Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Namens Tamar (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Namens Tamar
Afbeelding van Namens TamarToon afbeelding van titelpagina van Namens Tamar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (7.67 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Namens Tamar

(1964)–Renate Rubinstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 31]
[p. 31]

Toeval bestaat niet

In het hoogseizoen van de verliefdheid, dat is al kort na het begin, werkt het instinct zo goed dat het zich manifesteert in de voortreffelijkheid van de samenloop der omstandigheden. De eerste wandeling valt juist op koninginnedag, bij de tweede is het uitgerekend bevrijdingsdag. Terwijl je in het café zit begint het te regenen, zodra je eruit komt breekt de zon door. De afscheidszoen, jij in de trein hij op het perron, valt precies op het moment dat de trein zich losrukt. Je gaat naar zee en de zee licht, je krijgt het koud en stuit prompt op een smeulend vuurtje op het strand. Je verliest een horloge tussen de steenblokken en vindt het bij de eerste handgreep. Je fietst door de Vijzelstraat en de stoplichten slaan op groen zodra je eraan komt. Dat is het geluk.

Als het risico groot is en de gevaren onpeilbaar, neemt het bijgeloof toe. Primitieve volken in de opengehakte plekken van hun ondoorgrondelijk oerwoud, wapenen zich met magie en taboe, met honderden vormen van bijgeloof tegen de anders niet te controleren omgeving. Boksers, dieven en gokkers hebben allen hun eigen patenten tegen de wisselvalligheden van het lot. Maar ook wij, in de oorlog en in de liefde, nemen onze maatregelen tegen het ongeluk. Drie soldaten, is mij verteld, zullen nooit vuur van één lucifer nemen, de dood schuilt in een te klein hoekje om achteloos om te springen met de kleine dingen. En de geliefden die niet, nadat zij afgesproken hebben voorgoed en altijd zoveel van elkaar te zullen blijven houden, naar ongeverfd hout zoeken om het af te kloppen weten nog niet wat ze zeggen. Wij in onze veilige, sanitaire vredestijd, verzekerd voor het leven, verzorgd tot de dood, beschermd voor de natuur, gesteund tijdens werkloosheid, opgelapt uit bijna elke ziekte, wij kennen het gevaar niet dan in de korte

[pagina 32]
[p. 32]

perioden van de gepassioneerde liefde. Maar dan ligt het ook dreigend in de afgronden aan weerszijden van de smalle brug van het geluk. Een brief, een oogopslag, een telefoongesprek, een gebaar, of van alles het wegblijven daarvan, kunnen onheil veroorzaken zo groot dat de ware verliefde er wel elk fysiek gevaar voor zou willen trotseren wanneer hij het daarmee af zou kunnen wenden. Voorboden zijn er overal, de kunst is alleen ze goed te interpreteren. Bij voorbeeld: als ik in drie minuten naar huis fiets, in vijf stappen de trap op kom, met één lucifer de kachel aansteek - zal er vanavond een brief van hem zijn. Of wat Tolstoj prins André laat denken terwijl hij kijkt hoe Natasja op een bal naar twee dames loopt: Als zij nu eerst naar haar nicht gaat en pas daarna naar die andere dame, zal zij mijn vrouw worden. Het geluk is een kwestie van geluk. Elke daad, elk toeval krijgt in die geladen tijden zijn diepe betekenis omdat er geen is, hoe gering of bijkomstig op het eerste gezicht ook, die niet het zaad van toekomstig geluk of ongeluk in zich draagt.

Als het stoplicht niet omslaat voor ik gepasseerd ben, zal alles goed gaan. Maar het slaat op rood. Wat nu? Diepe wanhoop: alles is verloren? Welnee, je grijnst beteutert, denkt wat een onzin ook, en laat de moed niet varen want met de wetten van het privé bijgeloof valt het altijd wel op een akkoordje te gooien. Bovendien, de ellende zou te groot zijn. Wie er werkelijk gek genoeg voor is, zal in staat zijn om uit het feit dat dat stoplicht nu, juist precies nu rood werd, te concluderen dat hij kennelijk de wetten niet goed begrepen had, want gaat het geluk niet juist, net als de vrijheid in het rood gekleed? ‘Een schrikwekkend bewijs dat je het hoofd verliest is het wanneer je denkt aan een klein ding, nauwelijks waarneembaar, het voor wit aanziet en dit interpreteert ten gunste van je liefde; een ogenblik later zie je dat het eigenlijk zwart is en weer besluit je dat het een teken van voorspoed in je liefde is.’ Dat schreef Stendhal 140 jaar geleden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken