Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De feesten van Josien (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van De feesten van Josien
Afbeelding van De feesten van JosienToon afbeelding van titelpagina van De feesten van Josien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.51 MB)

Scans (13.34 MB)

ebook (5.08 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De feesten van Josien

(1953)–Jeanne van Schaik-Willing–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 46]
[p. 46]

De kleermaker

Aan de andere kant van de gang was nog een deur. Daarop was met krijt geschreven: K.S. Kist, Kleermaker.

Het was een nogal snauwerige stem, die ‘binnen’ riep op haar kloppen. Boven op de tafel zat de kleermaker, een magere man met een grimmig gezicht. Hij was bezig een stuk te zetten in een pilo broek. Hij zei geen woord tegen Josientje en keek haar niet aan ook. Hij pikte en pikte alsof zijn leven er van afhing. Josientje keek eens rond. Het was een nare, sombere kamer of liever een soort hok. Tegen de muur hingen modeplaten voor heren, maar erg oud en vergeeld en door het weer beplekt. In de hoek stond een zwart ijzeren ledikant, helemaal bedolven onder werkmansbroeken, gelapte en verkleurde over-alls en gerafelde jassen. Al het goed dat hier lag was vies, oud, gehavend en rook muf.

[pagina 47]
[p. 47]

Het enige aardige van de kamer was het kleine raam, want daar doorheen kon je de top van een boom zien, waarin een kraai zat. Maar ook die kraai vloog weg en toen zag je door de kale takken heen alleen nog maar daken en een plat, waarop kapotte bloempotten, scherven en een zwarte geraniumstronk lagen te wachten op regen.

Ter weerszij van de tafel, waarop de kleermaker zat, lag een hoop versteld goed. Telkens als de man een stuk klaar had gooide hij het rechts of links van zich neer, waar het liggen bleef ergens op, maar Josien kon niet duidelijk zien wat, want de standaards of rekjes of tafeltjes, wat het dan mocht wezen, waren geheel bedekt met afgewerkte broeken en vesten. Alleen merkte ze op, dat de ene hoop hoger was dan de andere. De kleermaker haastte zich zo, dat hij vliegensvlug een lap gezet had op een knie en, hup, daar vloog de broek naar omlaag en de man was alweer aan iets anders bezig. Maar dit keer, nu hij zijn broek naar beneden gooide, viel de standaard om. Maar wás het wel een standaard? Opeens lette Josientje scherp op, wat zag ze daar uitsteken onder die berg beige en zwarte broeken? Een bruin pootje met witte vlekjes erop. Nu werd het haar te kras. Ze trok zich niets aan van de grimmige man op de tafel, die trouwens toch zo druk

[pagina 48]
[p. 48]

in de weer was, dat hij niets merkte en pakte het bruine pootje en rukte er aan. En wat kwam toen te voorschijn? Een hertje, een lief hertje met grote, zwarte ogen, waarvan ze direct wist, dat het Bambi heette. Daar had die nare kleermaker dat lieve beestje gebruikt om er zijn afgewerkte goed op te mikken. Nu moest ze gauw gaan kijken, wat er onder de hoogste berg zat aan de andere kant, want dat vertrouwde ze ook niet meer. En warempel, er uit kwam een mooie giraffe, met hoge hals en een leuk, klein, vriendelijk kopje.

‘Ba,’ zei nu Josien, ‘hoe kunt u zoiets doen. U had ze allebei kunnen laten stikken onder dat muffe goed.’

‘Het mocht wat,’ bromde de kleermaker, ‘het zijn toch maar speelgoedbeesten. IJzerdraden en houtwol en een stuk stof eromheen. Bij mij waren ze tenminste van enig nut. Ik gebruikte ze als kapstok. Dat is iets. Speelgoedbeesten, dat is anders toch maar onzin.’

Josientje was sprakeloos van verontwaardiging. Dat was nu een groot mens en die wist nog niet eens, dat speelgoed, als het er eenmaal is, lief en goed en dierbaar kan zijn en vriendschappelijk alsof het leefde. Want eigenlijk leefde het wel, maar je moest ervan houden om het te ontdekken. Die

[pagina 49]
[p. 49]


illustratie

lelijke kleermaker had zeker nog nooit van iets of iemand gehouden!

Josientje pakte de giraffe en Bambi in haar arm en liep naar de deur, maar onderhand bedacht ze, dat het misschien erg moeilijk was van iets of van iemand te houden als je de hele dag met naar, oud goed te maken had, waar geen eer mee was te behalen en nooit eens iets moois mocht maken, al was het een nieuwe broek.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken