Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe testament (Noordnederlandse vertaling) (1979)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.25 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Editeur

C.C. de Bruin



Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe testament (Noordnederlandse vertaling)

(1979)–Johan Scutken–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XVII

Ende een van den zeven enghelen die zeven fiolen hadden, quam ende sprach mit my ende seyde: Com, ic sal dy toghen die verdomenisse des groten ghemeyn wives, die op die veel watere sit, mit wien die coninghe der eerden gheoncuysschet hebben, ende die in der eerden wonen, sijn droncken gheworden van den wine haere openbare oncuysheyt. Ende hy voerde my in den gheest heen in der woestinen. Ende ic sach dat wijf sitten op een rode beeste vol namen der blasphemien ende hadde zeven hoefde ende tien hoernen. Ende dit wijf hadde purpur anghedaen ende gheel roet ende vergoldet mit golde ende mit duerbaren ghestiente ende mit margariten, ende hadde in haer hant vergoldeden dranc vol onmenschelicheden ende onreynicheden haere oncuysheyt, ende in haren voerhoefde een verborghen name ghescreven, ende dit is die name: Babilon, die grote moder der oncuysheyt ende der ommenschelicheden der eerden. Ende ic sach dat wijf droncken van den blode der heylighen ende van den blode der mertelaren Ihesu.

Ende doe ic ghesien hadde, verwonderde ic my mit groten verwonderen. Doe seyde my die enghel: Waer om verwonderste? Ic sal dy segghen die verborghen heymelicheyt des wijfs ende der beesten die sie draghet, die de zeven hovede ende die tien hoernen heeft.

Die beeste die du sagheste, die was ende en is nu niet, ende ic sal op climmen uytten afgronde ende in die verdoemnisse ghaen ende die menschen die opter eerden wonen, sullen verwonderen, welker name in den boke

[Folio 173r]
[fol. 173r]

des levens van den beginne der werlt niet ghescreven en sijn, als si die beeste sien, die was ende niet en is. Ende dit is die sin, die wijsheyt hevet: Die zeven hovede, dat sijn seven berghe, daer dat wijf op sit, ende der coninghe sijn seven; die vive sijn ghevallen ende die een [is] ende die ander en quam noch niet, ende als hi ghecomen is, behoert hem een corte tijt toe bliven. Ende die beeste, die was ende niet en is, sie is oec selve die achtende, ende si is van den zevenen ende si sal in der verdomenisse ghaen. Ende die tien hoerne die du sagheste, dat sijn tien coninghe die dat rijc der werlt ont\fanghen hebben, mer die macht sullen si recht alse coninghe in eenre uren na der beesten ontfanghen. Dese hebben enen raet ende sullen haer moghentheyt der beesten gheven. Deze sullen mitten lamme vechten ende dat lam salse verwinnen, want het is een Heer der heren ende der coninghen coninch, ende die mit hem gheroepen ende vercoren ende ghetrouwe sijn. Ende hi seyde my: Die watere die du sagheste, daer dat ghemeyn wijf op sit, dat sin die lude ende dat volc ende die tonghen. Ende die tien hoernen die du in der beesten sagheste, deze sullen dat oncuyssche wijf haten ende onghetroest ende naket maken, ende haer vleysch sullen si eten ende haer sullen si in dat vuer verbernen. Want God heeftet in haren herten ghegeven, dat si moghen doen datter beesten behaghet, op dat si haer rijc der beesten gheven, thent die woerde Gods vervullet waerden. Ende dat wijf die du sagheste, is die grote stat, die dat rijc over die coninghe der eerden heeft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken