Memoryboeck van de vrouwens. Het notitieboek van een Friese vroedvrouw 1693-1745

[1700]

Dit voorleden jaar 100 en neegen vrouwens.

Hyr begint het jar van 1700.

(459)

den 8 [januari]bij Wabe Ietzk Jackop soldaet sijn wiff. Een dochter. Is sij an den achten dag gestorven. Men mende datt het har de mor dede grotte pin int lif.

0 -

(478)

1700 den 22 feber[wary] bij Pitter Muys sijn wiff Jancke. Een son, na dat 7 jar gewacht had.

2-[...]

(484)

1700 den 12 mert bij Doytse brauwer sijn wiff Jankce, nae dat all 2 dagen een meyster bij gewest waer met een meyster Van den Berg. Enn waer dat gen ontschluytinge. Most opgeschroft en noch met grotte muyte dor een ander meyst[er] verlost worden met instrumenten. Het kynt dot. Mar nit geschonden als sij plas vant hoft.

4 -

(485)

1700 den 12 mer[t] bij Jackop Filltie sijn wif scholaper. Mar qwam met sijn ruge tot de gebortte. En gen ontschluytinge. Most har stoffen datter ontschluytinge qwam. Kerde het don, qwam dubelt met het ersken ter werlet. War bijnae doedt, doch bequam wer.

1-10

[p. 100]

(486)

1700 den 13 ben ick op de Zingel bij Jackop Evertz verver en garentwinder sijn wiff Gebke [gehaald]. Mar qwam met het aremken tot de gebortte. Most het keren. Qwam met de streng voruyt mar geluckte - Goed lof - hast. Mar war het kynt langer alls een uhr doedt. Doch beqwam wer. Een son.

3-3

(492)

1700 den 2 Pasdag bij Gerit vorman sijn wif Ullck. Durde lange. Ginck met schlupende waetter. Doch qwam eyndelick noch ten besten. Een doch[ter].

2-10

(500)

1700 den 14 mey bij Pitter sersier sijn wiff Geritie. Har een dochter gehallt. Seer swar. Satt 4 uren met het hoft uyt de gebortte.

3 -

(521)

1700 den 18 dito ben ick op Resmageest gehalt bij een arbeyder sijn wif. Haede all twe dagen in arbeit gesetten. Mar war well. Holp har terstondt.

1-8

(525)

1700 den 30 jully bij Lywe Dauwes treckschiper sijn wiff Tetie. Een son. Mar ginck beswarlick to. Haede men har geseit datze twe vliegers bij har haede van een dockter. Hebe har gestoft met moderkruyden; ginck don well.

3 -

(526)

1700 den 31 jully bij Jackop Dorenrip sijn wiff Rimke. Mar waren nit getrauwt. Een dochter.

2-1

(529)

den 11 augustus bij de gortmacker Sipke sijn dochter Harmanes sijn wijff Ninke. Har en dochter, doch seer swar gehalt. War gen ontschluytinge.

2 -

(534)

1700 den 2 september bij Itie Sobels dochter Jackop sijn wiff, bij de sauwtket. Een dochter. Qwam met sijn angesicht nae boven. Ginck swar to.

1-10

(536)

den 4 buytten de Hansportte bij Teipke mollenar sijn wif Auwkie sijn wiff. Har verlost van een kle[in] fruchie datt all acht weeken hade gedurt. En gedurigh vlot en barenswee. Most alle ontschluytinge mack[en].

2 -

(540)

1700 den 16 september bij Alltie craamwarster har dochter. Een onecht kynt.

0-12

(541)

1700 den 19 ben ick bij de schoolmeyster tot Osterum sijn wiff Amelia[gehaald], nae dat all een etmal een ander gewest war. Mar geluckte, Godt loff, dadelick.

2 -

(547)

1700 den 4 ocktober in de Ossenweyde bij Harman sijn wiff Mayken. Een son. Mar het leste hebbe har [...].

1-8

(551)

1700 den 17 ockto[ber] ben ick bij Lubert sijn wiff Imke [geweest]. Har een son gehalt. Bij Collmerzill. Sat heet leste vaest. Haede dar vell me te don.

3-0

(558)

den 2 november ben ick bij een sersiant op de Cinge[1 geweest]. En har een son [gehaald]. Mar qwam de navelstreng. Most smoren.

1-10

(559)

1700 den 7 november ben ick bij de Welledel heer Ernst van Alluwa

[p. 101]

gritman tot Ternart sij[n] vrauw [geweest]. Har Well Edel een son gehal[d]. War het watter all eetmal weg. War alles geluckig.

50 -

(563)

1700 den 22 november ben ick bij Chlas breyder en scholmeyster sijn wiff Antie [geweest]. Een son. Sat het lest vaest. Most het sellve met grotte muyte hallen.

1-10

(567)

1700 den 15 ben ick tot Fauwdum bij Aarian sijn wiff Titie [geweest]. Een son. Qwam erst een dode vrucht dy vergan war met de streng voruyt. Sat de naegebortte hel vast.

3 -