Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wie komt daar aan op die olifant? (2000)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wie komt daar aan op die olifant?
Afbeelding van Wie komt daar aan op die olifant?Toon afbeelding van titelpagina van Wie komt daar aan op die olifant?

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.63 MB)

Scans (13.27 MB)

ebook (4.52 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - taalkunde

Subgenre

reisbeschrijving
reisverhalen
non-fictie/koloniƫn-reizen
woordenboek / lexicon
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wie komt daar aan op die olifant?

(2000)–Nicoline van der Sijs–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 48]
[p. 48]

Verantwoording van deze heruitgave

Deze heruitgave bevat drie teksten die nooit eerder samen zijn uitgegeven: de Nederlandse tekst uit de achttalige editie van het taalgidsje van Van Berlaimont, het Kort verhaal van Frederik de Houtman, en de Nederlandse tekst van het taalgidsje van De Houtman. Van een groot deel van de hier uitgegeven teksten bestaan twintigste-eeuwse wetenschappelijke uitgaven, die voor niet-specialisten moeilijk bereikbaar zijn en nog moeilijker toegankelijk. De onderhavige uitgave is bedoeld om een groter publiek bekend te maken met het invloedrijkste taalgidsje dat ooit is verschenen, en met de wijze waarop de oudste contacten tussen Nederland en Indië tot stand kwamen.

De keuze voor de achttalige editie van Van Berlaimonts gidsje had een inhoudelijke en een praktische reden. De inhoudelijke was dat in de meertalige edities (niet alleen de achttalige) het grootste aantal dialoogjes staan, en dat De Houtman zeker een meertalige editie heeft gebruikt. De praktische reden is dat ik zelf een achttalige editie uit 1656 bezit (waaruit illustraties 2 en 3 afkomstig zijn), en dat van dezelfde editie in 1996 in Italië een wetenschappelijke uitgave is verschenen. De oorspronkelijke tekst is dus voor iedereen beschikbaar.

Van het Kort verhaal van Frederik de Houtman is in 1948 bij de Linschoten-Vereeniging een voorbeeldige wetenschappelijke uitgave verschenen van de hand van Unger, die de basis heeft gevormd voor de huidige hertaling. In de Linschoten-uitgave zijn het taalgidsje van De Houtman en de beschrijving van de zuidelijke sterrenhemel niet opgenomen, omdat deze geen wezenlijke bijdrage leveren aan de geschiedenis van de reis en daarom niet passen binnen de doelstelling van de Vereeniging. Ook voor ons is het sterrenboek niet interessant, maar het taalgidsje des te meer. Dat vormt dan ook de derde hier uitgegeven tekst. Overigens bestaat van de twaalf Maleise dialogen uit het taalgidsje een wetenschappelijke uitgave uit 1970, vervaardigd in Parijs door Lombard e.a.

Het taalgidsje van De Houtman is hier niet in zijn geheel opge-

[pagina 49]
[p. 49]

nomen: de teksten die overeenkwamen met die in Van Berlaimont (drie dialogen en de vervoegingen van de werkwoorden hebben en zijn), zijn weggelaten, evenals vier lofdichten (waarvan een in het Frans), die niets aan de tekst toevoegden. Ook de woordenlijsten van De Houtman zijn in deze heruitgave niet opgenomen: ze zijn erg lang en de inhoud is alleen interessant in vergelijking met de andere talen (Maleis, Malagasi, Turks en Arabisch). De woordenlijst van Van Berlaimont heb ik om twee redenen wel opgenomen: ten eerste omdat deze lijst kenmerkend is voor de didactische methode van Van Berlaimont, en ten tweede omdat hij - door de enorme hoeveelheid herdrukken die ervan zijn gemaakt - grote en blijvende invloed heeft gehad op het vreemde-talenonderwijs, zowel in Nederland als daarbuiten. Deze twee redenen gelden niet voor de woordenlijsten van De Houtman.

Alle heruitgevers van het taalgidsje van Van Berlaimont - en zoals we zagen zijn dat er ongeveer honderdvijftig geweest - hebben voor hun kopers in meerdere of mindere mate de spelling en woordkeus gemoderniseerd. Dat is precies wat nu, na vier eeuwen, weer gebeurd is, zodat een nieuw publiek kan genieten van de frisse dialogen en kan zien hoe men in de zestiende eeuw een moderne vreemde taal onderwees en hoe het dagelijks leven van de toenmalige middenstand verliep. De teksten zijn daarom hertaald. Dit houdt in dat de tekst vertaald is naar modern Nederlands, dat wil zeggen dat inmiddels verdwenen woorden zijn vervangen door hun moderne equivalenten en dat de zinsstructuur, woordvolgorde, gebruikte voornaamwoorden e.d. aangepast zijn aan het moderne gebruik. Hierbij is het oorspronkelijke karakter van de tekst zoveel mogelijk intact gehouden. Om de lezers een indruk te geven van de verschillen tussen de hertaalde tekst en het origineel, heb ik ter informatie het ‘Tot de lezer’ uit het achttalige taalgidsje van 1656 ook letterlijk afgedrukt. U kunt daaraan de verschillen in spelling, constructies, woordkeus en betekenis aflezen, en de mate van interpretatie bij de hertaling.

Van de taalgidsjes is alleen de Nederlandse tekst uitgegeven, niet de vreemdtalige tekst. Die is namelijk precies identiek aan de Nederlandse, en voegt hieraan dus na hertaling niets toe (de niet-hertaalde tekst is alleen van belang voor wetenschappers, voor wie de tekst al beschikbaar is).

[pagina 50]
[p. 50]

In de tekst van de herdrukte boekjes heb ik waar nodig commentaar tussen vierkante haken toegevoegd. Dit commentaar is soms uitleg over de opbouw van het boekje, bijvoorbeeld dat het woord vooraf in het Latijn is geschreven, of welke dramatis personae in een bepaalde dialoog optreden. Een enkele maal wordt een woord uitgelegd omdat dit niet hertaald kan worden: het gaat dan om de namen van munten, weefsels, e.d. Aan het Kort verhaal heb ik een serie verklarende noten toegevoegd.

Ik heb zoveel mogelijk de koppen van het origineel gehandhaafd, maar soms, wanneer die ontbraken of een hele alinea besloegen, heb ik eerst een eigen kop gemaakt en dan pas de tekst van het origineel; zo bijvoorbeeld bij de Opdracht van het boekje van De Houtman. Die toegevoegde koppen heb ik voor de leesbaarheid niet tussen vierkante haken geplaatst.

De woordenlijst uit Van Berlaimont en de vervoegingen zijn niet hertaald maar alleen omgespeld naar de moderne spelling, dus zestiende-eeuws draeyen wordt draaien, keersse wordt kaars, sliick wordt slijk, en swaer wordt zwaar. Bij het omspellen is het Woordenboek der Nederlandsche Taal als richtlijn gebruikt. Waar nodig, is achter de omgespelde woorden tussen vierkante haken een betekenisaanduiding toegevoegd, bijvoorbeeld akkeren [ploegen] of begekken [bespotten].

Tot besluit nog enkele detailopmerkingen: Ik heb overal u gebruikt voor zestiende-eeuws gij, behalve wanneer er gesproken werd tegen kinderen of bedienden; dit is min of meer conform de Duitse en Franse tekst van het achttalige gidsje. Evidente fouten, zoals in de aanduidingen van sprekers (tweemaal na elkaar A. etc.) heb ik stilzwijgend gecorrigeerd, evenals zet- en drukfouten. Om de tekst niet al te anachronistisch te maken, spreek ik overal van Indië en niet van Indonesië, en heb ik de oude spelling van plaatsnamen aangehouden, dus Atjeh en niet Aceh, Sumatra en niet Sumatera. Van Maleise woorden is de (oude) Maleise spelling aangehouden en niet de spelling van het Bahasa Indonesia, dus karkoen voor ‘secretaris’, niet karkun. Wanneer echter een Maleis woord in het Woordenboek der Nederlandsche Taal als trefwoord was opgenomen, en dus kennelijk ooit als leenwoord in het Nederlands was beschouwd, dan is de spelling van dit woordenboek aangehouden.

[pagina 51]
[p. 51]

Tot slot spreek ik graag mijn dank uit, ten eerste aan Piet Verhoeff voor zijn belangrijke bijdrage aan het hertalen van het Kort verhaal en de inleidingen van de taalgidsjes. Jaap Engelsman dank ik voor zijn grondige eindredactie en nuttige opmerkingen. Voorts ben ik dank verschuldigd aan Celeste Augusto, Roel Otten en Jan de Vries voor het oplossen van enkele Portugese, Arabische respectievelijk Maleise problemen, aan Jan De Clercq en Rina de Vries voor de literatuur die zij mij verschaft hebben, en aan Tanneke Schoonheim en Rob Tempelaars voor hun waardevolle suggesties bij enkele hertaal-problemen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken