De fantastische reis van Filip Quibb naar de planeet Quibb I
Aeonen en aeonen geleden, toen de aarde nog bevolkt werd door mensen en wij nog nauwelijks de grootte van een gans bereikt hadden, leefde er...’
‘Hé, wacht eens even!’ John zat plotseling rechtop. ‘Gáns zei je? Wie had de grootte van een gans bereikt? En, en... toen de aarde nog bevolkt werd door mensen? Maar, maar... als er geen mensen meer zijn, wie vertelt dat verhaal dan eigenlijk, en ten pleziere van wie? Ik bedoel...’
‘Een koekoek’, zei ik.
‘Een koekoek?’
‘Een reuzekoekoek’, verduidelijkte ik. ‘Als de mensheid uitgestorven is, wordt de aarde door reuzekoekoeken bewoond. Tenminste, dat meen ik op te mogen maken uit een paar fragmenten die ik Futsy ook nog heb weten te ontfutselen, maar die verder zo onsamenhangend zijn dat ik je er niet mee lastig heb willen vallen’.
‘Ik hoop maar dat je echt niets hebt geforceerd’, zei John bezorgd. ‘Die fragmenten... heb je daar ook nog uit kunnen opmaken hoe het komt dat de aarde op zeker ogenblik door reuzekoekoeken wordt bewoond?’
‘Als ik het goed begrepen heb’, zei ik, ‘Waren de vogels uitgestorven, vermoedelijk door het toenemende luchtverkeer en het daarmee gepaard gaande lawaai. Alleen de koekoeken bleven voortbestaan omdat zij, toen er reeds minder andere vogels waren om hun eieren bij te leggen, deze bij de mensen begonnen te leggen. En de mensen, die alles nu eenmaal beter en efficiënter doen, verzorgden de eieren en de jonge koekoeken zo voortreffelijk dat zij steeds groter, dikker en sterker werden - zo groot en dik en sterk dat zij uiteindelijk de mensen uit hun eigen huizen verdrongen en tenslotte van de aardbol zelf...’