Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het huis in de hitte: drie jaar Deli (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het huis in de hitte: drie jaar Deli
Afbeelding van Het huis in de hitte: drie jaar DeliToon afbeelding van titelpagina van Het huis in de hitte: drie jaar Deli

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.70 MB)

Scans (10.11 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het huis in de hitte: drie jaar Deli

(1933)–Annie Salomons–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]

XXX

Het begon eigenlijk bij den kapper, dien warmen ochtend, toen ik in gedachten zei: ‘Graag een nieuwe kaart......’ en opeens ophield en me bedacht: zou ik die nog wel op gebruiken? Of zouden we dan al......

En toen eenmaal die overweging bij me was opgekomen: is dàt nu nog wel de moeite waard? zouden we dáármee nog wel beginnen? - toen kreeg het leven een heel ander gezicht. Want het is een groot verschil, of je naar den lichten hemel achter de boomen opstaart met het gevoel: ‘wéér een dag, die ten einde gaat, en hoe vele nog, die ik zoo, met m'n hoofd achterover op het kussen zal zien wegtrekken’; of dat je met je vingers over de streepjes op den muur ligt te spelen en zegt: ‘nog maar zeven en vijftig, en dan is dit stuk leven voorbij. En het zijn toch beeldige orchideetjes, die daar op m'n tafeltje staan; die zal ik niet gauw meer zien in Holland. En de rust in huis, met niets dan stille bedienden is toch iets weldadigs, waar ik later nog dikwijls aan terug denken zal’.

Hoe betrekkelijk is toch onze appreciatie van onze omgeving! Had men mij indertijd gezegd: ‘Je mag voor drie jaar het Oosten gaan bekijken, maar dan moet je onherroepelijk naar je vaderland terug’, hoeveel intenser zou ik me dan in al dat nieuwe hebben

[pagina 148]
[p. 148]

gestort; hoeveel rustiger zou ik de tijden van ziek-zijn hebben gedragen, omdat ik vooruit geweten zou hebben: dien termijn haal ik wel. Laat ik elken gezonden dag nu tenminste profiteeren en alles in mij opnemen, wat ik kan.

Maar onder den druk van het: ‘hoe lang nog?’ onder de angst van: ‘ik kom hier nooit meer levend weg’, was ondraaglijk geworden, wat anders alleen hinderlijk zou zijn geweest; en pas, toen de reisbiljetten veilig in de la lagen, toen de inboedel was getaxeerd en den bedienden hun ontslag was aangezegd, kon ik, voor 't eerst zonder dreigende angst, genieten van de charmes van het bijna voorbije leven en de bekoring van die vreemde wereld zonder verweer op me laten inwerken: de slonzige achterstraatjes, waar de kippen in de droge goten liepen; waar halfnaakte kinderen aan den stoeprand hun maal zaten te doen, en het drukke bedrijf van machine-naaien, hout-bewerken, smeden en vijlen bijna onder den blooten hemel zijn gang ging...... Waar op een schaduwrijk plekje van den openbaren weg een man zich haar en baard liet knippen en zijn ooren liet reinigen...... Waar werd gedobbeld in de schemering van een poort, en je, binnenkijkend in een donker huisje, het kleine huisaltaar zag prijken met kleurige bloemen...... Heel dat bont beweeg van kinderen, die, in een platte mand op hun hoofd, goudgele koeken ventten en ze aan aanprezen met schellen roep; van blinde bedelaars, die zich met hun stok een weg over den ongelijken grond tastten, van sadokoetsiers en hongkong-trekkers en meisjes met een klein broertje op den rug, die ondanks hun vracht onder elkaar spelletjes deden en hurkten en draaiden, alsof ze een pak mee torsten en geen levend, klein mensch. Ik staarde er naar en ik trachtte het beeld voor mezelf te ontleden, mij bewust te maken, wat ik zag; en ik wist toch voortdurend: zoo weinig als ik hier in de barnende zon de essentie kan proeven van een Rotterdamsche straat met vruchtenkarren en oudekleerenkoopen en frissche dienst-

[pagina 149]
[p. 149]

meisjes met propere schorten, zoo min zal ik, als ik eenmaal weer in het lieve vaderland ben, den geur en de felheid van dit tropisch beeld kunnen vasthouden......

Toen kwamen de dagen, dat het pakkertje ochtend en middag met oliepapier zat te kraken, om onze boeken in de reusachtige kisten te pakken; en toen de tijd, dat het huis van al zijn kleine siersels, die het ‘eigen’ en dierbaar hadden gemaakt, werd ontdaan, terwijl de nieuwe bewoner achter op het erf al zijn tenten begon op te slaan, en zacht en nauwelijks merkbaar begon op te dringen om er ons van voren uit te krijgen. En toen de chaos van koffers en de onwennigheid van de ontredderde kamers op zijn allerergst was geworden, toen mochten we plotseling in den vrede van een volkomen verzorgd, rustig en ruim milieu overtrekken, waar de bedienden onder hun witte mutsjes 's middags om vijf uur geluidloos de theetafel het koele terras opdroegen; waar de zware klok elk kwartier meldde, zooals Big Ben het uitzingt over de Londensche straten...... Voor het laatst nogeens ‘Indië op zijn best’, in de onbegrensde gastvrijheid, waarmee onze vrienden, zelf op reis, ons hun heele hebben en houden met provisiekast en al overlieten; waar geen kast was afgesloten, waar zelfs geen papieren waren opgeruimd, in de zekerheid van een genegenheid, die den ander vertrouwt als zich zelf......

De nadering van een afscheid verdeelt de menschen als het ware in twee groepen: zij, die vooral in het oogenblik leven, hebben, zoodra ze weten, dat het einde vaststaat, al geen belangstelling meer en grijpen naar nieuwe mogelijkheden; maar wie de schoonheid van den weemoed en het verlangen kennen, dringen zich nader om de scheidenden heen, en juist in die laatste weken kan de vriendschap haar schoonste bloesems dragen; een laatste gesprek, een laatste handdruk heeft om dat ‘laatste’ iets onvergetelijks aan zich, en als men soms zegt: ‘hoe jammer, dat we pas op het eind elkaar zoo na zijn komen te staan,’ dan weet men toch eigenlijk wel, dat

[pagina 150]
[p. 150]

juist doordat het einde al was bepaald, de harten zoo zonder terughouding elkaar konden bereiken.

......Den laatsten avond reed ik alleen in een hongkong van een bezoek aan den, in het begin al genoemden, kapper terug. Het toeval wilde, dat ik, om het huis van onzen laatsten gastheer te bereiken de heele stad doorrijden moest, en het was een mooi en rustig afscheid nemen, hoog en veerend tronend achter den rug van den veerkrachtig dravenden Chinees: eerst door de drukke winkelstraat met de open toko's, waar de Bombayers hun kleurige stoffen ten toon spreidden; toen door de stiller wijken, waar de verlichte huizen stonden, tot we tenslotte op den wijden buitenweg belandden, waar de krekels zwirden en de nachtzwaluwen hun scherpen kreet riepen. De warme nacht was als een zacht dek over me heen en ik zocht in den zwaar besterden hemel naar het Zuiderkruis, het symbool van den afstand, die er tusschen mij en mijn geboortestad zich strekte.

Ik voelde me wonderlijk dankbaar en bevredigd: ik had het Oosten mogen zien, er iets van mogen begrijpen, en morgen zou het, - o niet te schatten genade, - mij toch loslaten, en zou ik terug varen naar het land van m'n vaderen...... Uit de verte woeien klanken van een gamelan over; er was feest in de kampong; er was feest in m'n hart. Wat zou de toekomst ons brengen? Ongetwijfeld ook zorgen en moeiten; maar twee bronnen van diepe vreugde zouden nooit meer in m'n hart opdrogen: het Oosten had z'n poorten voor me geopend, maar niet slechts éénen keer; ook ten tweeden male waren ze voor me opengegaan; en het beloofde land zou binnen enkele weken het ‘land van vervulling’ voor me worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken