Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De feesten van Josien (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van De feesten van Josien
Afbeelding van De feesten van JosienToon afbeelding van titelpagina van De feesten van Josien

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.51 MB)

Scans (13.34 MB)

ebook (5.08 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De feesten van Josien

(1953)–Jeanne van Schaik-Willing–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 57]
[p. 57]

Deel twee
Het groene veertje

[pagina 59]
[p. 59]

Een mislukte visite

Sedert Josien al het moois, waarover in het eerste deel van dit boek verteld werd, had gekregen waren er enkele jaren voorbij gegaan. Het kleine meisje, dat de tocht naar de zolder van haar huis volbracht had, was nu een schoolkind geworden, dat hoopte na de grote vacantie over te gaan naar de derde klas van de Lagere School. Wel had ze alle cadeaux heel zuinig bewaard. Een enkele keer speelde ze nog wel Artis, maar meestal zocht ze één lievelingsbeest voor een bepaalde middag uit. Ze haalde de oude bloempotten voor de dag, strooide de aarde op een hoop en verbeeldde zich, dat het de woestijn was. Ze moest dan een kind voorstellen, dat verdwaald was in die grote woestijn en opeens een klein girafje vond, dat zijn vader en moeder had verloren. Nou, dat kind wou natuurlijk vriendschap sluiten met die kleine eenzame giraffe, maar giraffen zijn schuwe

[pagina 60]
[p. 60]

dieren en zijn bang voor mensen, zodat het heel wat inspanning kostte om het girafje aan zich te wennen.

Een andere keer haalde ze de houtwol uit een kartonnen doos, maakte er een hol in en zette daarin de olifant, die ze dan met een laatste pluk houtwol toedekte. Zij was een man, die voor een dierentuin een olifant moest vangen en het was moeilijk om hem te vinden in het oerwoud, waar hij zich verstopt had en, o, wat er al niet op haar weg kwam! De reten van de planken vloer zaten vol dingen: stokjes en pluizen en kralen, die best slangen en reuzespinnen en padden konden zijn. Josien raakte bang en opgewonden van de jacht op de olifant.

Josien's vader en moeder vonden het niet prettig, dat hun dochtertje nooit eens met andere kinderen speelde en spoorden haar aan om eens vriendjes en vriendinnen mee te brengen, maar de kinderen op school hielden niet van haar soort spelletjes; die vonden knikkeren en stelten lopen en gymnastiek doen leuker en ze lachten Josien om haar spelletjes uit.

Toen besloten haar vader en moeder om een vriendje voor haar uit te zoeken.

Op een dag kwam een mooie mevrouw bij haar moeder op visite, die haar zoon had meegebracht.

[pagina 61]
[p. 61]


illustratie

Die heette Joost. Haar moeder zei: ‘Nu gaan Joost en Josientje gezellig samen op zolder spelen, want, Joost, Josien bezit een echte dierentuin met beesten erin, ga dus maar samen naar boven, ik wil jullie de eerste twee uren niet zien.’

Ze liepen dus de trappen op. Josien vond het wel prettig om deze jongen al haar schatten te tonen. Ze stelde zich voor, hoe hij kijken zou als ze de vogeltjes opwond. Nauwelijks waren ze echter de deuir binnen of Joost stormde naar het zweef rek, sprong erop en begon geweldige kunsten te maken. Hij

[pagina 62]
[p. 62]

hing aan zijn voeten met zijn hoofd naar beneden tot het er helemaal paarsrood uitzag. Dan ging hij voor haar staan en vroeg: ‘Hoe 'n lelijk gezicht kun jij zetten?’ en trok zelf zo'n verschrikkelijk lelijk gezicht, dat Josien er een beetje akelig van werd. ‘Nou, nu wil ik die dierentuin van je wel eens zien,’ zei Joost, haalde Jumbo bij zijn staart uit zijn hok en gooide hem hoog in de lucht. ‘Niet doen!’ gilde Josien en probeerde de olifant te redden, maar Joost was een sterke, wilde jongen en ze kon niet tegen hem op. Daarna draaide hij het sleuteltje van een der vogels stuk en begon de buik van de groene parkiet open te peuteren om te zien, waar de muziek uit kwam.

Snikkend liep Josien naar beneden, eerst naar haar moeder. ‘Zo'n wildebras toch,’ lachte haar moeder. Daarna sloot Josien zich in haar slaapkamer op en wilde niet meer voor de dag komen. Pas toen Joost met zijn moeder weg was, waagde zij het naar de zolder te gaan. Het was droevig om te zien, wat daar allemaal gebeurd was. Er bleek nog een tweede vogel kapot, de zeehond had een bluts in zijn buik, het dekje van Jumbo was gescheurd en de vissen lagen op het droge. Een was er zelfs vertrapt. Nee, Josien nam zich voor, nadat ze alles zo goed en zo kwaad als het ging weer in orde had gebracht, nooit

[pagina 63]
[p. 63]

weer kinderen mee naar de zolder te nemen. Met het aapje had ze het trouwens druk genoeg. Ze had haar moeder beloofd dat zij helemaal alleen voor het diertje zou zorgen. Voor ze 's morgens naar school ging had ze haar aap al netjes geborsteld en gecontroleerd of zijn broekje wel schoon was. Voor ze haar tanden ging poetsen legde ze zijn dekens te luchten en zodra ze was aangekleed dekte ze de poppenwieg, waarin hij sliep, keurig netjes. Ze maakte het bord met eten voor Jojo klaar, apenoten en een appel en een grote winterwortel en ze leerde hem drinken als een echt kind uit een kroes. Och, Josien had geen vervelende kinderen nodig om haar speelgoed te laten kapot maken.

Maar op de avond, dat de visite van Joost zo vervelend verlopen was, kwam haar vader nog wat bij haar bed zitten. Ze vertelde hem, wat voor narigheid ze allemaal had beleefd. Toen heeft haar vader heel lief met haar gepraat en gezegd, dat hij het toch zo prettig zou vinden als ze niet zo eenzelvig was. Of ze niet haar best wilde doen om vrienden te zoeken. ‘Weet je,’ zei haar vader, ‘je mag zelf helemaal uitkiezen, wie je aardig vindt, vader en moeder zullen zich daar niet meer mee bemoeien. Het wordt nu gauw Kerstmis, dat is een feest, dat mensen leert om van elkaar te houden en ik zou het nu zo'n prachtig

[pagina 64]
[p. 64]

kerstgeschenkje vinden, als ons dochtertje nu ook van mensen leerde houden en niet alleen van speelgoedbeesten en van Jojo. Neem het maar van je oude vader aan, dat het niet goed is om nooit met anderen om te gaan, vooral niet voor een meisje, dat nog geen zusje of broertje heeft, wat we allemaal zo jammer vinden, is het niet?’

Omdat Josien veel van haar vader hield beloofde ze hem haar best te zullen doen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken