Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel
Afbeelding van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakelToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan Baptist David



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

(1858)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Vander gaven der GoedertierenheitGa naar voetnoot(1). C. XXIX.

5Met der vifter lampten die hier na volcht, soe mote wi 6ons udewert keren; want si stont in die andere side alre 7naest den seachte, sonder eneGa naar voetnoot(2), ende si bediet ons die 8gave der Goedertierenheit. Want geliker wijs dat God met 9heme selven altoes ingekeert es in enecheiden, alsoe es hi 10oec ute gekeert tote allen creaturen met sire genaden ende 11met sire goedertiernheit. Ende alse wi dese goedertiernheit 12in ons ontfaen ende wire gevulenGa naar voetnoot(3), soe moten wi hare 13gehoersam sijn. Want hi geeft ons die gave des raets omme 14inkeren, ende die gave der goedertiernheit omme uutkeren; 15ende iegewelker gaven moten wi gevolchsam sijn; want wi 16moten woenen tusscen die minne Goods ende ons even- 17kerstens, ende alsoe mogen wi ons minlec inkeren ende 18uutkeren, na dat ons die minne beweget. Ende overmids die 19gave Goods ende onse minlec uutkeren, soe wast in ons die 20vifte hoeftdoecht, dat es ontfarmhertecheit, die ons moru- 21hertech maectGa naar voetnoot(4) ende mededoegende in alre noet: ende 22si es die olie, die alle onse wonden genesen mach. Ende 23hier omme selen wise altoes dragen in onse vifte lampte,

[pagina 169]
[p. 169]

1dat es in onse vrie begerlecheit, ende omme die ere Goods 2sal ons alre noet ontfaermenGa naar voetnoot(1): soe hebben wi dat lenement 3rechter meiningen in onser olien, ende dan selen wi in 4al onser noetGa naar voetnoot(2) minlec anesien die uutvloeiende meltheit 5Goods; ende daer inne sele wi ons minlec gevenGa naar voetnoot(3), alsoe 6wert onse lenement onsteken ende berrende met der gaven 7sijnre goedertiernheit: ende dan sele wi altoes wassen ende 8vernuwen beide in gaven ende in dogeden. Want alse wi der 9goedertiernheit Goods in ons gevuelen, soe wert meltheit 10in ons geboren, die derde wise van allen dogeden; ende doer 11mede weven wi purper, die derde varuwe van onsen cortinen. 12Want overmids meltheit van gronde, en connen wi ons 13selven niet onthouden wi en moten altoes invlieten in enec- 14heiden, ende uutvlieten met ontfarmeeheiden. Ende dit 15exempel vinden wi eigenlec in Christo, want hi gaf hem 16selven, geheel ende altemale, sinen Vader in eenvuldeger 17enecheit; ende hier mede ginc hi ende volgede na den 18scarpen rade des geests in minnenGa naar voetnoot(4), ende hi gaf oec ons 19heme selven geheel ende altemale, levende ende stervende, 20ende in sinen Sacramente: ende aldus es hi meldelec 21uutgaende met sijnre genaden, ende met sire goedertieren- 22heit, ende hi wilt ewelec in ons bliven, eest dat wi met heme 23bliven met onser minnender cracht, ende woenen willen 24tusschen inkeer in enecheiden, ende uutkeer met goeder- 25tiernheiden, ende iegewelken gehoersam sijnGa naar voetnoot(5).

voetnoot(1)
Sur. De dono Pictatis.
voetnoot(2)
una excepta.
voetnoot(3)
Sur. Cumque hanc intra nos suscipimus ac sentimus pietatem.
voetnoot(4)
Sur. quae nostra emollit corda. Kiliaen heeft morwe, mitis, mollis, tener. Thans zegt men murw, zoo veel als week.
voetnoot(1)
Sur. Miserebimur autem omnium necessitudines et calamitates.
voetnoot(2)
Sur. in necessitudine nostra.
voetnoot(3)
Sur. eique nos amanter dedemus sive trademus.
voetnoot(4)
Sur. arduumque spiritûs consilium in amore sequebatur.
voetnoot(5)
Sur. et cuigue ex his morem gerere.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken