Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel
Afbeelding van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakelToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan Baptist David



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

(1858)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Van des bisscops Rationale ocht Redeleke. C. XL.

19Dat sevende ornament dat was viercantech, eenre palmen 20breet, ende dobbel gewracht van dien viere varuwen die ic 21vore noemde, ende stont vore die borst dies oversten priesters,

[pagina 202]
[p. 202]

1alsoe dat vervullen mochte die openheit in den overscouder- 2clede, daer ic vore ave seideGa naar voetnoot(1). Met desen ornamente ver- 3steetmen die redelecheit des minschen, die verlicht es met 4overnaturleken lichte, die alle dinc te rechte na der waerheit 5ordelen mach. Ende alsoe noemde God selve dit ornament, 6doe hi sprac tote Moysesse: ‘Ghi sult doen in dat Redeleke 7Ordeel, Leringhe ende WaerheitGa naar voetnoot(2).’ Die verlichte redene 8es dobbel gewracht, want si es insiende in enecheit, ende si 9es utesiende in allen dogheden. Ende alsoe moet si doen, sal 10si vervullen die openheit in enecheit des gheests. Ende 11hieromme es si viercantech, eenre palmen breet, want si 12heeft een volcomen dobbel werc, dat es ute sien ende insien, 13ende altoes vaste staende bliven in die enecheitGa naar voetnoot(3). Ende si 14es te rechte van viere varuwen, want si gheeft ordene ende 15cierheit allen dogheden. Dit vore ghespanGa naar voetnoot(4) der verlichter 16redenen sal elc prelaet ende elc lerere altoes vore heme 17draghen in sinen inwindeghen ghesichte, ghelikerwijs dat 18die bisscop der Joden droech vore sine borst, in alle sire 19sacrificien. In dit Redeleke des oversten bisscops der Joeden 20stonden twelef steene in gout beset, in viere regghelen ochte 21in viere ordenen, dats in elken ordene drie. Ende in dese 22twelef stene stonden twelef namen der patriarken, die 23hoefde waren dies volcs van Israel, in elken steen een name. 24Ende daer dede God mede inne setten Ordeel, Leringhe 25ende Waerheit. Met desen twelef steenen, die stonden in dat

[pagina 203]
[p. 203]

1Redeleke versteet men die twelef artikele ons gheloves, die 2ghesiert ende verclaert hebben onse redelecheit, ende 3gheleidet boven redeneGa naar voetnoot(1), dat hare hoechste cierheit es. 4Ende in dese twelef stene worden gheoppenbaert die twelef 5namen der apostelen ons Heren, want in hare leren wert hare 6leven ende hare gheloeve bekint: dat sijn eigenlec hare 7namenGa naar voetnoot(2). Ende dat en es anders niet dan Ordeel, Leringhe 8ende Waerheit.

voetnoot(1)
Sur. Ponebatur autem in Pontificis pectore, co in loco, quem antè diximus vacuum relictum.
voetnoot(2)
Pones in rationali judicii doctrinam et veritatem.
voetnoot(3)
Sur. est enim illius perfecta actio, quae est forás ac intrò respectare, semperque in unitate fixam permanere.
voetnoot(4)
Het woord veur-ghe-span beteekent by Kiliaen antilena, lorum ante pectus equi: het is hier derhalve metaphorisch gebruikt. Surius vertaelt het eenvoudig door ornamentum.
voetnoot(1)
Sur. et supra rationem erecta.
voetnoot(2)
Sur. vita fidesque ipsorum perspicitur: quac propriè illorum nomina sunt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken