoudend...

- Zoals wij? vroeg Huib begerig.

- Ik hoop dat er geen kwallen zijn, leidde Ria hem af. Ze had thuis haar badpak al aangetrokken. Huib had langer werk. Toen ze tegenover elkaar stonden, nu niet meer als kinderen zoals vroeger, keken ze elkaar maar even aan en renden toen naar zee. Huib stortte zich in de golven. Ria moest eerst even wennen. Zo was het altijd geweest. Wat later kwam hij naar haar toe en trok hij haar mee. Ze hielden elkaars handen stevig vast en doken als er een golf kwam. - O... riep Ria, wat heb ik daar tussen al die bomen naar verlangd.

Ze was toch niet zo mager als ze er uitzag, dacht Huib. Alleen maar fijn gebouwd. Alles goed van proportie. De badmuts spande om haar hoofd. Haar ogen logen er niet om dat ze gelukkig was weer bij hem te zijn.

- Laat me drijven, Huib... vroeg ze.

Meer in het diepe strekte ze onbevreesd haar lichaam op het water. Hij schoof zijn armen beschermend onder

[pagina 28]
[p. 28]

haar. Ze sloot de ogen. Het was een machtig gevoel voor hem dat ze zich aan hem toevertrouwde.

Toen ze, moe van het spelen, teruggingen, trok Ria behendig haar zonnepakje aan. De zon stond nog hoog aan de hemel. Huib verkleedde zich niet. Dat broekje droogt wel, vond hij.

Door haar oogharen keek ze naar zijn behaarde borst. Een echte Ezau, dacht ze. Pieter van Bea zou wel een Jacobje zijn met een dun velletje. Ze wilde niet vertellen waarom ze lachte.

- Weet je wel dat je me maar één keer geschreven hebt? zei ze.

- Een brievenschrijver ben ik niet, Ria. Het papier is me te koud... ik wil je in levende lijve hebben.

- Dat merk ik... hé... hé... niet zo wild hoor.

- Jij zal het daar in Arnhem wel weer druk hebben met het vertroetelen van aardige jongens...

- Daar kun je van op aan.

- Zeg, Ria...

- Ja...?

- Het leven zal voor jou ook niet veel geheimen meer hebben...

- Allemaal surrogaat hoor. Je dienst doen en hard werken is de boodschap.

- Ben ik ook surrogaat?

Ze zocht zijn ogen en trok zijn hoofd naar haar mond. Hij maakte een halve slag opzij. Eindelijk werd het verlangen dat haar te groot was geworden vervuld. En hoe hij haar had ontbeerd voelde ze wel.

- Je smoort me...

- Nou ben je gevangen tussen twee ijzeren tangen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken