Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (2 delen) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten (2 delen)
Afbeelding van Gedichten (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.26 MB)

Scans (63.55 MB)

XML (4.98 MB)

tekstbestand






Editeur

A.E. Jacobs



Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[170] Misleide onnooselheit (p. 294)

toelichting Arens, 1961, p. 117-119 wijst erop dat Six in dit gedicht Horatius' beroemde Integer vitae (Ode i, xxii) navolgt. Het gedicht staat op p. 217-218 van zijn bundel.
 
annotatie  
 
1 met kuischeit, in verbond: als die de kuisheid tot bondgenoot neemt
2 gloênde: gloeiende
  sond: zonde
3 In 't kranke vleisch: Binnen het tot zonde geneigde lichaam
3-4 als ... ooven: zonder ... aangetast te worden, evenmin als Sadrach in de oven van de afgod. Bedoeld is de oven waarin de mensen werden geworpen die het door Nebukadnezar opgerichte gouden beeld niet wilden aanbidden. Daniëls metgezel Sadrach werd er met twee andere joden ingeworpen, maar bleef ongedeerd (Daniël 3). In de metaforiek is 't kranke vleisch parallel met 's Afgods ooven.
5 't Zy dat men: Of men nu (‘Dat geldt ook, als men’)
  naa den geilen Sibaryt: naar de stad van de wellustige Sybariet. De stad Sybaris (in Zuid-Italië) was in de Oudheid berucht wegens de liederlijkheid van de inwoners (vgl. bijvoorbeeld Martialis, Epigram xii, xcv, 2).
6 Korinthier: naar Corinthe (men denke aan de daar bedreven tempelprostitutie)
  bezeeuwt van elke syd: van alle zijden door de zee omspoelt (wnt ii, ii, 2448, deze plaats). Vgl. het epitheton van Corinthe: bimaris (aan twee zeeën gelegen), zie bijvoorbeeld Horatius Ode i, vii, 2-3.
8 hooven: hofhouden, ‘resideren’ (met een aspect van weelde)
9 't Zy dat men: Of dat men (‘En het geldt ook, als men’)
  staare, op Floraas lonkend oogh: zich vergaapt aan het lonkend oog van de bloemengodin (dwz. zich volkomen richt op een mooi meisje)
10 't Zy: Of dat (‘En ook als’)
  Venus soon: Cupido
11 Thaïs: een vermaarde Griekse hetaere (wier naam onder meer bij Ovidius voorkomt)

[pagina 308]
[p. 308]

12 Gelyk t' Atheenen: dwz. Net zoals hij dat deed in Athene. Thaïs was een Atheense.
13 Want ik: de hoofdzin wordt eerst opgevat in r. 23-24
  noch jongh: toen ik nog jong was
14 vry meer dan ik bedaart: die heel wat volwassener(?) was dan ik
15 In 't keeren hem navolgende onvervaart: En die ik op de terugweg in het volste vertrouwen volgde
16 Onwis: Zonder te weten
17 En om een dronk in 't huis den Mooriaan: En in de herberg ‘De Mooriaan’, waar wij waren binnengegaan voor een dronk (de plaatsbepaling is afhankelijk van Stryd lydende, r. 21). Vele herbergen heetten ‘De Moriaan’. Ik kan deze niet nader thuisbrengen (Van Lennep en Ter Gouw ii, p. 145).
18 Venusjes: ‘lieflijke juffertjes’
  blank: in zeker contrast met de naam van de herberg
  gelyk: als
19 ontdaan: ontbloot
20 Om ons t' ontsteeken: Met de bedoeling ons in vuur en vlam te zetten
21-24 Stryd ... ontweeken: Ben, toen ik in de verleiding kwam, stilletjes aan dat zinderende hof van de liefde ontsnapt (en) zonder schroeiplekken te hebben opgelopen, de hemel zij geloofd, (de hemel,) die Jozef een nog ‘heerlijker’ (verlokkender) aanleiding op zijn pad bracht (of: die Jozef (door de grotere verleiding) nog heerlijker stof tot roemen gaf). Six doelt op de vrouw van Jozefs heer (vandaar ook: heerelyker?) Potifar, die Jozef poogde te verleiden. Jozef kon ternauwernood ontkomen (Genesis 39). De verleiding wordt hier voorgesteld als een hemelse beproeving. De stof (r. 22) is naast een ‘aanleiding’ of een ‘reden’ waarschijnlijk ook de brandstof die het verzengende vuur van de wellust kan doen oplaaien (vgl. bij deze vuur-metaforiek ook het beeld van de jongeling in de oven, r. 3-4).
25 gril: rilling (wnt v, 763, deze plaats)
26 Wan: Als
  bedenk: me te binnen breng
  bof: met een dreun (het klanknabootsend tussenwerpsel (‘bom!’) zou hier al tot een bijwoord zijn geworden, wnt iii, i, 244, deze plaats)
  op mynen teen: dwz. juist achter mijn op de tenen wegsluipende voeten
27 't was laat: Men sloot dus af en Six suggereert: mijn vriend bleef een nacht over.
29 wyn: dwz. alleen wijn
30-31 uit [...] Komt: door ... raakt (dwz. drank wekt wellust)
32 dryven: dwz. onbesproken, in het midden
34 om huur: die te huur is
35 Onleschliker: moeilijker te blussen
36 Staagh aan het braaden: Voortdurend in vuur en vlam
37 van naaberouw zoo duur: die zoveel naberouw kost
38 werd: zal worden
  een koel gebuur: een ingetogen makker
39 omwendt: op zijn schreden terugkeert
40 'k Zal pek versmaaden: Dan zal ik de pek uit de weg gaan (want ‘wie met pek omgaat, wordt ermee besmet’)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken