dieren en zijn bang voor mensen, zodat het heel wat inspanning kostte om het girafje aan zich te wennen.
Een andere keer haalde ze de houtwol uit een kartonnen doos, maakte er een hol in en zette daarin de olifant, die ze dan met een laatste pluk houtwol toedekte. Zij was een man, die voor een dierentuin een olifant moest vangen en het was moeilijk om hem te vinden in het oerwoud, waar hij zich verstopt had en, o, wat er al niet op haar weg kwam! De reten van de planken vloer zaten vol dingen: stokjes en pluizen en kralen, die best slangen en reuzespinnen en padden konden zijn. Josien raakte bang en opgewonden van de jacht op de olifant.
Josien's vader en moeder vonden het niet prettig, dat hun dochtertje nooit eens met andere kinderen speelde en spoorden haar aan om eens vriendjes en vriendinnen mee te brengen, maar de kinderen op school hielden niet van haar soort spelletjes; die vonden knikkeren en stelten lopen en gymnastiek doen leuker en ze lachten Josien om haar spelletjes uit.
Toen besloten haar vader en moeder om een vriendje voor haar uit te zoeken.
Op een dag kwam een mooie mevrouw bij haar moeder op visite, die haar zoon had meegebracht.