Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Here zegen deze spijze (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Here zegen deze spijze
Afbeelding van Here zegen deze spijzeToon afbeelding van titelpagina van Here zegen deze spijze

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.45 MB)

Scans (18.22 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Here zegen deze spijze

(1967)–Max Schreuder–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 85]
[p. 85]

Communicatie met de heer Priesniets

We bevinden ons in de huiskamer van de heer Priesniets, beul van beroep. Een interviewer van een niet nader aangeduid bureau zit tegenover de heer P. aan een tafel. Op tafel staan twee kopjes. Het vertrek is luxueus ingericht, al naar gelang de mode van het jaar. Na een inleiding van strikt informatieve vragen gaat de interviewer over op de zogenaamde ‘losse-vraag-techniek’.
I.

U vindt het toch niet vervelend worden?

P.

Ach nee. Als het voor een goed doel is...

I.

Dat kan ik u verzekeren. Meneer Priesniets, zoudt u een betere straf weten dan de Dood Door Ophanging?

P.

Hoe bedoelt u dat?

I.

Stel dat de terdoodveroordeelde tewerkgesteld wordt in een kamp en daar nuttig werk verricht?

P.

Lijkt me een afschuwelijke straf.

I.

Waarom?

P.

De mensen hebben graag dat er meteen een eind aan wordt gemaakt.

I.

Maar ze zijn niet nuttig meer als ze in een graf liggen.

P.

Wat voor werk zouden ze moeten doen?

I.

Begrijpt u mij goed: ík wil ze niets laten doen. Ik stel hier slechts vragen.

P.

O ja. Nou, ik vind het een raar idee. Ze moeten meteen dood.

I.

Waarom?

P.

Waarom? Dat is duidelijk! Ze zijn een gevaar voor de maatschappij. Ze moeten worden uitgeroeid.

I.

Als alle misdadigers moesten worden uitgeroeid bleven

[pagina 86]
[p. 86]

er niet veel mensen meer over.

P.

(dreigend) Wat bedoelt u daarmee?

I.

Ik spreek alleen de mening van anderen uit. Een van die meningen is deze: Wanneer er een vak is dat maar door weinig mensen verricht kan worden, omdat men er weerzin tegen heeft, dan moet dat door misdadigers worden uitgeoefend...

P.

U wilt toch niet beweren dat ik het werk van een misdadiger doe? Of nee, dat verdomme mijn werk alleen maar goed is voor misdadigers?

I.

(kalmerend) Vroeger gebruikten ze misdadigers als galeislaven. Tegenwoordig hebben ze werkplaatsen, tuchtscholen...

P.

Ja, kom nou! Dacht u dat ik dat niet wist!

I.

O. Pardon. Heeft u weleens contact met vrouwen?

P.

Nee.

I.

Waarom niet?

P.

Dat weet ik niet.

I.

Bent u bang voor vrouwen?

P.

Ik? Nee. Waarom zou ik?

I.

U heeft... eh... wat zij misschien noemen... eh... een akelig beroep.

P.

Ja. Luister eens even. Hoort dat er echt allemaal bij!

I.

Dit is onder andere een psychologisch onderzoek.

P.

Ik begrijp niet waarom dat allemaal nodig is, ik...

I.

Meneer Priesniets. Wij kregen niet voor niets toestemming van het departement...

P.

Goed, goed. Vraag maar op.

I.

Heeft u weleens een vrouw gehangen?

P.

Nee.

I.

(vlug en sissend) Maar u zou toch weleens een vrouw willen hebben, niet?

P.

Waarom?

[pagina 87]
[p. 87]
I.

U bent misschien alleen. Verstoken van persoonlijk contact, zoals u me al heeft verteld. U zult toch weleens vrijuit met iemand willen praten en ...nu ja, u bent erg alleen...

P.

(somber voor zich uit starend) Ja. Misschien is dat wel zo. Eens had ik een vrouw die deed alsof ze het niet erg vond. Maar ze kon soms op een bepaalde manier zo gemeen lachen dat ik mezelf vies ging vinden. Ik ging haar haten!

I.

Ja... en?

P.

Verder niks.

I.

Veracht u uw werk niet een beetje, meneer Priesniets?

P.

Wat zijn dat voor insinuaties!

I.

Best mogelijk dat u geen plezier heeft in uw werk.

P.

Waarom? Wat gebeurt er: Een man stapt het trapje op. Ik tref voorbereidingen. Precies op tijd knakt z'n nek. Klaar is Kees. Vijftig pond verdiend.

I.

En zonder vuile handen te krijgen.

P.

Juist. Zonder vuile handen.

I.

Tja. U ziet die dingen natuurlijk zakelijk. De een z'n brood...

P.

Is de ander z'n lus! Ha! Ha! Nog een kop koffie?

I.

Nee dank u. Ik ben zo klaar. Meneer Priesniets, u heeft dus nooit met een vrouw geslapen?

P.

Ik? Met een vrouw? Nee.

I.

Met een man dan wel?

P.

Ja. Weleens.

I.

Is dat u goed bevallen?

P.

Mij? Nee. Hem wel.

I.

Welke zeep gebruikt u dagelijks?

P.

Barlton.

I.

(geestdriftig opspringend) Barlton zegt u? Fantastisch, meneer Priesniets! Barlton voor mannen onder elkaar!

[pagina 88]
[p. 88]

Dit was een geweldig interview. (Hij haalt een stuk zeep uit zijn tas) Mag ik u dit dan overhandigen namens de belanghebbende maatschappij? (geeft de beul een hand) Tot ziens, meneer Priesniets!... of nee... ik bedoel: Dank u voor dit gesprek!

De beul Priesniets blijft verslagen aan het stuk zeep snuffelen, terwijl de interviewer met de hand aan de strot de kamer verlaat.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken