Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De opblaasvrouwtjes en andere stoute stories van nu en straks (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van De opblaasvrouwtjes en andere stoute stories van nu en straks
Afbeelding van De opblaasvrouwtjes en andere stoute stories van nu en straksToon afbeelding van titelpagina van De opblaasvrouwtjes en andere stoute stories van nu en straks

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

Scans (116.53 MB)

ebook (3.12 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De opblaasvrouwtjes en andere stoute stories van nu en straks

(1970)–Paul Rodenko–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 116]
[p. 116]

De fantastische reis van Filip Quibb naar de planeet Quibb I

Aeonen en aeonen geleden, toen de aarde nog bevolkt werd door mensen en wij nog nauwelijks de grootte van een gans bereikt hadden, leefde er...’

‘Hé, wacht eens even!’ John zat plotseling rechtop. ‘Gáns zei je? Wie had de grootte van een gans bereikt? En, en... toen de aarde nog bevolkt werd door mensen? Maar, maar... als er geen mensen meer zijn, wie vertelt dat verhaal dan eigenlijk, en ten pleziere van wie? Ik bedoel...’

‘Een koekoek’, zei ik.

‘Een koekoek?’

‘Een reuzekoekoek’, verduidelijkte ik. ‘Als de mensheid uitgestorven is, wordt de aarde door reuzekoekoeken bewoond. Tenminste, dat meen ik op te mogen maken uit een paar fragmenten die ik Futsy ook nog heb weten te ontfutselen, maar die verder zo onsamenhangend zijn dat ik je er niet mee lastig heb willen vallen’.

‘Ik hoop maar dat je echt niets hebt geforceerd’, zei John bezorgd. ‘Die fragmenten... heb je daar ook nog uit kunnen opmaken hoe het komt dat de aarde op zeker ogenblik door reuzekoekoeken wordt bewoond?’

‘Als ik het goed begrepen heb’, zei ik, ‘Waren de vogels uitgestorven, vermoedelijk door het toenemende luchtverkeer en het daarmee gepaard gaande lawaai. Alleen de koekoeken bleven voortbestaan omdat zij, toen er reeds minder andere vogels waren om hun eieren bij te leggen, deze bij de mensen begonnen te leggen. En de mensen, die alles nu eenmaal beter en efficiënter doen, verzorgden de eieren en de jonge koekoeken zo voortreffelijk dat zij steeds groter, dikker en sterker werden - zo groot en dik en sterk dat zij uiteindelijk de mensen uit hun eigen huizen verdrongen en tenslotte van de aardbol zelf...’

[pagina 117]
[p. 117]

‘Ja maar... ik dacht dat de mensheid allang verdrongen was door de opblaasvrouwtjes’.

‘Tja, je moet niet te veel vragen’, zei ik. ‘In de eerste plaats is dat van de opblaasvrouwtjes ook maar een verhaal en in de tweede plaats is het best mogelijk dat er toch nog ergens een mensenpaartje was overgebleven dat, toen de opblaasvrouwtjes bij gebrek aan Qeva-monteurs vergaan en verteerd waren, voor een nieuwe menselijke aardbevolking zorgde’.

‘Dat klink niet onlogisch’, gaf John Q. Stout toe. ‘Maar koekoeken! Hoe kan een koekoek een verhaal vertellen, al is het nog zo'n reuzekoekoek?’

‘Ze spreken natuurlijk mensentaal’, zei ik.

‘Kom nou!’, zei John.

‘Het is helemaal niet zo onlogisch als je denkt’, zei ik.

‘Als een koekoek slim genoeg is om zijn kroost door anderen groot te laten brengen, is hij ook slim genoeg om, vóór hij de bestaande orde van de mensen overneemt, eerst mensentaal te leren; het koekoeks is in een gemechaniseerde wereld veel te onhandig in het gebruik, dat ziet zelfs een koekoek in’.

‘Maar...’

‘Wacht’, zei ik, ‘Iaaat ik je ter illustratie een oude fabel vertellen, misschien denk je er dan anders over. Hij heet’ (vervolgde ik snel, voor hij mij in de rede kon vallen):


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken