Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De glazen stad (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De glazen stad
Afbeelding van De glazen stadToon afbeelding van titelpagina van De glazen stad

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

Scans (45.22 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De glazen stad

(1966)–P.J. Risseeuw–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 183]
[p. 183]

31

Bea had niet met haar moeder overlegd. Huib was nu eenmaal het zwarte schaap thuis en elk woord over hem en Martchen moest gewikt en gewogen worden.

Martchen had zich overigens hardnekkig ingespannen de Nederlandse taal te leren zodat haar schoonouders haar konden verstaan.

Het was Job en Leentje Stein niet ontgaan dat Martchen het leven van Huib in geregelder banen had geleid. Leentjes scherpe ogen bemerkten dat zijn kleren goed werden nagekeken en de weinige keren dat zij door Bert naar Delft was gereden, had ze het flatje zo helder verzorgd aangetroffen dat er niets op viel aan te merken. Alleen dat eigene waardoor een onzichtbare band werd geschapen ontbrak. Dat werd niet goedgemaakt met eigen baksel waarin Martchen uitblonk boven de Hollandse vrouwen. Martchen had volgehouden. Terwille van Huib had zij moeizaam de weg naar het hart van die oude stuurse reumatische schoonvader gezocht op wie zij geen vat kon krijgen, al was hij de laatste maanden wat spraakzamer geweest.

Bea voelde intuïtief dat vader het best had gevonden als het kind in Duitsland was gebleven. Dan was het een afgedane zaak geweest. Ze hoorde het hem al zeggen.

Alsof er juist voor vader één afgedane zaak was! Nee, het verleden was nooit voorbij. En zo zou het met Huib ook wel gaan. Bea had in het ziekenhuis veel met patiënten gepraat. Het was haar liefste werk geweest omdat zij meer belang stelde in de mens dan in zijn kwaal. Ze had geleerd dat het ene meestal niet los van het andere gezien kon worden.

Dat moeder de baby in huis zou nemen was ondenkbaar op haar leeftijd, vooral nu ze meer werk had aan vader.

Het enige lichtpuntje was Alie van Kees geweest. Maar Alie wilde altijd veel meer doen dan haar lichaam toeliet.

[pagina 184]
[p. 184]

Haar deur stond voor iedereen open. Nu ze drie kinderen had moest Kees haar wel eens tegen zich zelf beschermen. Bij Alie kon altijd alles. Er werd al meer dan genoeg roofbouw op haar gepleegd.

Zodra Bea de jobstijding had gehoord wist ze dat zij de aangewezen persoon was om Huib over een moeilijke tijd heen te helpen. Ze dacht: Ik ben zijn eigen zuster. Ik ken hem door en door. Ik weet alles van Ria en hem en heb er vroeger zelf aan meegewerkt die twee bij elkaar te houden, al hield ik mijn hart vast en al is het dan toch misgelopen. Dirk van Bree had zijn zin gekregen. Geen chauffeur als schoonzoon.

Ria had zich niet vergooid, zoals Van Bree dat noemde. Nu Lyda aan de man was gekomen hoefde hij voor Ria niet bang te zijn dat ze zou overschieten. Ze was nog altijd dezelfde knappe meid, die het zeker nog wel eens tot hoofdzuster zou brengen.

Bea had maar even getwijfeld of zij Ria in Utrecht zou opbellen. Ze deed het niet. Huib was na die affaire met Penninx al lang uit hun conversatie verdwenen. Hun vriendschap had er wel onder geleden maar het was nooit tot een breuk gekomen. Dat het geval met Penninx Ria's reputatie in het ziekenhuis geen goed had gedaan, had Ria overigens zelf wel begrepen. Ze had er de konsekwenties uit getrokken.

 

Het eerste lachje van Martie was voor Bea, na die eerste weken van erbarmelijk huilen en tobben met de voeding.

- Hij is al weer gegroeid, zei Huib altijd, als hij na een paar dagen afwezigheid thuiskwam. Veel viel er aan een pas geboren kind niet te beleven voor een man.

Dat hij de hulp van Bea als vanzelfsprekend aanvaardde zat Sjors wel eens dwars. Het was tegenwoordig toch wel een wereldwonder als je eigen zuster een goeie baan opgaf om voor een zakcentje de zorg van je kind op zich te nemen. Dat was niet gewoon meer. Zo iets kwam vandaag in de krant!

- Ik heb het haar niet gevraagd, zei Huib, norser dan hij wilde. Hij kon uren aaneen zwijgen.

Het leven ging gewoon door. Zo vaak hij door Wildeshausen kwam ging hij plichtsgetrouw even aan in de Wilhelmstrasse, waar hij al gauw kiekjes kon laten zien.

[pagina 185]
[p. 185]

Frida was een keer met hem mee terug gereden om wat vrouwenzaken te regelen.

Zo vaak Huib aarzelend de hangkast waarin Martchens kleren hingen had geopend had hij zich moeten vermannen. Eenmaal had hij zijn hoofd in haar Kopenhagencompletje geborgen waarin nog iets hing van de verrukkelijke geur waaraan hij zich zo vaak had bedronken. Martchen was heel zuinig geweest met het gebruik van parfum.

Uit zich zelf had Huib gevraagd of Frida wilde meegaan. Zo lang die kleren en kleine sieraden van Martchen in huis bleven zou er bij elke thuiskomst iets in hem scheuren. Nu al begon hij haar lichamelijk te missen, nog geen twee maanden na haar dood.

- Die piano moet ook naar haar ouders terug, zei Bea, die Frida goed had gepeild. Er moest niets blijven zitten tussen Delft en Wildeshausen wat de verhouding zou kunnen bederven. Martchen en haar piano, die ze reeds als kind van haar vader had gekregen, waren onafscheidelijk geweest.

Voor Bea's soepele en tegelijk besliste houding was Frida, die zich innerlijk had gepantserd, vrij gauw bezweken.

Op de schoorsteen stond een vergrote foto van Martchen, niet samen met Huib, maar alleen. Het was een mooie opname van een jonge vrouw met iets in haar ogen van een beloftevolle toekomst. De foto was op Huibs verzoek gemaakt, kort na Kopenhagen.

Ook de familiefoto's stonden nog op de piano. Huib wilde die behouden, al wist hij dat hij ze niet zou blijven uitstallen.

Het was een opluchting toen Frida na vier roerige dagen met koffers vol kleren de aftocht blies. Alleen de zilveren klompjes die Martchen op hoogtijdagen als oorhangers had gedragen - het eerste cadeau waarmee Huib haar had verrast - gingen niet mee. Huib borg ze in zijn ijzeren geldkistje, samen met wat kleine kiekjes zoals die opname bij de Kleine Zeemeermin.

Toen alles de deur uit was wat Martchen als persoonlijk eigendom had ingebracht, begon Bea de meubelen opnieuw te rangschikken en liet zij een deel van haar eigen meubeltjes die zij zolang bij vader en moeder in Waldeck had opgeslagen, overkomen.

Ze had het druk met Martie die eerste tijd. Het kind

[pagina 186]
[p. 186]

regeerde het huis. Maar toen hij eenmaal doorsliep tot zeven uur en hij bij het binnenkomen hongerig op haar arm danste bij het zien van de fles werd het pas echt plezierig. Bea bedronk zichzelf aan de ogen van het kind. Ogen die vooral tijdens het voeden steeds de hare zochten en waarin zij trachtte te peilen wat niet te peilen was.

Als Huib thuis was sloeg hij geen voeding en geen wasbeurt over al was het om alleen maar te kijken hoe handig Bea met dat kleine brekelijke wezentje omsprong, het uit- en aankleedde onder het kirren van dwaze woordjes waaraan hij, als hij zelf naast het wiegje zat, ook al begon mee te doen zo vaak Martie naar zijn neus greep of zijn vinger omknelde en lachte. Er was iets in dat lachen wat hij niet begreep. Had hij zelf ook zo in de wieg gelegen? Ik heb een zoon, dacht hij. Hij kent mij al.

Het was de volkomen afhankelijkheid van zijn verzorgster en de koesterende warmte van Bea's moederlijke aanleg, waardoor de dagen voor haar omvlogen, al was ze vaak alleen.

Totdat Alie Huib een duidelijke waarschuwing gaf dat Bea er nodig eens uit moest, zo nu en dan. De verjaardag van Kees was in zicht en Alie zorgde voor een babysit. Huib was niet thuis - hij zat die avond in Stockholm.

Bij Kees was het altijd gezellig druk - hij had niettemin maar weinig vrienden waar hij intiem mee was, maar die hij niet graag miste op zijn verjaardag.

Bert en Lyda zaten nu zo druk in hun voorbereidingen voor hun trouwdag verstrikt dat ze even tussen vier en zes waren aangekomen.

Bert was bovendien niet zo erg gesteld op vreemden. Zelf zou hij er niet aan denken op zijn verjaardag behalve zijn familie en nu ook de familie van Lyda nog iemand anders te vragen. Ons kent ons. Als Bert niet over de tuin kon praten was er voor hem niets aan.

Maar bij Kees was het anders. Die wilde op een verjaardag liefst zo min mogelijk over het dagelijks werk praten en had altijd behoefte gevoeld zijn eigen kring op de een of andere manier te doorbreken.

Toen hij nog in Waldeck bij zijn vader woonde was hij bevriend geraakt met een dokter van Bloemendaal, een psychiater, met wie hij in het jeugdwerk zat.

[pagina 187]
[p. 187]

Kees en Alie hadden die vriendschap met Ed Schuurman na hun trouwen zorgvuldig beschermd.

Ed, die veel studie had gemaakt van de vrouw (soms werd hij op de vrouwenafdeling door zijn niet toerekenbare patiënten beurtelings voor ladykiller, Napoleon, dominee en ploert uitgescholden), was dol op kinderen. Oom Ed was voor de kleintjes van Kees en Alie het summum van een echte oom die grapjes maakte, verhaaltjes vertelde en uit de meest verborgen zakjes van zijn colbert of vest altijd een verrassing toverde.

Hij was op de hoogte van het geval met Huib, die hij samen een keer met Martchen bij Kees had ontmoet. Bea had hij nog nooit getroffen door haar altijd wisselvallige diensten. Maar deze keer, nu ze zo dicht bij woonde, stonden ze plotseling oog in oog tegenover elkaar. - Veel van u gehoord, zei Bea. - En ik van u, zei hij vormelijk, maar met toch een heimelijk plezier over die frase.

Ze lieten elkaars handen vlug los, maar het was Alie toevertrouwd de gasten zo te schikken dat de mannen niet allemaal op een kluitje bij elkaar zaten. Zij had de gewoonte plaatsen aan te wijzen met een vanzelfsprekendheid alsof deze besproken waren.

Bea had direct contact met Ed, die het ziekenhuis in Arnhem goed bleek te kennen. Ze lachten om alles waarover in Arnhem te lachen viel. En dat was, zoals in elk ziekenhuis, veel.

Bea had wel eens meer psychiaters ontmoet, veelal oudere dokters met een gevestigde reputatie. Vooral over de beruchte divan en het ‘doorzagen’ werd nogal eens gemeesmuild door de jonge zusjes. Al die overspannen vrouwtjes met hun ingebeelde complexen! Voor de meeste verpleegsters waren gal, hart, maag en breuken zaken die zij beheersten. Naar een psychiater ging je als je luddevede had of als je huwelijk was vastgelopen.

Van het laatste hadden zij nog geen weet. Gelukkig maar.

 

Tegen elf uur, toen de nog jonge babysit moest worden afgelost en Kees al opstond om Bea thuis te brengen, nam Ed die taak ongevraagd over. Hij kon daarna het babysitje ook nog een lift geven, zodat Bea hem even mee naar boven

[pagina 188]
[p. 188]

vroeg waar hij een vluchtige blik in het bedje van Martie wierp en lang naar de grote, de kamer beheersende foto van Martchen keek.

- Zij is er nog, hè? zei hij.

- Ja, zei Bea. - Maar niet storend. Ik heb geloof ik een soort verbond met haar gesloten.

Dat antwoord, zomaar zonder voorbedachte rade uit Bea's innerlijk opgeweld, beviel Ed Schuurman. Een ongecompliceerde jonge vrouw, dacht hij. Niet al te knap, zeker niet lelijk, maar (dat moest wel haast) met een levenskunst, die ze zich op een of andere wijze, zonder er voor te studeren, had eigen gemaakt. Misschien wel moeiteloos omdat het in haar aard lag.

Ed Schuurman had vandaag weer wat geleerd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken