Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Namens Tamar (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Namens Tamar
Afbeelding van Namens TamarToon afbeelding van titelpagina van Namens Tamar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

Scans (7.67 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Namens Tamar

(1964)–Renate Rubinstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 60]
[p. 60]

Achterdocht

Uit een gesprek met een Amerikaanse neger, een student uit New York:

‘Ik zal je een voorbeeld geven. En vertel mij niet dat ik paranoia heb want zo ging het. Ik loop het reisbureau binnen. In New York. Er staan vier mannen, zodra ze me zien steken ze hun hoofden in de papieren. Doen alsof ze hard bezig zijn. Ik ga naar een juffrouw die er ook staat. “En wat wilt u,” vraagt ze. Niet: “kan ik u van dienst zijn?” Maar heel kortaf: “wat wilt u.” “Ik wil een kaartje naar Amsterdam,” zeg ik. “Amsterdam?” zegt ze, alsof ze niet geloven wil dat een nikker als ik daar heen wil. Ze heeft me toen wel uitgelegd wat ik weten wou, het is haar baan.’

‘Maar dat gebeurt zo vaak dat de mensen kortaf zijn. Ik zou je daar zoveel voorbeelden van kunnen geven...’

‘Dat kan wel, maar wat denk ik: Misschien had ze een slecht humeur. Misschien was ze ziek. Misschien had ze net ruzie gehad. Misschién - was het omdat ik een neger ben. Ik twijfel tenminste. Maar dan kom ik thuis. Ik vertel het aan mijn vader. Die twijfelt niet, die weet het. Hij heeft meer meegemaakt dan ik - waarom zou hij niet gelijk hebben? denk ik dan.’

‘Maar hij heeft geen gelijk.’

‘Misschien.’

‘Hij hééft geen gelijk.’

‘Dat kun je niet weten.’

‘Dat kan ik wel weten, want winkeljuffrouwen doen vaak onvriendelijk tegen mij. Ik bedoel, misschien had ze iets tegen negers. Maar het is niet waar, dat ze tegen alle blanken vriendelijker zou zijn. Dat is gewoon niet zo en daarom heb je meer gelijk dan je vader.’

‘Ik zat op Stanford University. Op een keer ging ik naar een

[pagina 61]
[p. 61]

feestje met een blank meisje. Ze had het zelf gevraagd. De volgende week was ik mijn beurs kwijt.’

‘Geen andere redenen?’

‘Tientallen andere redenen. Maar het was toch maar precies een week later. En zo zijn er zoveel dingen. Tot 1955 mochten wij niet in de y.m.c.a. dansen.’

‘En nu?’

‘Nu wel, als er avonden voor negers zijn. Als er andere avonden zijn, mogen we ook, zeggen ze. Maar we proberen het niet eens. Ja - wil je misschien dat ik me weg laat sturen? Moeten ze met een end ketting op me af komen? Ik wéét waar ik aan toe ben, ik hoef het niet aan den lijve te ondervinden.’ ‘Dat lijkt me allemaal heel rot. Ik had gedacht, zoals de meeste mensen hier, dat het nog veel rotter zou zijn. Maar misschien is het zó juist het moeilijkste: als er nog overal discriminatie was, dan wist je tenminste waar je aan toe was. Nu heb je alle twijfels die wij kleurelozen ook hebben, plus een extra twijffel.’

‘Ik zal jou eens wat zeggen. Vertrouw niemand voor hij bewezen heeft dat hij vóór je is. Aan smoesjes heb je niets. Ik kan hier lopen, en Dave loopt aan mijn linkerhand, en Miles loopt rechts van mij en daar komt de andere gang aan. Ik vecht met ze en zie... Dave is weg en Miles is ook verdwenen. De politie halen, zegt de een later. Een stok zoeken, zegt de ander. Maar ik lig op de grond met een ingetrapt oog en een schop in de liezen. Dat zijn voor mij de liberals: de mond vol mooie woorden, maar als het er op aan komt zijn ze spoorloos.’

We zaten in een Amsterdams café. Hij wilde afrekenen, gaf een briefje van f 25,-. ‘Dat kan ik niet wisselen’ zei de ober. Ik gaf hem gepast geld. Toen we buiten stonden, zei de Amerikaan: ‘Heus, ik ben niet gek, ik weet het verschil wel tussen een kelner in Texas en één in Amsterdam.’ - Ik had zelfs aan de mogelijkheid niet gedacht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken