Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel
Afbeelding van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakelToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan Baptist David



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

(1858)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Vanden iersten stene, ende vanden iersten artikele ons gheloefs. C. XLI.

9Die ierste steen in dat Redeleke Aarons des oversten 10bisscops, die heet Sardius; ende hier inne was ghesculpeert 11dat es ghegraven Ruben, dat was die name van dien oudsten 12sone des patriarken Jacobs. Dese steen sardius es bloedach- 13tech roet, ghelijc roeder erdenGa naar voetnoot(3), ende hi es die ondierste 14gemmeGa naar voetnoot(4) onder alle ghesteinten; ende hi es ·j· figure dies 15iersten artikels ons gheloefs. Want alse wi geenecht werden, 16overmids gheloeve ende minne, den edelen roeden stene, 17dat es Jhesus Christus, soe werden wi, overmids hem, ver- 18licht ende met gheloeve gheleid in een overnaturlec kinnesse 19sijns Vader, daer op dat al onse gheloeve beghintGa naar voetnoot(5). Want 20nieman en compt ten Vader dan overmids kinnesse des 21Soens; ende dit proeven wi in sinte Petre die desen steen, 22dat es dit artikel gheset heeft in den inganc ons gheloefs.

[pagina 204]
[p. 204]

1Want Ruben, die ierste sone her JacobsGa naar voetnoot(1) die ene figure 2was van Sinte Petre, dese Ruben luud alsoe vele als een 3sone dies ghesichsGa naar voetnoot(2), ochte die siet den sone, ochte die 4siet in midden, ochte overmids dat middelGa naar voetnoot(3). Hier mede 5verstaen wi Sinte Petre, die een prince es der apostelen, 6ende van den iersten gheroepenGa naar voetnoot(4) ende vercoren. Ende hi 7wart, overmids oppenbaringhe des Vaders, een sone des 8ghesichs. Ende hieromme sach hi in den gheeste den Sone 9geenecht onser minscheit, ende sprac: ‘Du best Christus, 10dies levenden Goods Sone.’ Ende hi sach oec in mid- 11den, dat es tusschen den Vader ende den heileghen Gheest, 12den middelsten persoen, den selven Sone in enecheit godle- 13ker naturen. Ende hi sach oec, overmids dat selve middel, 14dat es overmids den Sone, den eweghen Vader, die een ewech 15anebeghinGa naar voetnoot(5) es der heilegher Triniteit. Ende hier op begon- 16ste hi kerstene gheloeve, ende sprac: ‘Ic gheloeve in Gode 17den almechtegen Vader, sceppere des hemels ende der erden.’ 18Ende aldus was hi wel ghelijc Rubenne, die een sone hetet 19des ghesichs; ende hieromme sprac Christus te rechte: 20‘Du best Peter,’ dat es alsoe vele gheseget alse bekinnende 21die waerheit, ontbloetende die begerte, ontbindende die 22consciencie, ende bekint van GodeGa naar voetnoot(6). Ende hier omme es

[pagina 205]
[p. 205]

1hi ghelijc in leringhen, ende in levene, ende oec in der 2dood, dien ondieren steene die sardius hetet, dien de Joden 3verworpen ende onwerdech achten onder alle minschen, ende 4leverden ter doet. Ende alsoe destrueerden si hare synagoge. 5Ende in dien selven wart ghefundeert op desen steen die 6heileghe Kerke ende enecheit ons gheloefs, daer alle min- 7schen in vergaderen moghen overmids geloeve ende minne, 8ute wat nacien dat Si comen willenGa naar voetnoot(1). Met desen artikele 9wert redene verclaert van den VaderGa naar voetnoot(2) ende gheleidet met 10gheloeve boven hare selven, overmids den Sone, in kinnes- 11sen des Vaders, die een ewech orsproncGa naar voetnoot(3) es der heilegher 12Drivoldecheit ende al ons gheloefs.

voetnoot(3)
Sur. instar terrae rubentis.
voetnoot(4)
Sur. et inter gemmas quidem vilior habetur.
voetnoot(5)
Sur. qui est initium tolius fidei nostrae.
voetnoot(1)
Dat is des heeren Jacobs. Wanneer men met eerbied van iemand sprak, stelde men dat woord het voor zynen naem, en zelfs zeide men, by directe aenspraek, here, her. Voor een' vrouwennaem was het ver, of vrouwe ver, als ver Aleit, by Stoke, II, bl. 147. Zie Huydecopers aenteekk. daer ter plaetse, en Clignetts Bydragen, bl. 140.
voetnoot(2)
B. des ghesichts.
voetnoot(3)
Sur. Visionis filius, aut Videns filium, seu Videns in medio, vel Videns per medium.
voetnoot(4)
Sur. vertaelt min nauwkeurig: et primus omnium vocatus ac electus.
voetnoot(5)
Sur. principium.
voetnoot(6)
Sur. cognoscens veritatem, denudans affectum, solvens conscientiam, et cognitus à Deo.
voetnoot(1)
Sur. cujusvis illi nationis sint.
voetnoot(2)
Sur. ratio illuminatur à Patre.
voetnoot(3)
B. oerspronc.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken