Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel
Afbeelding van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakelToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.75 MB)

XML (1.41 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan Baptist David



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 2. Vanden gheesteliken tabernakel

(1858)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Vanden negheden artikele des gheloefs. C. XLIX.

4De neghende steen hiet Ametistus, ende hierinne stont 5Ysacar, die neghende sone her Jacobs. Met desen stene 6verstaen wi dat neghende artikel ons gheloefs, ende met 7Ysacarre sinte Matheuse, ons Heren apostel. Want Ysacar 8ludet also vele alse die hem bedinctGa naar voetnoot(3), ochte ghedinkende 9den HereGa naar voetnoot(4), ochte ·j· man des loensGa naar voetnoot(5), ochte hi es mijn 10loenGa naar voetnoot(6). Ende dit vinde wi eighenleke al in sinte Matheuse; 11want hi bedachte heme wel, doe hi die sonden 12ende die werelt liet; ende hi was ghedinkende den Here, doe 13hi Christum ontfinc in sinen huse, ende sijn apostel wart, 14ende volghede heme na met doechden. Ende hi was ·j· man 15des loens, dat es loens werdechGa naar voetnoot(7), doe hi dat Ewangelium 16Christi screef, ende leerde, ende leefdeGa naar voetnoot(8); ende doe hi dit 17neghende artikel setteGa naar voetnoot(9) ende sprac aldus: ‘Ic gheloeve die 18heileghe Kerke ghemeineGa naar voetnoot(10).’ Ende hi mach nu wel spreken 19dat God sijn loen es eweleke, overmids sine goede werke.

[pagina 221]
[p. 221]

1Dit artikel ghelijct men wel den Ametiste. Die ametist heeft 2purpur varuwe, gheminghet met violeite, ende ute heme 3scinen gracileke blickende vlammen alse roede rosenGa naar voetnoot(1); ende 4hi es sere lichte te graveneGa naar voetnoot(2), ende hi wast in Indien. Alle 5dese manieren vinde wi in die heileghe Kerke, want si es 6met purpere gheciert, dat es met dien bloede ons Heren, 7ende der apostelen, ende der merteleren; ende dit es met 8violeite gheminghet, dat es met allen manieren van doechden. 9Ende hier ute scinen gracileke blickende vlammen alse roede 10rosen, dat es die inwindeghe minne die in die heileghe Kerke 11gheufent es ende ons gheoppenbaert, overmids groete uut- 12windeghe werkeGa naar voetnoot(3). Dese ametist, dat es die heileghe Kerke, 13es sere lichte in te gravene, want den ghewareghen ghe- 14loeveghen mensche sijn alle goede werke licht te beginnene 15ende te volbringhene. Die ametist wast in Indien, dat es 16in den opganghe der sonnen. Ende Indien ludet alsoe vele 17als ·j· teken der soetecheitGa naar voetnoot(4), ochte ·j· verlichtende voregancGa naar voetnoot(5); 18ende aldus wast die heileghe Kerke, ende nempt 19toe in dien opgange der ewegher sonnen. Ende si wast 20oec in den tekene der soetecheitGa naar voetnoot(6), dat sijn alle die sacra- 21mente dat tekene sijn, daer groete soetecheit in verborghen 22es. Ende si wast oec in den verlichtenden voreganc, dat sijn 23die exemple der heileghen ende goeder menschen. Ende dit 24tughet ons sinte Matheus met sinen name; want Matheus es 25alsoe vele gheseghet alse een ghevere des raedsGa naar voetnoot(7), ochte ene

[pagina 222]
[p. 222]

1gave der haestecheitGa naar voetnoot(1); want sijn exempel, ende der andere 2heileghen, dat sijn onse raetgeveren hoe wi leven selen. 3Ende die gave der haestecheit dat es die gracie Goods, die 4in enen oghenblicke volbringhet al dies ons noel es, op dat 5wi ons ordenleke voeghen willen ende vereneghen met der 6ghemeinheit der heilegher KerkenGa naar voetnoot(2), die een es al erterike 7dore, ende ghemeine met al haerre verdienten allen gheloe- 8veghen menschen.

voetnoot(3)
Sur. memorem.
voetnoot(4)
Sur. Domini reminiscentem.
voetnoot(5)
Sur. virum mercedis.
voetnoot(6)
Sur. mercedem meam.
voetnoot(7)
Sur. mercede dignus.
voetnoot(8)
Sur. scripsit, docuit, observavit.
voetnoot(9)
Sur. in symbolo collocans, dixit.
voetnoot(10)
Sur. catholicam.
voetnoot(1)
Sur. et quasi rosae nitor, leniter quasdam flammulas fundens.
voetnoot(2)
Sur. potestque facile scalpi.
voetnoot(3)
Sur. per insignes actus et opera externa.
voetnoot(4)
Alle de handschriften hebben dit. By Surius echter heet het intùs dilucidus.
voetnoot(5)
Sur. praecessio illuminans.
voetnoot(6)
Sur. crescit etiam in nutu dilucido in occultis.
voetnoot(7)
Sur. dator consilii.
voetnoot(1)
Sur. donum festinationis.
voetnoot(2)
Sur. si tamen rectè ac ordine cum sancta Ecclesia communione sive communitate nos conjungere atque unire velimus.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken