Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uitstel van executie (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uitstel van executie
Afbeelding van Uitstel van executieToon afbeelding van titelpagina van Uitstel van executie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

Scans (10.83 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uitstel van executie

(1932)–Jeanne van Schaik-Willing–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 124]
[p. 124]

Zevende hoofdstuk

De volgende morgen zette dof en moe in. De betoovering van den nacht was geweken. De kamer had zijn gewone aanzien herwonnen. Tegen zijn gewoonte in was hij iets te vroeg aan het ontbijt; de kellner was nog bezig met de serre, waar hij at. Daarom begon hij den dag met een kleine morgenwandeling.

Als een moordenaar, die de plaats van zijn misdaad bezoeken moet, of hij wil of niet, werd hij onweerstaanbaar getrokken naar het bruggetje, waar dezen nacht de stille vrouw had gestaan. Hij bleef leunen over de balustrade en keek in de verte naar het silhouet van de stad met zijn hoogen Gothischen toren, de fabriekspijpen die walmden. Daarna slenterde hij naar het priëel en ging moe en korzelig zitten op het bankje, waar Hester had zitten huilen. Misschien was hij wel te vroeg aan het ontbijt verschenen, wat hem, als man van de klok, nog nooit was overkomen, om deze bedevaart naar de plaatsen van haar nachtelijk dwalen te volbrengen.

Toen hij een poosje later de serre binnentrad was de scène anders dan gewoonlijk. De kindertjes hadden hun kaputsmanteltjes reeds aan en geen pantoffeltjes maar schoentjes.

En dit maal voor het eerst ontbeet hun moeder samen met hen.

Ze droeg haar manchester jasje en zag zeer bleek, met blauwe kringen onder de oogen. De kindertjes

[pagina 125]
[p. 125]

aten zwijgend en gedrukt. Ook de moeder zweeg. Zij at niet, enkel dronk zij een paar koppen thee. Het was een sombere en bovenal haastige maaltijd. De kinderen hadden zich niet de moeite getroost om den Bijbel en de Pandecten te halen. Ditmaal stonden zij aan tafel te eten. Toen het laatste partje op was, duwde het meisje haar bordje weg en vroeg:

‘Gaan we nu naar vader?’

De moeder knikte, nam de kinderen elk bij een hand om met ze de deur uit te gaan, dan bedacht zij zich.

‘Ga alvast naar den tuin, jongens,’ zei ze en gaf ze een zacht duwtje. ‘Hester komt zoo.’

Het meisje wilde tegenstribbelen en nog iets vragen, maar het broertje trok zakelijk en überlegen zijn zusje mee naar buiten.

Even aarzelde Hester met afgewend hoofd. Van Ruttenvelde en zij hoorden elkaars adem. Dan vermande zij zich. Ze duwde met haar knie den stoel, waarop ze bij het nadenken had geleund, onder de tafel en draaide zich met een ruk om. Nu hij zat terwijl zij stond, kwam haar gezicht op de hoogte van het zijne.

‘Kunt U me ook wat geld leenen?’ vroeg ze en nu hij haar witte gezicht vlak tegenover het zijne had, schrok hij hoe oud de blik harer oogen was.

‘Hoeveel?’ vroeg hij.

‘Veel, erg veel,’ antwoordde zij, ‘vijf honderd gulden.’

[pagina 126]
[p. 126]

Ditmaal bloosde zij niet. Ze keek hem strak aan met een rimpel boven den neuswortel. Ze was niet verlegen, niet aarzelend, niet onderworpen. Het ging om een ernstige zaak. Om haar liefde, misschien wel haar leven.

‘Gaat U even mee naar boven,’ antwoordde hij krachteloos.

Den weg langs de gelagzaal, het gangetje waar 't altijd rook naar buiten W.C.'s, de trap, de bovengang, was 't hem als liep hij op wolken, die wegdeinden onder zijn voeten.

Toen hij haar al genood had vóór te gaan, schrok hij pas.

Om in zijn zitkamer te komen moest je zijn slaapkamer passeeren. Die was op dat uur nog niet aan kant. Zijn dekens lagen nog afgegleden van 't bed zooals hij dat had verlaten. In zijn kussen was de deuk van zijn hoofd te zien. Hij bleef even staan. Maar met denzelfden ernst, die haar zooeven het aarzelen had benomen, dreef ze hem nu over deze barrière van zijn conventionaliteit heen. Hij hervond zich met haar aan gene zijde van zulke oppervlakkige overwegingen.

Terwijl hij zijn lade openmaakte en zijn geldkistje te voorschijn haalde, flitste de gedachte door hem heen of ze hem dezen nacht soms toch op zijn balcon had zien staan.

‘Vijfhonderd?’ herhaalde hij. ‘Hier, mag ik U dit zoo maar geven?’

‘Leenen,’ prevelde zij, thans met gebogen hoofd.

[pagina 127]
[p. 127]

Hij antwoordde niet. Ze moest gevoeld hebben welk een beteekenis het voor hem had afstand te doen van dit geld. Ze had hem toen ze, vermomd als kind, zijn mandarijnepartjes snoepte, misschien beter doorzien, dan hij zichzelf. Ze stond met het bankpapier in haar hand, als in gedachten verzonken, nog altijd met dien ernstigen, gespannen blik op haar gezicht.

Dan hief zij zich op haar teenen, boog met haar vrije hand zijn hoofd naar zich toe en kuste hem.

Vreemd, deze kus zeide hem heel iets anders dan men van een kus, gegeven op dit moment, naast de slaapkamer van een vreemden man, kon verwachten.

‘Ik dank je en vergeef me,’ zei ze met dien kus. Ik houd om te sterven zooveel van mijn man. Met dit geld moet ik mijn man terugkoopen. - Maar jij, arme jongen, probeer flink te zijn. Heusch, ook het leed laat zich overwinnen. Geloof me, geloof mij, die veel leed heeft gekend. En vergeef me. Vooral vergeef me....’

Dan vluchtte ze met dien luchtigen huppelgang harer smalle voeten, dien hij van haar kende, de trappen af en even later zag hij haar, tusschen de kinderen, den weg opgaan naar de stad.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken