Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (2 delen) (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten (2 delen)
Afbeelding van Gedichten (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.26 MB)

Scans (63.55 MB)

XML (4.98 MB)

tekstbestand






Editeur

A.E. Jacobs



Genre

poëzie

Subgenre

studie
verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten (2 delen)

(1991)–Joannes Six van Chandelier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[182] Wensch des Eenhoorns (p. 318)

toelichting In dit gedicht verwerkt Six een aantal toespelingen op de uithangtekens van het derde, vierde en vijfde huis vanaf de Dam aan de westzijde van de Kalverstraat en op de naam van enkele bewoners van die huizen. Het gedicht spreekt over een zekere animositeit tussen Six en zijn buren ter rechterzijde, maar die kan ik niet nader toelichten. De drie huizen zijn inmiddels afgebroken. Hun plaats is ingenomen door het complex van de zgn. Groote Club (Gimpel, 1913). In het middelste huis, De Vergulde Eenhoorn, woonde de familie Six van Chandelier. Het gedicht staat op p. 237-238 van Six' Poësy.
 
annotatie  
 
1 slinks: ter linkerzijde. Het uithangteken van de Eenhoorn zag vanaf de hijsbalk uit naar de overzijde van de Kalverstraat. Aan zijn linkerzijde lag De Meermin, het derde huis, dat in 1647 en 1659 in bezit was van een Frederik van Geel. De naam van de huurder is niet vermeld in de bronnen (Gimpel, 1913, p. 126-127).
2 een silvere rivier: de rivier die was afgebeeld op het uithangbord van De Meermin
3 galm: zang
  uit waater: vanaf het water van die rivier
4 Vry: Heel wat
6 queelende: zingend
  terwyl se spiegelt, en sich kamt: een spiegel en een kam waren vaste attributen van de op uithangborden afgebeelde meerminnen (Van Lennep en Ter Gouw i, p. 396).
7 Niet van natuur, gelyk: Zonder de aard van
8 maar die, om vyandschap, vergramt: maar juist van een zeegodinne die boos wordt als er ergens tweedracht is
9 Ter rechter pronk ik, langs: Ik pronk met aan mijn rechterzijde
  twee schoone boogaard landen: dwz. de mooie ‘landerijen’ van twee boomgaarden. Six doelt op het vijfde huis in de Kalverstraat, dat bewoond werd door de broers Govert en Pieter Bogaert (de opgave is van 1659). Zij waren de zoons van de omstreden regent en zeepzieder Jan Willemsz Bogaert (1577-1638), die in 1629 voor twee jaar uit de stad verbannen werd en op wie Vondel zijn hekeldicht Eer-Dicht, Op 't vertreck van Jan Willemsz. Bogaert maakte (Gimpel, 1913, p. 137, Elias, Vroedschap i, p. 281-282 en wb Vondel iii, p. 258).
10 midden in het ys, ook groenen eeven fris: ook als het hartje winter is, nog even fris in blad staan. Wil Six in deze raadselachtige passage benadrukken dat men niet aan heuse boomgaarden moet denken?
11-12 Maar ... Verschuilen: Maar die een valse slang en een adder met dodelijke beet verborgen houden. Doelt Six op de broers zelf of op leden van hun huisgezin?

[pagina 331]
[p. 331]

12 als, in gras, de groene haagedis: zoals de groene hagedis in gras verborgen blijft
13 schroom: ben ... bang
  blaauwe: giftige (wnt ii, ii, 2792)
14 goud yvoor: vergulde hoorn
15-16 Door ... het: Berooft, als het ertegenaan gedrukt wordt, het fenyn van zijn kracht, doordat het op ondoorgrondelijke wijze werkt als tegengif (wnt xx, 623, deze plaats; vgl. voor deze geheimzinnige kracht van de hoorn van de eenhoorn: Van Andel, 1928, p. 5-25. Men verkocht wel de tand van de narwal als eenhoornhoorn.)
16 een Moor: een woeste Afrikaan
17 Korinthen: de stad Corinthe. Een epitheton van Corinthe was bimaris, ‘aan twee zeeën gelegen’ (vgl. bijvoorbeeld Horatius, Ode i, vii, 2).
18 oopen diepte: een wijde zee (nl. de Golf van Corinthe en de Golf van Aegina)
  teegenspeelt: tegenaan klotst
19 de Zeegod: Neptunus (die over zulke zaken kan beschikken)
20 Noch een Meirminne: nl. ook aan de rechterzijde (in plaats van de boogaard landen)
  zoo: even
21 Ik ... daaler: ‘Ik zou een lieve som willen missen’. Het precies omschreven bedrag (een daaler is een daalder, een Taler) speelt nader toe op de buren die Six wel kwijt zou willen zijn: het huis van de gebroeders Bogaert heette De Drie Kroonen en de familie was afkomstig uit het land van Kleef (uit Wezel). In een wel aan Vondel toegeschreven hekeldicht Op Jan Willemz Bogaert wordt op die afkomst uit Wezel gewezen. Ook zou de vader van Six' buren een ‘Kleefschen hoedt’ gedragen hebben. Volgens Vondel zelf zou dat gedicht ‘het maaksel van Henrik Hooft, broeder des Drossaarts’ zijn (Vondel, Poëzy, 1682, ii, p. 677-678 en vgl. Penon, 1873, p. 23-28).
22 een spotter, en een smaaler: vgl. het serpent en de draak (r. 11). Hun boose tongen (r. 13) krijgen hier een nadere toelichting.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken