Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 4. Dat rike der ghelieven. Vanden vier becoringhen. Vanden seven sloten. Van seven trappen (1861)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 4. Dat rike der ghelieven. Vanden vier becoringhen. Vanden seven sloten. Van seven trappen
Afbeelding van Werken. Deel 4. Dat rike der ghelieven. Vanden vier becoringhen. Vanden seven sloten. Van seven trappenToon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 4. Dat rike der ghelieven. Vanden vier becoringhen. Vanden seven sloten. Van seven trappen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.54 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Editeur

Jan Baptist David



Genre

proza

Subgenre

traktaat
verzameld werk
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 4. Dat rike der ghelieven. Vanden vier becoringhen. Vanden seven sloten. Van seven trappen

(1861)–Jan van Ruusbroec–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Vanden natuerliken rike Gods. C. XXXIX.

23Noch werdet den minnendenGa naar voetnoot(4) dat Rike Gods ghetoent 24in natuerliken lichte; want gracie noch glorie en verdrivet 25niet dat natuerlike licht, mer het werdet verclaert. Want

[pagina 258]
[p. 258]

1alse die nature niet verbeelt en is met sonden, soe machmen 2natuerlic bekinnen hemelrike en̄ ertrike, ende al dat God 3ghescapen hevet te sire eren en̄ tsmenschen behoeſ, op dat hi 4met allen en̄ van allen Gode love en̄ dieneGa naar voetnoot(1). Die loſ en̄ die 5dienst dat is dat verborghene rike, dat God vertoent in lichte 6der naturen daer die vremde niet aſ en wetenGa naar voetnoot(2), nochtan 7dat si claer sijn van natuerliken lichte. Hy mach oec bekinnen 8natuerliker wijs die ordinancie inder sielen crachte 9en̄ sijnre sinne, uutwendich en̄ inwendich; en̄ die ordinancie 10alre creaturen mach hi bekinnen in lichte der naturen. En̄ 11dit is een natuerlike rike Gods; want God besit alle creaturen 12als sijn eighen rikeGa naar voetnoot(3). Aldus werdet desen menschen 13ghetoent dit natuerlike rike Gods. Mer dit machmen bekinnen 14sonder die gracie Gods ende sonder loenGa naar voetnoot(4); mer die in 15godliker minnen sijn, die en moghen dese dinghen niet 16aensien noch merken sonder Gode te lovene: ende daer 17omme selen si van allen loen ontſaen.

voetnoot(4)
Deum amantibus, zegt Surius.
voetnoot(1)
Sur. ut cum omnibus et de omnibus laudet Deum, eidemque famuletur.
voetnoot(2)
Sur. quod ignorant qui alieni sunt à Deo.
voetnoot(3)
Geheel deze zinsnede ontbreekt in D.
voetnoot(4)
Aldus onze vyf Hss.; maer Surius moet sonder love gelezen hebben, want hy vertaelt: absque Dei gratia et laudatione cognosci potest.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken