Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De glazen stad (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De glazen stad
Afbeelding van De glazen stadToon afbeelding van titelpagina van De glazen stad

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

Scans (45.22 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De glazen stad

(1966)–P.J. Risseeuw–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 34]
[p. 34]

6

- Zo ben je daar eindelijk? Kon er geen uurtje voor ons meer op over schieten?

Dirk van Bree had zich op zitten winden, waardoor ook Co uit haar humeur was geraakt. Hij is weer eens jaloers, dacht ze. Augustus was doorgaans niet de zwaarste maand in de tuinderij. Kassen wat opverven en meer van die klusjes.

- Het was zo mooi aan 't strand...

- Bea is anders al een uur thuis. Met wie ben jij aan de zwier geweest?

- Kom man... laten we nou niet direct weer gaan kibbelen.

Hoe waren ze zelf geweest, vroeger?

- Kíbbelen... kíbbelen...? Mag ik als vader soms niet vragen waar mijn minderjarige dochter heeft uitgehangen? Nou nog mooier!

Vreemd... bij dat woord ‘minderjarige’ had Ria de situatie thuis plotseling weer scherp gezien. Het vertrouwde milieu, dat ze sinds kort had verlaten, waar ze het te benauwd had gekregen. De zware fauteuils, de in goud gevatte schilderijen met bosgezichten en de paardenmarkt, de sterk vergrote foto van het veilingbestuur, het nieuwe tv toestel en de grote koffiepot op het lichtje. Allemaal zo anders dan in Arnhem in het ziekenhuis met zijn koele en toch fleurige meubelen. Ze dacht aan de kamer van de directrice met die sierlijke Deense meubeltjes. Een zelfstandige vrouw. Ja, ze was nu nog minderjarig. Maar dat zou gauw veranderen, dan had ze de handen geheel vrij.

- Nog een kopje koffie, Ria?

- Alstublieft moeder, zei ze toonloos. - Dan ga ik vast mijn koffertje pakken.

- Dat heb ik al voor je gedaan, kind... Laten we nou

[pagina 35]
[p. 35]

nog even gezellig bij mekaar zitten. Vader zal je naar 't station brengen. Makkelijk hè?, nou we zelf een wagentje hebben. Weet je wat? Ik ga effe mee...

- Nee... ik breng Ria alleen weg, besliste Dirk van Bree.

Aan de manier waarop hij dat zei merkte Co wel dat er niet over viel te praten.

 

- Ik zou ook wel willen leren rijden, zei Ria, toen ze naast hem zat en hij al op de Laan van Meerdervoort was.

- Dat ken toch? Als je dienst het toelaat, doe je het maar.

De onweersbui brak nog los voor ze aan het Valkenbosplein waren. Van Bree minderde vaart. Ria voelde haar boosheid zakken. Zo, naast hem zittend in de auto die hij zich tenslotte toch maar had aangeschaft, voelde ze zich aan hem verbonden. Ze hadden dezelfde karakters, daarom botste het zo vaak, maar daarom begreep ze hem soms zo goed.

- Ik zou ook wel willen paardrijden, zei ze roekeloos.

- Toe maar... Hij lachte al weer op de manier zoals Dirk van Bree lachen kon, verwonderd, dat alles hem zo was meegelopen in het leven, wonder boven wonder. Hij ging er niet prat op, maar was het toch wel als iets vanzelfsprekends gaan vinden. In zijn bijnaam ‘de gelukkige tuinder’ zat, voor wie het in zijn naaste omgeving opmerkte, toch wel een tikkeltje nauwelijks verholen afgunst en spot.

- Ben je weer met die jongen van Stein meegegaan? vroeg hij op een bijna goedmoedige toon.

- U bedoelt zeker Huib? (nou oppassen, dacht Ria, die al weer wat voelde kriebelen).

- Ja... als 't nou Bèrt nog was...

- Hè bah, vader...

- Ja... als je jong bent loop je vaak met oogkleppen voor. Bert zou een goeie partij voor je zijn. Een prachtjongen, als je 't mij vraagt.

- Misschien voor de tuin en voor u, maar niet voor mij.

- Je zal nog wel es aan mijn woorden denken, meisje... Het berouw komt meestal te laat. Je gaat met die jongen je ongeluk tegemoet.

Opnieuw stonden ze voor op rood springende stoplichten. Daar moest Van Bree nog aan wennen. Als het groen was lag dat meer in zijn lijn.

[pagina 36]
[p. 36]

- Wat zou je het goed kunnen hebben met een jongen als Bert. Denk je maar es in... Hij zal z'n vader nog wel weten om te praten om de tuin van Job Stein naar eigen idee te moderniseren. Er is nog wel plaats voor een bungalow ook... Wij vlak naast mekaar wonen in goeie harmonie... Ik zou er de goeie God voor danken. Ik vraag me af waar je verstand zit...

- Het is geen kwestie van verstand, vader.

- Nee... van ònverstand, zeg dat liever. Maar wie weet... het verstand komt soms met de jaren. Als die knaap straks op de autobaan zwerft zal hij wel meegezogen worden door dat slag van volk...

Ria haalde diep adem. Nou niks meer terugzeggen, dacht ze. Diep in haar hart knaagde een soort verdriet om alles. Toch wist ze dat ze Huib nooit en nooit zou loslaten.

Dirk van Bree parkeerde zijn wagen en haalde Ria's koffer uit de achterbak.

Ze stak haar hand uit.

- Nee... ik ga mee...

Ze wilde een kaartje kopen doch hij was haar al voor. - Wat dacht je wel?

Er gleed een lachje over zijn verweerde gezicht dat haar ontroerde.

- Fijn, dat je weer thuis geweest ben, meid. Je ben toch een fijne dochter van me... onthou dat maar goed. Hij bleef nog een eindje meelopen.

Ze keerde zich bij de controle nog even om. - Maar ik had een jòngen moeten zijn, hè vader? Ze zei het zacht zodat hij alleen het kon horen.

Ondanks alles was er iets kameraadschappelijks in het afscheid. Geen van beiden zou het onder woorden kunnen brengen. Het was maar goed dat moeder niet was meegegaan.

Ria werd al gauw opgenomen in het treinverkeer.

Dirk van Bree reed eenzaam terug naar het omstreden gebied Waldeck, waar hij de plannen van de planologen een kwarteeuw op goed geluk had getrotseerd. Zoals zijn dochter hem nu trotseerde, ook op goed geluk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken