Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (2 delen) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten (2 delen)
Afbeelding van Gedichten (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.26 MB)

Scans (63.55 MB)

XML (4.98 MB)

tekstbestand






Editeur

A.E. Jacobs



Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[92] Amsterdam aan Joannes Rulitius, Leeraar der Gereformeerde Hooghduitsche gemeinte, op syn afscheid van haar (p. 94)

toelichting Johannes Rulitius of Rulicius (1602-1666), geboren in Kirchberg in de Palts, predikant te Dorchester in Engeland (1630), te Heidelberg (1635) en in de Engelse gereformeerde gemeente in Amsterdam (1636). Hij ging in 1639 over naar de Hoogduitse gemeente aldaar. In 1652 werd hij opnieuw in Heidelberg beroepen, maar hij keerde in 1654 terug in Amsterdam en werd daar op 16 mei 1655 bevestigd, nu in de Nederduitse gemeente (Croese, 1792, p. 62-63; Vos, 1903, p. 387 en p. 408; vgl. Evenhuis ii, 1967, p. 387). Bij zijn afscheid in 1652 dichtte Six dit sonnet. Het staat op p. 47 van zijn bundel.
 
annotatie  
 
1 De heiden: nl. de Jebusiet (vgl. 2 Samuël 5:6)
  Heidelbergh: aangesprokene

[pagina 93]
[p. 93]

  hiel Davids stad geplondert: had de geplunderde stad van David in bezit. Sion, de stad Davids (vgl. 2 Samuël 5:7), hier gelijk te stellen met Jeruzalem, was eerder door de kinderen van Juda ingenomen, met de scherpte des zwaards geslagen en in brand gestoken (Richteren 1:8), maar moest door David opnieuw veroverd worden (2 Samuël 5:6-9).
2 Uw Frederiks erfdeel: Het erfgoed van uw Frederik, nl. de protestantse keurvorst Frederik v van de Palts, die in 1619 in Bohemen tot koning was gekroond, maar na een regering van slechts één winter (vandaar zijn bijnaam de Winterkoning) moest uitwijken naar de Nederlanden. Zijn keurvorstelijke waardigheid werd vervallen verklaard.
  wierd van Babels Mars geboeit: is door de Babelse oorlogsgod, dwz. door de katholieke legers onder Tilly, onderworpen
3 Uw wyngaard: De Palts is een vermaard wijngebied, maar Six doelt ook op de wijngaard als beeld voor de gelovigen (Psalm 80).
  van: door
  uitgeroeit: gerooid, uitgerukt (Psalm 80:14)
4 een Profeet: dwz. één predikant
5 als syn heilbergh: als de berg van Zijn heil (de berg Sion in verband met het hemelse Jeruzalem, vgl. bijvoorbeeld Hebreeën 12:22), maar bovendien te interpreteren als: evenals Zijn stad Heidelberg
  uitgesondert: uitverkoren (wnt xvii, iii, 2486)
6 bouwt: doet bouwen (God is hierbij subject)
  den tempel: de tempel van Jeruzalem, maar ook: de protestantse gemeente in de Palts
  den soon: nl. door Davids zoon Salomo, maar ook: door een nieuwe generatie predikanten in de Palts
  die: verwijst naar den tempel
7 In vryicheit, en vree: dwz. Na de overwinning van David en na de vrede van Westfalen (1648), die de dertigjarige oorlog afsloot
  gelyk: zoals ook
  syn wynstok: dwz. zijn (des tempels) gemeente (vgl. de annotatie bij r. 3)
8 Gods gaardenier: de arbeider in de wijngaard des Heren (Mattheüs 20)
  daar neevens: daarnaast staande
9 Dies: Daarom (nl. wegens de bloei van de tempel en de groei van de wijnstok)
  de Nekkerstroom: de rivier de Neckar (waaraan Heidelberg ligt)
  veel lekkerder: die nog veel zoeter is (ook in een verwijzing naar de zoete wijn uit het gebied)
  't soet: het zoete water
10 Waar ... voedt: Waarmee de Jordaan de wortels van de ceders van de Libanon voedt (Psalm 80:11 vergelijkt de wijnranken van het volk Israël met ceders)
11 Myn Paltschen hoovenier: dwz. De uit de Palts afkomstige ‘arbeider in de wijngaard’ van de gereformeerde gemeente in Amsterdam (Amsterdam spreekt hier, vgl. de titel)
  in: binnen
13 wel vaar: ga dan! En: heb dan een goede reis!
  uw geest daale op myn kop: moge de Geest Gods van uw hoofd ook op het mijne neerdalen (?). Of is kop hier ‘wijnbokaal’, nl. in verband

[pagina 94]
[p. 94]

  met het Avondmaal (vgl. dit gebruik van kop in gedicht no. [263], r. 42)?
14 Paulus: man als Paulus
  uw Thessalonicensen: dwz. aan de door u verlaten gemeente, waarvan u bij uw verblijf hier de leidsman bent geweest


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken