Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (2 delen) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten (2 delen)
Afbeelding van Gedichten (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.26 MB)

Scans (63.55 MB)

XML (4.98 MB)

tekstbestand






Editeur

A.E. Jacobs



Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[107] Ter eere van de fonteine Nieuwe Geronster of Klein Tonneken (p. 182)

toelichting Het gedicht staat op p. 125-127 van Six' Poësy.
 
annotatie  
 
titel nieuwe geronster: een bron nabij Géronstère. Géronstère nam later in betekenis af en de Nieuwe Geronster van Six nam haar naam over. De oude Géronstère werd omgedoopt in Source du Hornay. Bij deze bron werd in 1901 de gedenkplaat van Bourgsdorff teruggevonden (Wybauw, Traité, p. 97; vgl. gedicht no. [105], r. 9-11).
1 Rechon: ik trof de naam van dit bos (?) alleen aan bij Six.
1-2 vol ... boekloof: geenszins vol harde dennen, maar vol eike- en beukelover
3 siende: kokende
  mennen: rijden (wnt ix, 542, deze plaats)
4 't voetpad: de zgn. Route des Fontaines, waarlangs ‘rijtuigen, heeren te paardt, en personen te voet’ naar de bronnen trokken (Tydkortingen, 1735, i, p. 277)
5 Donderberghs Fontein: Géronstère (vgl. gedicht no. [105], r. 6)
  Sabinus stroomken: Sauvenière (vgl. gedicht no. [103], r. 3 en r. 11)
6 Belhai: vgl. gedicht no. [103], r. 1
  het Spa: het water uit Pouhon, de enige bron die in het dorpje zelf ligt
7 vernoeghder: meer ingenomen met
  boômken: bodempje, dwz. bron
8 te staa: batend
9 Galenus Gaan: de arts Jean Gaen (vgl. gedicht no. [101], r. 4 en r. 118)
  met voor, en achter oogen: al te voorzichtig
10 sorgelyk bestaan: een gevaarlijk waagstuk
11 Wyl: Aangezien
  Heers: inderdaad noemt De Heer deze bron, maar swyght van [haar] vermoogen (De Heer, 1645, p. 53).
12 dar: durf

[pagina 199]
[p. 199]

13 voor: boven
14 hy: nl. Jean Gaen
15 straxsche: direct volgende
  stoel: stoelgang
17 't waaterglas: het urinaal
  verbeelden: laten zien
  oopen werkingh: doorstroming
20 Tot: Bij
22 Ghe staat: Al staat u nog
23 Uw gebuurin: nl. Géronstère
24 Bourghdorps: vgl. gedicht no. [105], r. 9-11
26 Daar werd: Vast en zeker zal er ... worden
  d'ongebooren tyd: de toekomst
27 Licht: Misschien ... wel
  van: van de kant van
  't Hof Berlyn: nl. dat van de keurvorst van Brandenburg. Ik weet niet of Six hier opnieuw Bourgsdorff of een ander lid van het Berlijnse hof op het oog heeft.
  uit u: door uw toedoen
28 Uw deuchd: Aan uw gezonde werking
29 netter Fidias: een nog fraaier werkende beeldhouwer, dan die van het tempeltje van Géronstère. Phidias was als beeldhouwer, maar ook als tempelbouwer vermaard; hij had de supervisie gehad over de uitvoering van de Parthenonsculpturen.
32 Bemaalt: Beschilderd
33 erven: het nageslacht
  toonneelen: tentoonstellen
34 Dus braaf: Op die edele wijze. In het Asklepeion, de Asklepiustempel op het eiland Cos, werden door genezen patiënten votiefbeeldjes geplaatst. Plinius vertelt dat Hippokrates deze ex-voto's, die de genezen ziekte en de geneeswijze beschreven of uitbeeldden, heeft bestudeerd voor zijn medische werken (Plinius, Naturalis historia, xxix, ii).
  schreef: legde vast
  artsloos: nl. in de tijd dat er nog geen artsen waren
36 myne: een uit een mijn gewonnen geneesmiddel
  wat men plant: gekweekte kruiden
37 de Koër: de van het eiland Cos afkomstige Hippokrates
  Prins: zo genoemd, omdat hij boven de andere artsen staat
  Moses: zo genoemd, omdat hij als eerste medische kennis heeft vastgelegd, zoals Mozes als eerste over het volk Israël heeft geschreven in de Pentateuch
39 Gereegelt: Geordend
  oeffeningh: onderricht
40 Belust: Die de wens hebben
41 voorseghsche: voorspellende
  hier in: in dit opzicht, nl. wat de voorspelling van de bouw van een overkapping boven Nieuwe Geronster betreft. Six' voorspelling is slechts gedeeltelijk uitgekomen. De latere Géronstère (Six' Nieuwe Ge-

[pagina 200]
[p. 200]

  ronster dus, vgl. de annotatie bij de titel) heeft wel een afdakje gekregen, maar dat ziet er heel eenvoudig uit.
  echter: in ieder geval
42-43 de waatren [...] Van Helikon: het water uit de dichterbron op de Helikon
42 wist: wedijvert
44 Den dagh verduuren: De tand des tijds doorstaan en niet in de vergetelheid geraken
45 eeuwiger papieren: vellen papier die meer eeuwigheidswaarde hebben gekregen door de erop geschreven verheven poëzie
46 Valencyn: Six doelt hier op het beleg en ontzet van Valenciennes in de zomer van 1656. De stad behoorde tot de Spaanse Nederlanden. Turenne, de maarschalk van het Franse leger, sloeg een beleg rond de stad, maar het gelukte de inwoners daaraan een einde te maken door een nachtelijke aanval op de Franse schansen. De landvoogd over de Spaanse Nederlanden, Don Juan, natuurlijke zoon van Filips iv, heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan dit ontzet. De nederlaag van het Franse leger kwam als een complete verrassing; Turenne stond bekend als een zeer bekwaam legerleider (vgl. het pamflet Petit 2867 (1656) en Molsbergen, 1902, p. 153).
  De Nieuwe Geronster is dus als het ware Six' dichterbron en de dronk uit deze bron maakt hem zo zelfbewust dat hij nu deze heroïsche stof en bijbehorende dichttrant aandurft. De volgende verheven passage over het beleg van Valenciennes (r. 46-52) zal het papier waarop zij is geschreven ‘verduurzamen’ (vgl. gevernist, r. 44), pocht Six, en zo zal ook zijn lof voor de bron (die immers op hetzelfde papier geschreven is) aan eeuwigheidswaarde winnen, waardoor de bron ook zelf tegen de vergetelheid beschermd zal zijn. De snoeverige toon en het in werkelijkheid wel erg magere verbindinkje tussen wapenfeit en bron maken duidelijk dat Six hier de spot drijft met zulke Parnaspretenties.
  Het is mogelijk dat hij hierbij ook aan de pretenties van anderen denkt. Hij kan bijvoorbeeld zinspelen op Vondels Verlossinge Van Valencyn, dat in 1656 op een los blad was verschenen (wb Vondel viii, p. 204-206, vgl. Schenkeveld-van der Dussen, 1983 b, p. 269).
47 Tureen: Henri de La Tour d'Auvergne, graaf van Turenne
  storremvieren: fakkels die bij een bestorming worden gebruikt
48 Mars Joan: Don Juan van Oostenrijk. Six noemt hem Mars naar de oorlogsgod.
  by starreschyn: nl. in de nacht van 15 op 16 juli 1656
49 los brak: zich bevrijdde
  krak: knauw (nl. voor Frankrijk) (wnt viii, i, 65)
50-51 dwingt ... slaaken: dat een leeuw voor vuur wijkt is een oud gegeven dat al in Homerus' Ilias (xi, r. 553 en xvii, r. 663) voorkomt.
51 te slaaken: achter te laten
52 naajaaght: jaagt ze na
 
correctie Op p. 126 van de bundel van 1657 staat in r. 9 van dit gedicht Galenus gaan. In de lijst met Drukfeilen achterin de bundel is dit verbeterd tot Galenus Gaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken