Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De ballade van het huis en de zeven kleine matrozen (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van De ballade van het huis en de zeven kleine matrozen
Afbeelding van De ballade van het huis en de zeven kleine matrozenToon afbeelding van titelpagina van De ballade van het huis en de zeven kleine matrozen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.41 MB)

Scans (0.80 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

ballade(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De ballade van het huis en de zeven kleine matrozen

(1953)–Jacques Schreurs–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 20]
[p. 20]

II

 
Maar het huis dat ik zag is niet het huis
 
Dat ik altijd zie als ik die en die naam hoor noemen
 
Of een klok in de mist hoor luiden:
 
Binnen de ommuurde tuin
 
Vol bloemen en geneeskrachtige kruiden
 
Met, daarboven de bomen, het azuren landschap
 
Der luchten met vluchten vogelen
 
Afwaarts glijdend naar de rivier,
 
Staat, als op een oud lumineus schilderij
 
Van een dier vermaarde Maaslandse meesters,
 
Met de windmolen windverloren vlakbij
 
En in de verte de romp van een toren:
 
Zomerlijk,
 
Aartsvaderlijk,
 
Het andere huis.
 
 
[pagina 21]
[p. 21]
 
Bakermat van herinneringen!
 
Beelden verspringen, visioenen verdringen zich
 
Als ik in de geest dat huis aanschouw...
 
Een man en een vrouw,
 
Oud geworden al, maken hand in hand
 
Een reis om de bouw;
 
En tussen hen in is niets dan een avond
 
(En de avond die nog vuur inhoudt)
 
Lichtend en grijs;
 
En ik zie brouwers en burgemeesters,
 
Parmantig en wijs,
 
En meteen in mijn binnenste bloed gewekt
 
Is zin voor aloud vertier
 
Van mannen met machtige buiken
 
En keldergekoelde stenen kruiken
 
Vol krachtig, zuur-zoet eigengebrouwen bier.
 
 
[pagina 22]
[p. 22]
 
En anders weer schouw ik:
 
Met zwaarwichtige tred de poort verlatend
 
De tros der manhaftige mannen,
 
- Door mijn verbeelding met hertetakken gekroond
 
En van top tot teen in berenhuiden gewikkeld -
 
Bij het toeten der geluidvolle horens
 
En het voorwerelds gebas
 
Der dood en verderf snuivende brakken,
 
Het alarmverwekkende schietgetuig
 
Blinkend over de schouder,
 
Ernstig als oude heidenen afzakken naar de vlakte
 
Ter slachting;
 
En 's avonds onder de lamp: de buit
 
Van lijf naast lijf gestrekte
 
Pelsdragende zachte dieren
 
Met bloed in hun snorren...
 
En tussen het wijdbeens gewaag en gedruis
 
Der naar nevel en bossen geurende
 
Vervloekte schutters
 
Zit, ontroostbaar bedroefd,
 
Een kind
 
Verzonken in een walgelijk visioen
 
En als lijfelijk betrokken
 
Bij de moord op de Onnozele Kinderen.
 
 
[pagina 23]
[p. 23]
 
Dan, als uit de zilvergroene achtergrond
 
Van een oud gobelin,
 
Treden tevoorschijn: de vrouwen, de matronen:
 
De moeders van veel dochters en zonen -
 
Heel de schilderachtige stoet van solemnele,
 
Of als duiven trippelende,
 
Of als kwartels kwartelende
 
Tantes
 
Met, als het hart van de kring
 
Die zich hoffelijk om haar sluit,
 
Bijna pontificaal
 
De priesterlijke trekpot ‘Het zilveren zeepaard’
 
Tussen de porceleinen schelpen
 
Op sneeuwschuim van kant, behérend:
 
De mauve, de grijs in grijze,
 
In alle dingen van dood en leven wijze
 
‘Hare aanbiddelijke hoogheid’ de oudmoeder:
 
Volmaakt tevreden,
 
Verdronken maan van mijn Verleden.
 
 
[pagina 24]
[p. 24]
 
Voorts in een voorgeborchte van koper en tin
 
Waar, in het tropisch klimaat der vuren,
 
De gezoden worsten,
 
De in rozijnen en wijnsaus gesudderde
 
Kalfslevers gedijen
 
En de gebraden hoenders en kalkoenen
 
Onvermoeibaar,
 
Aromatiek en voortreffelijk
 
In een warreling van Verwachtingen en voorspellingen,
 
In en uitvliegen:
 
De magische, naar adem hijgende,
 
Liturgisch vingerlikkende getrouwen:
 
Twee uit één stuk gehouwen
 
Rozenhoutkleurige
 
Een beetje tè bont gepolychromeerde vrouwen,
 
Brigitta en Rebecca.
 
 
[pagina 25]
[p. 25]
 
Ook waar de rook en de vlammen
 
Uit de gebarsten potstoof huilend opsloegen naar de pannen -
 
In de vleermuisachtig verlichte heksenwinkel
 
Van bezemstelen, drakenkoppen,
 
Schuiftrompetten en klompen -
 
Altijd met bezoedelde of groenachtig uitgeslagen tronies,
 
De op de kaart verslingerde schoppenboeren
 
Van het bier,
 
De automatisch speekselende gezellen,
 
Die de pijp alleen maar uit de mond namen
 
Om een moord te begaan
 
En waarvan een kind kon dromen
 
Dat zij 's nachts rondliepen om te wurgen
 
En de kinderen die in hun handen vielen
 
Te villen als bezemstelen:
 
Jakhalzen derhalve,
 
Die, als ze in de kerstnacht naar de nachtmis togen,
 
Een kerstlied aanhieven tegen de vinnige kou,
 
Terwijl ze zwaar op de notenbalken trapten
 
Die anderen hen reeds hadden voorgetrokken
 
In de sneeuw:
 
Marcus, Jozefus, Fidelis en Anselmus -
 
Overigens allemaal ìn-christelijke namen!
 
 
[pagina 26]
[p. 26]
 
En er waren nachten rond dat huis
 
Van zulk een cosmische stilte duister geladen
 
Dat de waakhond onder de poort
 
In zijn instincten gestoord, verzuimde
 
De nachtloper te rapporteren -
 
Een soort kruising tussen vogel en roofdier
 
In vreemde, lange wapperende kleren -
 
Die iedere nacht op hetzelfde uur
 
Met de haast van een struisvogel
 
Kwam aansloffen naar de schuur;
 
En het was dàn dat de huisheer
 
Zich oprichtte in zijn bed en zei
 
Dat het zó en zó laat was tegen zijn vrouw,
 
Voor wie de nacht pas groot werd als zij
 
De poort van hun schuur had horen knarsen in haar scharnieren
 
En zij wist dat,
 
Hoe angstwekkend ook op zichzelf,
 
Het laatste huisdier geborgen was.
 
 
[pagina 27]
[p. 27]
 
Alle lotsbeschikkingen zijn van Boven,
 
Zegt men,
 
En van tevoren puntelijk geregeld
 
Als bij testament
 
Door water, vuur of vijandelijk element...
 
En dan nog fronsen de mannen hun brauwen,
 
Raken de ogen der deelnemende vrouwen
 
Niet moe geschreid
 
En hangt Wildschut, de waakhond,
 
Op een morgen zielig verhangen
 
Aan de arm van de gierpomp
 
Boven de waterput.
 
 
[pagina 28]
[p. 28]
 
Maar zegt ons, zegt ons, welk nut
 
Er is in het lijden van onschuldige dieren?
 
Klinkt het bezwerend aldoor
 
Uit de kring der jammerende vrouwen;
 
Mannen, stom als karbouwen,
 
Zes in getal
 
Trokken aan dikke touwen
 
Het laatste paard
 
Aan zijn witte achtervoet
 
Dood uit de stal -
 
En rondom stond het verval
 
En de zomerse hemel vol gloed
 
Boven de dampende landouwen.
 
 
[pagina 29]
[p. 29]
 
Leeg en wijd in herfstige misten verdronken
 
Ligt het land aan de weemoed gewijd
 
Van het voorbije,
 
En terwijl alle dagen de winden schreien,
 
De regens vlagen
 
Rond het nog altijd statige huis,
 
Volgt het hart tweemaal
 
Het verbijsterend schokken
 
Van de zwarte wagen,
 
Door zware klokken
 
En zwarte paarden stapvoets getrokken
 
Uit het zwarte groen van de Tijd.
 
 
[pagina 30]
[p. 30]
 
En dit was het einde van dat huis
 
En het begin van het ander
 
En onder ander beheer;
 
Maar langzaam,
 
Kleiner,
 
Klein;
 
Met een windvaan op de schoorsteen:
 
Een krullenspel van ijzer
 
En een symbool;
 
Want de trots was niet wijzer geworden
 
Noch de droom kleiner;
 
Het bloed bleef bloed,
 
De boom, boom.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken