Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe testament (Noordnederlandse vertaling) (1979)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.25 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Editeur

C.C. de Bruin



Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe testament (Noordnederlandse vertaling)

(1979)–Johan Scutken–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

VII

Oerdelt niet, op dat ghi niet gheoerdelt en wert; en wilt niet verdoemen, op dat ghi niet verdoemt en wert. In soe wat oerdel dat ghi enen anderen oerdelt, in dien selven suldi verordelt werden, ende in wat maten ghi metet, sal men u weder meten. Wat siestu een caf in dijns brueders oghe ende en siestu niet enen balc in dijns selves oghe? Of hoe segstu dinen brueder: Laet mi dat caf uut dinen oghe warpen ende in dijns selves oghe een balc is? Ypocrite, werp alre yerst den balc uut dinen oghe ende dan saltu siende werden, dat caf uut dijns brueders oghe te warpen. En wilt den honden niet gheven dat gheheylicht is noch en werpet uwe margarieten niet voer die verken, op dat si se niet en vertreden onder hoeren voeten, ende weder om keren ende verscoren u.

Bidt ende men sal u gheven, soeket ende ghi sult vinden, clopt ende men sal u inlaten. Soe wie bidt ontfanghet, ende wie soeket die vindet, ende den cloppende sal men in laten. Of wie is van u enich mensche, dien sijn kint om broet biddet, sal hi hem enen steen gheven? Of eyschet hie enen vische, sal hie hem enen serpent gheven? Ist dan dat ghi, die quaet sijt, bekeent uwen kijnderen guede ghiften te gheven, voel billiker sal u vader die inden hemel is, sinen bedelaers gheven goede dinghen.

Al dat ghi wilt, dat u die lude doen, dat selve doet hem, want dit is die ee ende die propheten.

Gaet in duer die enghe poerte, want het is een brede poerte ende een wijt wech

[Folio 6v]
[fol. 6v]

die gaet toe der verdoemenissen, ende vole isser, die daer duer ingaen. Hoe enghe is die poerte ende hoe nauwe is die wech, die daer leydet toe den leven, ende luttel ysser, die hem vinden.

Wacht u vanden valschen propheten, die tot u comen in clederen der scapen, mer van binnen sijn sie gripende volve. Aen horen vruchten suldise bekennen. Plucken si vanden doerne druven of vanden dijstel vighen? Alsoe brenghet elc guet boem guede vrucht ende die quade boem maket quade vruchten. Een guet boem en mach gheen quade vrucht maken noch een quaet boem guede vrucht maken. Alle boem die ghene guede vrucht en maket, dien sal men op houwen ende int vuer werpen. Hier om van horen vruchten soldise bekennen.

Niet en sullen si alle int rike der hemele gaen, die mi Heer, Heer toe segghen, mer die den wille mijns vaders doet, die inden hemel is, hie sal gaen int rike der hemele.

Voel salre segghen in dien daghen: Heer, Heer, en hebben wij in dinen namen niet propheteert ende in dine name die viande uut gheworpen ende in dinen name vole miraculen ghewrocht? Ende dan sal ic hem belien: Nie en keende ic u, scheydet van mi, die boesheyt werket.

Elc mensche die dese mine woert hoert ende waert, hi sal ghelijc werden enen wisen man, die sijn huus tymmerden op enen steen, ende die reghen viel ende die vloeden quamen ende die wijnde wayden ende stormden in dat huus, ende het en viel niet neder, want sijn fondament stont op enen vasten steen. Ende eelc mensche, die dese mine woerde hoert ende niet en doet, is ghelijc enen sotten man, die sijn huus tymmerde op dat sant, ende die reghen viel ende die vloede quamen ende die wijnde wayden ende die storme quamen op dat hues ende het viel, ende sijn val was groet.

Ende het ghesciede, doe Ihesus desen worden eende gaf, dat hem die scaren verwonderden van sijnre leringen, want hi leerde se als een die macht hebbende was, ende niet als hoer scriben ende Phariseen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken