Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Opwaartsche wegen (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Opwaartsche wegen
Afbeelding van Opwaartsche wegenToon afbeelding van titelpagina van Opwaartsche wegen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.55 MB)

Scans (1.88 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Opwaartsche wegen

(1907)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 38]
[p. 38]

Liefde-van-nu

[pagina 39]
[p. 39]

De moeder.

 
Bij de moeder begint de wereld: in 't hart
 
staat ze van af het eerst-bewuste, stadig
 
door der dagen en nachten val,
 
zij met de warmte van het open hart,
 
in stem en oog en streelgebaar weldadig
 
meevoerend het thuis-veilige overal.
 
En om haar de heel-eigene atmosfeer,
 
eeuwig gelijk en doorzichtig-gezeefd
 
van innigheid die geen één ander heeft:
 
iets helderzachts, dat in haar stem 't meest teer
 
is vastgelegd en o haar hand hoe zacht.
 
Haar glimlach is als een maanlichte nacht.
 
De moeder heeft de onbesnoeide macht
 
die reikt van voor leefheugenis begon
 
en alle vezels trekken tot haar heen.
 
Jeugd steigert, stelt zich op zichzelf alleen,
 
en waant ontijdig, dat zij alles won
 
en wil macht over alles wat bestaat;
 
jeugd dwaalt weg, achtloos, van de liefdesbron.
 
Maar dat 's niet blijvend, en een dag hoe laat
 
ook, komt, een dag van wederkeer.
 
En zonder één vervreemding, zonder tasten
 
vindt de ziel van het kind de moeder weer
 
en drukt zich tegen haar met al zijn lasten
[pagina 40]
[p. 40]
 
als een jong lam tegen het moederdier
 
zich aandrukt om de levenswarme vacht.
 
Er ging van haar liefde geen vlok verloren:
 
zij was altijd nabij en heeft gewacht
 
en staat gereed als voor het pas-geboren.
 
 
 
Neen er is geen vervreemding van de moeder:
 
hoe kan dat, daar haar hart alles begrijpt?
 
 
 
Met de jaren wordt de kindsliefde vroeder
 
en voller zoet, als van een vrucht die rijpt,
 
want deze liefdebron, dit hartevoeder
 
behoeft het dieper naar leven meer nijpt.
 
En al geringer krijgt het levenswenden
 
macht over deze eerste innigheid;
 
het is al scheiden van het lief-gewende,
 
het is al schrijnen van verbrokenheid,
 
maar ongerept blijven de zegeningen
 
van natuur's opperste zachtheid.
 
 
 
De moeder staat in 't hart van alle dingen,
 
er is geen waan, die van haar scheidt.
 
 
 
Wanneer de jaren met gestaag aandringen
[pagina 41]
[p. 41]
 
het liefst-vertrouwde hebben uitgehold
 
als de golven der zee de moede kusten:
 
het leven ebt uit de stille gestalt
 
en om het oog legt zich een waas van rusten
 
als over weiden wen de schemer valt -
 
ja de zinnen en hun scherpte vermindren,
 
de ziel verbleekt in teeder avondrood,
 
dan komt het laatst geluk, de liefde groot
 
te voelen blijven in het hart der kindren.
 
 
 
Zij zien het zinken aan met stillen schroom,
 
zij dompelen wat afneemt in den stroom
 
herinnering, die drenkt alles met glans:
 
ziet een nieuw licht verschijnt aan d' avondtrans,
 
kindsliefde, die zoo lange vroeg, wordt gevend:
 
de moeder is als kind in 't kindhart levend:
 
o schoone voleinding van schoonen krans!
[pagina 42]
[p. 42]
 
Een donkere schande
 
ligt over dit zonnig land:
 
de moederhand
 
is verscheurd met handen.
 
 
 
Menschen hebben vermeten
 
dit erge natuur aangedaan,
 
hebben uiteengereten
 
wat zij vast doet staan.
 
 
 
Door de wereld maakt dit
 
een booze wonde:
 
het liefst menschen-bezit
 
het wreedst geschonden.
 
 
 
De zachte dieren lekken
 
hun jong, hun broed
 
maar de menschmoeder met harde trekken
 
weet niet, hoe wèl liefde doet.
 
 
 
De dartele jongen spelen
 
met het moederdier in 't veld:
 
de menschmoeder heeft angstig haar vele
 
jonge hoofde' in den nacht geteld.
[pagina 43]
[p. 43]
 
De vreugd zwijmt in haar oogen,
 
diep, diep welt de liefdebron,
 
maar de menschwereld wil niet gedoogen
 
vreugd die zij won.
 
 
 
Moeders, de tijden
 
gaan zacht worden voor u:
 
wij komen u bevrijden
 
van den smaad van nu.
 
 
 
Ziet: ongeboornen
 
maken de kimmen blauw,
 
elk jong kind de verkoorne
 
van een schoone vrouw.
 
 
 
De mildheid, de zegen
 
als een oogst over de landen:
 
moeders in uw zachte oogen
 
gaat geluk ontbranden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken