Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (2 delen) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten (2 delen)
Afbeelding van Gedichten (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.26 MB)

Scans (63.55 MB)

XML (4.98 MB)

tekstbestand






Editeur

A.E. Jacobs



Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[158] Rariteiten te koop (p. 272)

toelichting Het gedicht is een aanklacht tegen de onthoofding van Karel i (februari 1649). Het is waarschijnlijk korte tijd na de executie geschreven, getuige de seizoensaanduidingen in r. 111 en r. 122. In de bundel van 1657 is het geheel in rode inkt afgedrukt en het is waarschijnlijk dat er een pamfletversie van is verschenen, of dat Six het in pamfletvorm heeft willen laten verschijnen, eveneens in de kleur inkt die bij de inhoud van het gedicht aansluit. Het gedicht staat op p. 200-204 van Six' bundel.
 
annotatie  
 
1 Alle: Elke
  maakler: groothandelaar
2 Andersins: Of anders wel
  een vryen kaakler: een vrijmoedige en ongebonden praatjesmaker, dwz. een straatventer
3 wille: wens
5-6 Tot [...] Tot: Van ... Tot
5 prenter: drukker
6 veilt: uitvent
7 op Hollands stroomen: via Hollandse waterwegen
10 als quam se: omdat ze afkomstig is
12 sonder liên: onbewoond
13 Als: Zoals een stof die ... is (zo ook: r. 14, r. 15 en r. 16)
  afgedroopen: van ... afgedropen
14 fyn: in fijnverdeelde vorm, hetgeen in de richting van goud wijst
  ontloopen: uit ... gespoeld
15 duuren: harde (vgl. ook de annotatie bij gedicht no. [96], r. 715)
  ontschaakt: gewonnen uit
17 Neevens: Langs
21 dient: meewerkt
22 om niet: gratis
24 niet: nooit iets
29 het wroegend bloosen: het blozen van verontwaardiging
30 het kooninghlyk verderf: de executie van de koning

[pagina 286]
[p. 286]

31 't maakelampt bekleeden: het werk van verkoper doen
32 Die volght nu geen Judas schreeden: Die treedt nu niet in het voetspoor van Judas
40 draghten: kledingsoorten (wnt iii, ii, 3221)
41 Van de purpre vischgeslachten: Gemaakt met kleurstof uit purpervissoorten. Het procédé werd in de Oudheid toegepast (wnt xii, ii, 4940).
43 verwekraamen: verfwinkels
44 Van fortuin: Met een gevelsteen of uithangbord van Vrouwe Fortuna of het Rad van Avontuur. Ik heb niet kunnen achterhalen welke winkel Six precies bedoelt.
45 koetsjenil: cochenil, een soort schildluizen die vooral in Mexico voorkomt en die een rode verfstof oplevert (wnt iii, ii, 2057, deze plaats)
47 doof: dof
48 By des Kooninghs strotaâr vil: In vergelijking met de kleur van de snee in 's konings halsslagader (wnt xxi, 683, vil, ‘snee, jaap’; Frederiks, 1883, p. 284 ziet in dit vil een afleiding van ‘vallen’, die iets als ‘het bloed gevallen uit’ zou betekenen en Michels, 1964, p. 202 denkt aan een achtergeplaatst bijv. naamwoord viel, ‘gering in waardij; waarvoor men geen achting had’)
49 Salomon, in al syn praalen: vgl. Mattheüs 6:26
50 gepurpert: in koninklijk purper gekleed
  ophaalen: opwegen tegen (wnt xi, 781, deze plaats)
51 hoogen trotsen: edele en hoogverheven
52 d'Oester: De purperoester of purperslak, die de grondstof vormde van de in de Oudheid vermaarde purperindustrie van Tyrus en Sidon (wnt xii, ii, 4939)
54 Nu vergeeten: dwz. Nu ongebruikt liggend
55 waapenglaasen: gebrandschilderde ramen met wapenschilden
56 die: diezelfde, nl. die van de in r. 43-44 genoemde winkels
57 Florentynschen lak: vermiljoene of karmijnrode kleurstof (vgl. de aanhaling in wnt xii, ii, 4938 onder purperlak en wnt viii, i, 925, deze plaats: lak, kleurstof)
58 schynen: een gloed verspreiden
59-60 de koolen van robynen, Waar men solfer aan ontstak: de robijnrode arsenicumverbindingen, waarmee men zwavel heeft laten oplichten. De passage slaat op de bereidingswijze van auripigment of robijnzwavel, een gloeiend rode kleurstof (vgl. wnt xiii, 652-653 en wnt Suppl. 1, 1717).
61 quisten: onnodig veel geld uitgeven
62 bruindoek: uit rode papaver bereide stof om de kleur van wijn te verdiepen (wnt iii, i, 1677, deze plaats, en vgl. Frederiks, 1883, p. 274-275 en Michels, 1964, p. 202)
64 bloed van Santen: heiligenbloed, als relikwie
65 Opgesopt, met neusdoek kanten: In het kant van zakdoeken opgebet (vgl. daarentegen Van Es, 1953, p. 179: ‘met de punten v.e. zakdoek’). Het woord neusdoek staat in de vergelijking tegenover bruindoek.
66 Strekt: Pakt ... uit, Doet ... dienst
  smelt: oplost (in dit geval: in wijn)
67 soekende: die op zoek zijn naar

[pagina 287]
[p. 287]

68 deelen: geven
72 heur rivier: de Theems
73 Bisnagarsche: Uit het koninkrijk Bisnagar (bij de Coromandelkust in India) afkomstige
  fyne steenen: edelstenen
74 Ook hoe gloorende, als se scheenen: Hoe gloeiend ze ook zouden oplichten
77 moedigh: overmoedig
80 't nieuw steehuis: het nieuwe stadhuis van Amsterdam
81 orduin: arduin (wnt xi, 1480, deze plaats). Het tertium comparationis is vanaf deze regel tot en met r. 102 niet meer de rode kleur, maar de schoonheid en zeldzaamheid van de materialen.
82 Genneesche berghspelonken: bij Genua zijn de mijnen van het beroemde Ligurische marmer dat bij de bouw van het Amsterdamse stadhuis werd gebruikt (object bij afgeklonken, r. 83)
83 te Bentem: berghspelonken in Bentheim, waar het arduin werd gewonnen dat eveneens bij de bouw werd toegepast
  afgeklonken: uit ... gehouwen (wnt Suppl. i, 554-555 en wnt vii, ii, 4115)
84 gemeen: ‘gewoontjes’
85 Hoe dus: Waarom zo
  quistigh: vgl. r. 61
87 haast gereekent: in de gauwigheid berekend, dwz. betrekkelijk weinig
88 Jasp: jaspis, een edelsteen die een rode kleur kan hebben, maar meestal groen is
  karneoolen: rode edelstenen
89 doorluchter: verhevener
90 sach: heeft aanschouwd
  op Romes veld: op de Campus Martius in Rome, waar het Capitool stond
91 Recht den bouw: Laat het bouwwerk verrijzen
92 vaaren: omhoogrijzen
95 zyn kapelle: de Medici-kapel in de San Lorenzo in Florence. Ik denk dat Six eerder deze kapel op het oog heeft dan de Spaanse kapel in Florence, die Michels, 1964, p. 202 bij deze plaats noemt. De laatste kapel heeft immers minder duidelijke banden met de Hertogh van Florencen. De Medici-kapel werd door de reizigers in Six' tijd vaak bezocht (Frank-van Westrienen, 1983, p. 279).
101 pruts: trots (wnt xii, ii, 4653, deze plaats)
101-102 de vloeren, Van heur Italjaansch gewelf: de vloeren van hun met Italiaans mozaiek uitgevoerde gewelven (vgl. wnt vi, 2257, Italiaanse vloer)
103 Werkers van de kabinetten: Kabinet-, meubelmakers
104 Staak: Zie af van, Gebruik geen ... meer
  sandels, violetten: rode houtsoorten van sandelboom, palissanderboom (wnt xxi, 915, violethout)
105 vremdgewas: uitheems gewas
106 wint: overtreft
107 Indiaansche: waarschijnlijk: Westindische, met name Braziliaanse
108 kas: kast
112 in 't schild: in het wapenschild, waarin de roos van Stuart voorkwam

[pagina 288]
[p. 288]

113 bloeit: bloeit en bloedt
114 Nu met recht: Nu eerst serieus
115 rooselaaren: rozestruiken
116 Karels bynaam niet bewaaren: Karels naam niet doen voortleven in hun bijnaam
117 Als Narcis, en Hiacinth: Zoals de naar Narcissus en Hyacinthus genoemde bloemen
118 van Apol verkooren: vgl. Ovidius, Met. x, 167 voor Apollo's liefde voor Hyacinthus. Zijn liefde voor Narcissus kan ik niet nader documenteren.
119 Stuart is: Aan Stuart is ... toegevallen, Stuart heeft ... gekregen
  herbooren: ‘die het resultaat is van een metamorfose’, toespeling op de titel van Ovidius' werk (bepaling bij roos)
120 van Jesus hoogh bemint: die door Jezus in hoge liefde wordt bemind (bepaling bij roos). De roos van Stuart wordt hier vergeleken met de bruid uit het Hooglied, die zichzelf een roos van Saron noemt. Haar bruidegom wordt traditioneel geduid als Christus (Hooglied 2:1).
122 lentparruiken: dwz. ruikers voorjaarsbloemen
125 vouwen: schikken
126 Roselle: de naam van de geliefde in Six' erotische poëzie.
  roosenhoed: kransje van rozen
128 een porceleine kopjen: dwz. een inktpotje
131 de krans: nl. de roosenhoed (?)
134 Die alree van Karel drinken: Die al wat van Karels bloed in zich opnemen
137 Uit: Vanuit, dwz. weerkaatst door
  in waaterdaalen: in bronnenrijke dalen, in de vergelijking het beeld voor het met letters bezaaide blad schrijfpapier
138 scheemren doen: verblinden
  vier: nl. vurig lichtschijnsel
140 heur: hen, nl. de rymen
  sulke stoffen: zulke onderwerpen om over te schrijven en zulk schrijfmateriaal
  lichten: verheffen, meer waard doen zijn
141 Oovervloeit van bloenden ink: Overstroomd als ze zijn door, Gevat als ze zijn in bloedende inkt
142 myns gelyken: dwz. mijn mede-rijmers
144 Dat: Opdat
145 beleeft: zal beleven
146 dan: nl. als ze de raad opvolgen en hun pen in bloedinkt dopen
  alzoo: ook zo, nl. Poeëten
  heeten: noemen
147 wy: nl. Six zelf en zijn mede-rijmers
  zoo [...] gehult: als zodanig ... erkend (wnt vi, 1296)
148 wat 's er aan geleegen?: wat geeft het, wat maakt 't uit?
149 Die: De mensen die
  wat heimliks: iets verborgens, nl. hun achterste
150 Maaken al ons rym verguldt: ‘Verzilveren’ al ons rijm, dwz. Gebruiken al onze berijmde papieren voor wat ze waard zijn. En ook: Maken al ons rijmpapier goudbruin.

[pagina 289]
[p. 289]

151 reede tongen: mensen die willen gaan praten, onderhandelen
152 Dat: Opdat
  slechts een prys: maar een zacht prijsje
156 onder voet: op de grond, op straat en (overdrachtelijk) geminacht
157 't Looven: De vraagprijs
  het geeven: de koopprijs
158 reedlik: in redelijkheid, maar ook: reeds
160 Dertigh stuivers: De prijs zal zijn ingegeven door de parallel met de silverlingen (r. 161). Voor een pamflet, al is het dan in rood gedrukt, lijkt de prijs veel te hoog (vgl. voor de prijzen van gedrukte werken: Van Selm, 1987, p. 344-349).
161 Vry wat min: Heel wat minder waard
  dan silverlingen: dan de dertig zilverlingen
162 Waar sich Judas om verhough: vgl. Mattheüs 27:5 (en vgl. ook r. 32 hierboven)
 
correctie In de lijst van Drukfeilen achterin de bundel Poësy is voor de laatste regel van dit gedicht een verbetering aangegeven. Op blz. 204 leest de bundel in r. 162 verhingh. Dit is verbeterd tot verhongh.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken