Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De glazen stad (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De glazen stad
Afbeelding van De glazen stadToon afbeelding van titelpagina van De glazen stad

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

Scans (45.22 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De glazen stad

(1966)–P.J. Risseeuw–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 88]
[p. 88]

16

- En... was je vriendin blij met je cadeau? vroeg Martchen.

Was dat nu het eerste waaraan zij moest denken nu ze elkaar in weken niet hadden gezien?

Haar fijne gezichtje stond op veranderlijk. Huib zag dat wel, maar het bracht hem niet in de war. Hij had in het waslokaal dat donkerblauwe shirt aangetrokken en zijn haar goed opgekamd.

- De doffer en het duifje, zei Sjors.

- Alweer jaloers, ouwe?

Sjors was gaan eten in het restaurant maar Huib had zich opgesteld in de wandelgangen bij de winkeltjes. Nu stond hij tegenover haar en hij zag wel dat ze hem opnieuw taxeerde. Ik draai er niet om heen, dacht hij. Dat was nergens voor nodig.

- We hebben ruzie gehad en het flesje is in de sloot terecht gekomen.

- In de sloot...?

- Ja... het water tussen ons was te diep, zei Huib, op zijn manier wijsgerig, maar op een manier die Martchen duidelijk moest maken dat hij al voldoende afstand had genomen om er met een sneer over te kunnen praten.

- Schade... zei ze. Haar ogen waren ondoorgrondelijk. Dacht ze nu aan Ria, aan haar zelf of aan hem?

- Haar vader mag mij niet. Ria is een verwend meisje en ik ben maar een arme chauffeur die nergens voor deugt, niet? Zij heeft in Arnhem al lang een andere vriend gevonden. Een jonge dokter...

- Chauffeurs zijn niet arm, vond Martchen. Ze wist dat bij ervaring.

- Ik heb wat voor je meegebracht...

- Voor mij? Uit Holland?

[pagina 89]
[p. 89]

Hij haalde een klein doosje uit zijn zak. Er zaten oorbellen in, twee zilveren klompjes.

- Wunderbar...

Snel keerde ze zich om en ontdeed zich van haar eigen rose knoppen.

- Bitte... hou dat spiegeltje even vast, ja?

Huib maakte er een spelletje van. Hoger... te hoog... te laag... ja... zo was het goed.

Nadat ze een vluchtige blik op zich zelf had geslagen keek ze hem opeens stralend aan.

Hij had haar wel over de balustrade willen tillen, maar de klok waarschuwde hem. De Deense kust was al dichtbij.

- Martchen... zeg eens... heb je al een vaste vriend?

Ze keek hem aan met een raadselachtig lachje.

- Nog niet... maar je kunt nooit weten...

- Hoe bedoel je dat?

- Je kunt nooit weten, zei ze nogmaals. Ze wist al te goed dat ze een jong, mooi meisje was. Misschien iets te kieskeurig.

- Het is wel een wonder dat je nog niet verloofd bent, Martchen. Met hoeveel mannen en jongens kom je dagelijks in aanraking...

- Heel veel, zei ze, een tikje ironisch, met een hartveroverend spotlachje waarmee ze duidelijk genoeg demonstreerde dat ze in haar beroep afstand wist te bewaren.

Op dit moment keek Huib om. Hij voelde een paar ogen in zijn rug, maar toen hij zag dat het Sjors was die joviaal naar de klok wees, zei hij gerustgesteld maar tegelijk gehaast: - Martchen... ik heb nog drie dagen vakantie... volgende week. Ken je Kopenhagen?

- Het moet een mooie stad zijn...

- Zullen we er samen heen gaan?

Ze keek hem sprakeloos aan en moest even adem scheppen.

- Een mooie stad... Tivoli... de Kleine Zeemeermin... mooie winkels...

- Maar Haib... dat gaat toch niet?

- Waarom niet? Ik bedoel het serieus!

- Aber... aber... wacht een ogenblik, bitte?

Ze holde weg en kwam op het nippertje terug toen de boot al aanlag.

[pagina 90]
[p. 90]

Hij vroeg niet: Wil je? maar alleen: Kan het?

Ze was buiten adem en knikte instemmend. Toen nog eens.

- Auf wiedersehen dan, Martchen... Volgende week dinsdag hier op de boot.

- Auf Wiedersehen..., zei ze, licht blozend.

Nog eenmaal keerde hij zich om. Ze zwaaide terug en daarna daalde hij met de laatste treinpassagiers het smalle ijzeren trapje af naar het onderste dek waar de trein al weer vol zat en de vrachtwagens klaar stonden voor de afrit.

Sjors zei niets. Er trok alleen maar een brede grijns over zijn goedmoedig gezicht. Eerst toen ze de pont af waren hoorde Huib hem zeggen: geluksvogel! Het verwonderde Huib wel want hij kende de mening van Sjors over vrouwen.

Nu was het Huib die afremde: - Afwachten, ouwe... afwachten...

Sjors wist beter. - Duitse meisjes houden niet van te lang wachten als ze beet hebben. Ze zijn anders dan de Hollandse. Let op mijn woorden...

Huib gaf geen commentaar. Hij rolde een sjekkie en stak er de brand in en voelde zich kiplekker in het vooruitzicht van een avontuurtje.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken