Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Christelijke religie (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van Christelijke religie
Afbeelding van Christelijke religieToon afbeelding van titelpagina van Christelijke religie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Christelijke religie

(1949)–K. Schilder–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Artikel 18
De incarnatione Filii Dei.

In dit artikel vindt een ontmoeting plaats met vele ketterijen. Wat hier reeds gezegd wordt over de vereniging van de beide naturen van Christus wordt in art. 19 nader besproken.

Wat betekent incarnatie? Dit woord wordt gebruikt in verschillende zin:

a.oneingelijk: Van een zeer driftig mens wordt wel gezegd, dat hij de incarnatie van de drift is.
b.letterlijk (zoals hier het geval is): het komen in de caro, sarx. Christus is, terwijl Hij reeds was, gekomen in het vlees. Zowel komen als in zijn werkelijk; Hij bleef, wat Hij was, en Hij werd, wat Hij niet was.

Wat nam Christus aan, een menselijke persoon of een menselijke natuur? Prof. Vollenhoven heeft indertijd beroering verwekt, door in een noot onder een van zijn publicaties te schrijven, dat de Logos zich verbond met een menselijke persoon. Dit was een slip of the pen. Er was geen menselijk persoon Jezus van Nazareth, waarmee de Logos Zich verbond. Maar de mens Jezus van Nazareth heeft wel bestaan, doordat de Logos Zich verbond met de menselijke natuur. Hij nam onze menselijke natuur aan, en niet een persoon, Wat is hier sarx of caro? De betekenis van sarx, vlees en natuur, in de Bijbel is:

a.zondig vlees, zondige natuur; maar ook
b.vlees en natuur, afgedacht van zonde;

de laatste betekenis is hier bedoeld.

In verband hiermee is de vraag te stellen: Was de incarnatie voor Christus vernedering? Hierover is gepolemiseerd tussen Kuyper en Helenius de Cock. Kuyper poneerde, dat de menswording op zichzelf al vernedering was voor Christus.

Hiertegenover stelde de Cock, dat de incarnatie op zichzelf nog geen vernedering was; want zou dit wel het geval zijn geweest, dan zou Christus met Zijn thans verheerlijkt menselijke lichaam ook vandaag nog vernederd zijn. Dit laatste is juist. Er is verschil tussen het factum en de modus quo van de vleeswording! Als een vorst incognito reist, dan is dat voorzeker geen vernedering, omdat hij immers ook in zijn colbertje de rechten op de troon behoudt. Maar een rafelcolbertje zou voor dien vorst wel een vernedering zijn! Zo ook bij Christus: Dat Hij in het vlees komt, is geen ver-

[pagina 26]
[p. 26]

nedering, want Hij blijft de tweede Persoon, de Logos; maar dat de menselijke natuur, die Hij aanneemt, zo gerafeld en verscheurd en verzwakt is door de gevolgen der zonde, dàt is voor Hem wel vernedering. Hij nam de menselijke natuur niet aan in haar gave, maar in haar niet-gave gestalte. Niet dat Hij mens werd, maar dat Hij zò mens werd, waś de vernedering! Voor de uitdrukking ....per os sanctorum Prophetarum factum...., cf. Hebr. 1:1: polumeroos kai polutropoos.

Het constituto tempore: op den tijd, door Hem bepaald, snijdt het pantheïsme af. Het pantheïsme is ook pan-christisme: in alles is God en ook is in alles de Verlosser. Zo heeft ook het pantheïsme een verlossingsleer. Want volgens deze leer reinigt de natuur zichzelf voortdurend (iedere geboorte is een reinigingsproces!) en verlost zo zichzelf door de Alzuivering, die permanent verder gaat; er is een voortdurende zuiverende beweging van het al. Dit wordt weerlegd door het constituto tempore van art. 18 en ook door het verbum mittere: Op den vastgestelden tijd voert God Zijn Raadsbesluit uit door een persoonlijke daad: zenden.

Dit illustreert, hoe belangrijk het is, dat de Confessie geldend is voor heel het leven, ook het wetenschappelijke!

Daarom is te verwerpen het standpunt van prof. Dooyeweerd: De Belijdenis is alleen in de Kerk, niet in de collegezaal en in het dagelijkse werk bindend.

Nu bedoelen we niet te zeggen, dat bv. een geitenfokvereniging moet staan op de grondslag van de Drie Formulieren, maar wel moeten ook daar bindend zijn de normen, voor dàt werk gegeven. Nooit mag men zeggen: We hebben voor den Zondag een Belijdenis, die je in de week kunt weerspreken. Want dan komt er separatie tussen Kerk en Koninkrijk Gods. Als hetgene, dat in de Confessie staat, waar is, dan is het waar voor alles en voor alle omstandigheden en voor alle dagen des levens!

De incarnatie was het werk van den gehelen drie-enigen God.

De drie Personen werkten daarin met elkander mee, hoewel onderscheiden: De Vader zond, de Zoon liet Zich zenden, en de Heilige Geest greep daarop in, door Zich bij de menswording zo te doen gelden, dat de maagd Maria een waarachtig kind baart; d.i. de maagdelijke geboorte. Maagd wordt in het Hebreeuws weergegeven door: illustratie (cf. Jes. 7:14). Dit kan betekenen: a. jonge vrouw; b. jonge vrouw, die nog niet met een man heeft samengeleefd: maagd. Sommige critici nu willen het zo opvatten, dat Maria een jonge vrouw was in de zin van a. Maar de bedoeling is daarentegen, dat Maria een jonge vrouw was volgens de aanduiding van b.: maagd. Hierover is ook strijd geweest in Amerika, waar met name prof. Machen, collega van prof. van Til, de maagdelijke geboorte met kracht verdedigde.

Karl Barth houdt de term maagdelijke geboorte vast, doch hecht er een nieuwe betekenis aan. Volgens hem wordt door de term aangegeven een Zeichen een een Zeugnis; een teken wijst hier naar een (belangrijker) betekende zaak en wel zo, dat dit wonder zegt, dat het creatuur niets te zeggen heeft. Dit is natuurlijk wel waar en ook van belang, maar men mag een feit niet in een voorstelling laten opgaan. De maagdelijke geboorte is een zeer speciale werkelijkheid!

In verband met Christus' herscheppingsarbeid is wel de vraag gesteld: Waarom schiep God geen nieuwen mens? Dit hangt hiermee samen, dat de tweede Adam in de wereld komt, omdat Hij er een bepaalde missie heeft te vervullen, nl. het brengen van verlossing, het dragen van de schuld, die de eerste Adam heeft gemaakt. Alleen wanneer Hij kind is van den eersten Adam, en zo met hem verbonden is, kan Hij dat doen.

Isaäc de la Peyrère e.a. hebben beweerd, dat er prae-adamieten en co-adamieten waren: stamvader vóór en naast Adam. Waren die er, dan zouden zij (en

[pagina 27]
[p. 27]

hun geslacht) niet in het werk van Christus kunnen delen. Hierachter ligt de kwestie van de erfzonde (art. 14 en 15). Christus kan verlossen, omdat Hij en wij één natuur hebben. Was Hij niet een wezenlijk mens, geboren langs den normalen weg, dan kon Hij onmogelijk met Zijn verdiensten de Adamskinderen verlossen. Er moest één rechtskader, één rechtsverbond zijn. Het ontvangen zijn van den Heiligen Geest houdt in, dat Christus mens is, zonder zonde, maar ook echt mens. Hij is de tweede Adam, ontvangen van den Geest, zonder zonde, maar ook de tweede Adam, geboren uit de maagd Maria, een echt mens.

Dit wordt bestreden door de Wederdopers, die beweren, dat Christus Zijn lichaam aannam uit dat van de maagd Maria, zó, dat Hij er door heen ging als door een trechter. Immers, vloeistoffen, die door een trechter lopen, blijven onvermengd met de stof, waaruit de trechter bestaat. Zo nu zou ook Christus geen ware familie van Maria zijn. De Schrift leert evenwel duidelijk, dat wel niet Jozef Christus' eigenlijke vader was, doch wel Maria Zijn eigenlijke moeder.

Barth laat eigenlijk de feitelijkheid van de maagdelijke geboorte in het midden: hij ontkent die niet en handhaaft haar niet. Maar juist dit is funest, want nu wordt gedaan, alsof het feit van geen belang is.

Aan het eind van dit artikel vinden we nog een opsomming van teksten. Deze teksten worden met nadruk genoemd, omdat de Anabaptisten dit alles hadden ontkracht. Zij hadden veel bedorven door hun mystiekerij, waarbij ze de natuur tegenover de genade plaatsten. Als men zegt: Wat hier beneden is, dat ia Altijd slecht en verdorven, dan kan men niet handhaven, dat God toch mens is geworden zonder de Goddelijkheid te verliezen. Goed en kwaad, zo zeggen de Anabaptisten, zijn niet te accumuleren, omdat ze niet te verbinden zijn. Als de sarx slecht is, kun je niet zeggen: Gods Zoon bleef God en werd bovendien mens. Dat is dan ook de reden, waarom ze ontkenden, dat Christus, de Logos, het menselijk vlees uit de moeder aannam. Ze maakten verschil tussen het vlees aannemen uit de maagd Maria en het vlees aanemen uit de moeder Maria. Want volgens hen is Christus wel geboren als mens, maar Hij had Maria niet wezenlijk tot moeder. Want Hij ging door haar heen als door een kanaal, en is dus eigenlijk even door Maria heen naar de aarde gegaan; maar toch bleef Hij ver van haar verwijderd, er was geen consanguinitas; Hij was een schijnzoon van Maria. De Schrift leert ons evenwel nadrukkelijk, dat Jezus geworden is ex matre sua. Zo nu is er veel strijd over de leer der maagdelijke geboorte, maar ook over die der moederlijke geboorte. Guido de Brès gaat hier ook regelmatig op in.

Jozef hangt er gewoonlijk maar zo'n beetje bij. Men zegt wel: Hij was een oud man, te oud om kinderen te verwekken (Rome).

Ook beweert men, dat Christus geen broers heeft gehad. Dit alles is pure dwaasheid! Ook deze redeneringen komen weer voort uit de opvatting, dat het natuurlijke minder is dan het geestelijke. Vandaar, dat het niet meer dan een kwestie van zelfhandhaving is, wanneer Rome zegt: Maria (de Hemelkoningin!) had geen andere kinderen.

Zo gingen de Anabaptisten de Reformatoren te lijf. Toen Calvijn zei: We moeten met heel die Roomse dwaling breken; Maria was niet aan de natuur onttrokken, maar zij was een gewoon mens, toen zeiden de Anabaptisten: Dat wordt ons te gek, wij houden aan het oude vast. Zo bleven ze de oude dwaling huldigen, dat er een contrast bestaat tussen geest en natuur. De Gerformeerden handhaven: De Heilige Geest heeft Christus verwekt, maar ex Maria, en niet per Mariam; wel dèmiourgikoos maar niet spermatikoos! De Anabaptisten houden echter vol, dat God in Maria Hemels saad uitstortte.

[pagina 28]
[p. 28]

De Remonstranten beweren, datChristus het zaad der vrouw is, maar activo en niet passivē. Wel is Hij door haar heen gegaan, en diet Hij Zich voor als haar Zoon.

De Gereformeerden daarentegen leren, dat Hij ook passivē de zoon van Maria was; de weefsels van Zijn lichaam zijn inderdaad ontstaan uit het lichaam van Maria.

Christus wordt de eerstgeboren zoon genoemd: proototokos. Dit is nog geen stringent bewijs, dat Hij broers had; het maakt het echter wel waarschijnlijk. In ieder geval zegt het niet, dat Maria geen lust meer had tot het verwekken van meer kinderen. Dat Hij de eerstgeboren zoon is, brengt met zich mee, dat Maria wordt geplaatst in de rij van de gewone kinderenbarende vrouwen, en Jezus Christus in de rij van de gewone mensen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken