Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Epitheta, dat zijn bynamen oft toenamen (2017)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.38 MB)

ebook (3.23 MB)

XML (1.93 MB)

tekstbestand






Editeurs

Ingrid Biesheuvel

René Kurpershoek

Nicoline van der Sijs



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon
taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Epitheta, dat zijn bynamen oft toenamen

(2017)–Anthoni Smyters–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

V.

VAders.Goede, oude, kale, grijse, eerweerdighe, wijse, voor, Patroonen, eerbare, ghedenckweerdighe, volchweerdighe, voorganghers, jonghers-spieghel.
Vaeck, ziet Slaep.
Vaendragher.Bequamen, stouten, aerdighen, stercken, wackeren, furiensen, moedighen, krijgher, onvervaerden, jonghen, couragieusen, voorgangher, voortredenden, edelen, bespringher.
Val.Haestighen, periculeusen, zorghelijcken, gevaerlijcken, plompen, hooghen, subijten, vallenden, omstortenden, nederstortenden, quaden, smertelijcken, quetsenden, martelenden, dootlijcken, onverdachten, moordadighen, ongheluckigen, swaren, dapperen, schadelijcken, verderffelijcken, onvoorsienighen, struyckelenden, plotsighen, schrickelijcken.
Valck.Edelen, voorby-vlieghenden, lustighen, hupschen, wackeren, blixemenden, gheleerden, veldt, hoochmoedighen, Reygher, moedighen, loosen, schalcken, ghetemden, lichten, botten, vlugghen, plompen, gheroepenen, wandelaer, Gier-valck, gheaesden, ghetemt, hijghenden, ghehuyfden, ghebroeden, hagaert, ghemailleerden, handt, ghebecten.
Valckenaer, Valckenier.Zorchvuldighen, wackeren, werckelijcken, arbeydighen, ervarenen, avontuerschen, gheduldighen, ongheduldighen, roependen.
Varenkruydt.Veldt, onnut, wildt, berchs, boschs, ghehackelt.
Vasten ofte Vasten-dach.Droevighen, jaerlijcschen, bleecken, magheren, quadragesimalen, langhen, hongerigen,
[Folio Y8v]
[fol. Y8v]
 verhongherden, soberen, verstervenden, heylighen, penitentialen, abstinerenden, Lentenschen, vischachtighen, verstervenene, vastenden.
Vastenavondt.blijden, vetten, wellustighen, vermakelijcken, ongheschicten, onghemanierden, Mommers, lustigen, vrolijcken, maeltijt-ghevenden, zotten, Bacchus-feestighen, vermomden, kinder, Papen, mallen, bedelaers.
Vasticheyt.Stantvastighe, ghestadighe, zekere, onzekere, obstinate, koppighe, onoverwinnelijcke, vaste, woeste, deuchdelijcke, krachtighe, onberoerlijcke, voorghenomene, harde, machtighe, onveranderlijcke, gheduerighe.
Vat.Swack, broos, diep, gapende, breedt, wijdt, open, aerden, gheherst, vochtich, drooch, ghedect, wijn, boter, etc.
Vee.Voldraghende, noodich, nut, voedende, ghehoornt, beer, onkuys, rijck, rijckmakende, vet, arm, vreesachtich, ghewolt, vruchtbaer, weydende.
Veelken.Kinder, kleyn, gheschildert blijdt, zoetluydende, wit, lustich.
Veers ofte Ionghe Koe.Teedere, jonghe, malle, huppelende, vriendelijcke, smeeckende.
Veerdicheyt.Neerstighe, haestighe, ghevloghelde, groote, wackere, kloecke, levendighe, moedighe, wonderlijcke, rassche, verwonderlijcke, voorghenome, lochte, flocx, ongheloovelijcke, bereyde.
Veest.Vuylen, stinckenden, verborghenen, windighen, wtghedronghenen, blasenden, aessemenden.
Veete, ziet Haet.
Veyl.Groen, ghebladert, klimmende, ghegraent, slim, kruypende, onkuys, verspreyt, sterck, getact, sleypende, boochzaem, levende, krans, ghekroont, blijdt, ghekrolt, ghelooft, lieflijck, bleeck, Bacchus, victorieux, vael, slingherende, bruylofts, hoochklimmenden, hayrich, gheklisset, muerachtich, witachtich, eergierich, dicht, vasthoudende, ghekleeft, ghewortelt, omwonden.
Vel.Zacht, bonten, ghevilt, klinckende, parckement,
[Folio Z1r]
[fol. Z1r]
 ghetout, pelsachtich, winter, dobbel, voeyer, wolachtich, hayrich, ghestreept, reyn, zoet, roodt, ghemoeyich, hamel, slecht, effen, vuyl, bloedich, dunne, teer, stijf, dick, onbereyt, zeemen, bocken, schapen, gheyten, etc.
Velblooter.Vuylen, onreynen, arbeydighen, besighen, ambachts-man.
Veldt.Platte, breet, begraesde, vruchtbaer, open, lustige, koren, tarwen, groene, leegh, schoone, ydel, heerlijck, korendraghende, nedrich, vruchtdraghende, wijde, volle, ruyme, effene, overvloedich, ghele, gheluckich, groenende, acker, lustighe, bevruchte, vochtich, zoete, lachende, ontdecte, bloote, vruchtghevende, gheeffent, rijck, stuyvende, wijtstreckende, 'tghestreepte, volsleghen, omcinghelt, bloemdrachtich, groen-ghehayrt.
Veldthoen. ofte Partrijs.Warm, lecker, versch, onkuys, loos, delicaet, goet, stijf, bloot, ghespickelt.
Venckel.Zoet, smakelijck, rieckende, zaedt.
Vendel.Oorlooghs, krijghs, ontvouwen, triumphant, victori, ghekruyst, vlagghende, heerlijck, strijtbaer, verheven, gheschackiert, opghesteken, dreyghende, veldt, opghevouwen, vlieghende, bewaeyt.
Venegien.Zee-koninghinne, koopstadt, volckrijcke, stercke, waterighe, onwinnelijcke, vrije, vermaerde, schoone, rijcke.
Dese zeer overvloedighe Stadt, is zeer heerlijck en light in d'Adriatichsche Zee, werdt eerst ghebouwet in't Iaer 420 ofte 456, wt vreese van Attilus der Hunnen Koninck, die d'Italiaensche Steden ruineerde: Sy wordt bewoont van verscheyden volckeren, en dat meer is, men komt van alle quartieren der weerelt om koophandel aldaer te drijven.
Venetianen.Loose, schalcke, voorsichtighe, gheeerde, lanckmoedighe, temporiserende, wijse, heerlijcke, overvloedighe, vreedzame, subtijle, voorziende, statighe, borgherlijcksche, d'eere van Italien, vredehoudende.
De regeringhe van dese Ghemeente is ghemenght in dryerleye Republijcken, te weten, Monarchie, Aristocratie, ende Democra-
[Folio Z1v]
[fol. Z1v]
 tie. Niet teghenstaende leeft het onder zoo goede en heylighe VVetten, dat sy alleenlijcken trachten na het onderhoudt, continuatie ende verheffinghe van d'eere van hare Republijcke: Boven alle dinghen beminnende den vrede, en haten d'oorloghe, ghebruyckende zulcken voorsichticheyt in alle zaken, dat hoewel sy overvloedelijcken machtich ende rijck zijn, daer in te boven gaende alle d'Italiaensche heerschappijen, zoo en heeft in 1100 jaren dat de Stadt ghebouwet is, noyt vreemdelinck ghetracht die met oorloghe t'attenteren.
Venster.Opene, tralie, raem, lichte, hooghe, glasen, doorluchtighe, lichtende, vierkante, lochtghevende, schuynse, vrije, wijde, ghehoolde.
Venus.Schuymighe, Nymphe, Cypersche, lachbeminstere, schoone, zoete, lachende, verblinde, Goddinne, gehayrlocte, lieffelijcke, moye, gulde, schreyighe, handelijcke, zedenmoeder, bevallijcke, heusche, dertele, bloetschandighe, rasende, dulle, der vreuchden-moeder, brootdronckene, zuerzoete, spijtighe, blijde, Goddelijcke, vruchtbare, overvloedige, voedende, zuyckere, lustighe, gheestige, amoureuse, beminstere, onkuysche, aerdighe, vrolijcke, wellustighe, weereltsche, aentreckende, bedrieghelijcke, begheerlijcke, Aphroditsche, Cupidos moeder, hoovaerdighe, malle, zotte, schandighe, teere, delicate, bruyne, hoere, zoetspijtighe, bedriechsteree, aenlockende, der zoete-lievekens-moeder, ghegorde, hoerachtighe, kuysche, kindt der Zee, furieuse, liefden-moeder, zuyvere, heylighe, slechte, met swerte wijnbrauwen, groote, vruchtbare, schippersse, hemelsche, Aeneas moeder, secrete, Princesse, smeeckende, ervarene, delicate, boose, snoode, wederstrevende, luxurieuse, stercke, ghierighe, loose, schandelijcke, slimme, edele, roode, ghemanierde, bevallijcke, witte, poppinne, vrouwighe, roofstere, hayrbossighe, ghemusqueerde, hoeren-goddinne, verradersse, bedorvene, wanckelbare, leckere, onschamele, wtstrijcstere, onbeschaemde, lachlievende.
Wordt daer mede verstaen, verborghen begeerte ende lust.
Veranderinghe ofte Verscheydenheyt.Verscheyden, veranderlijcke, vermomde, nieuwe, gheplacte, Pantersche,
[Folio Z2r]
[fol. Z2r]
 onghelijcke, ghemenghde, passementsche, schilders, ghespickelde, verwisselde, ongheloovelijcke, ghesmede, lustighe, gheschackierde, vermakelijcke, ghecoleurde, zeltsame, wonderlijcke, ghestreepte, ghemarberde, sijde, ghesticte, onghelijcke, verlichte, sproeten, gheteeckende, onderscheydene, overvloedighe, by ghevalle, wollen, ghefigureerde, quistighe, lichtveerdighe, onvaste.
Verbaestheyt.Twijffelachtighe, donckere, onghemackelijcke, sware, moeyelijcke, droeve, dobbele, quellijcke.
Verbeteringhe ofte Correctie.Machtighe, harde, reformerende, quellijcke, ziet Straffe.
Verblijdinghe.Lustighe, blijde, ghemeyne, zoete, zotte, slechte, vrolijcke, lieflijcke, verheughende, kinderlijcke.
Verblindinghe.Bekommerde, donckere, blinde, duystere, schemerachtighe, catarrighe, grouwelijcke, nevelachtighe, duysterachtighe, nachtelijcke, steke, leep-oogighe.
Verbondt.Verbindich, vriendelijck, onderlingh, vast, lieflijck, voeghelijck, ghemeynsaem, vereenicht, vredelijck, vleeschelijck, lichamelijck, gheestelijck, gheluckich, broederlijck, ghezellen, besproken, ghetrou.
Verborghentheyt.Verborghene, diepe, onwtsprekelijcke, misterische, bedecte, hooghe, wedersprekelijcke, secrete, swijghende, zielen-kamer, bedenckende, mentale.
Vercken.Vet, borstel, slijckerich, grommende, smackende, kochende, vuyl, ghezouten, profijtelijck, gulsich, ongantsch, eeckel, mest, gheborstelt, slockerich, hongherich, magher, wentelende, slaep, droncken, draf, ongheduldich, huyverich, beucken, ghetandt, vinnich, kudde, knorrende.
Dese Beeste is de Lazerije subject om syne gulsicheyt, welcke zoo groot is, voornamelijck in de Zeughen, datse zomtijts hunne jonghen eten, ende oock van andere, ja zelfs de kinderen in de wieghe.
Verklaringhe ofte Verhael.Lichte, gheheele, blijckelijcke, ghemeyne, openbare, ontdecte, kennelijcke, ghearticuleerde, wtlegghende, merckelijcke, breede, breede, langhe,
[Folio Z2v]
[fol. Z2v]
 verstandighe, fraeye, schoone, verklarende, lustighe, zuyvere, wtlegghende, bediedelijcke, leerlijcke, verwerrede, zinghevende.
Verdervinghe, Verwoestinghe,ziet Ruine.
Verdrach.Vredelijck, vriendelijck, goet, gheluckich, vreedzaem, onderlingh, ghesloten, eendrachtich, lieflijck, vredemakende, gheduerich, aenghenaem, vereenicht, innelijck, overeenkomende, kindt des vreedts, verdraghen, ghemeyn, goedertieren, bevesticht, vast-gemaecte, ondersocht, waer-ghemaect, wel-overleyde, ghesticht, verbonden, besworen, onbrekelijck, overeenghekomen, gheaccordeert, gheconditionneert, bevoorwaert, houwelijck, matrimoniael.
Verdruckinghe.Gheweldighe, onverdraghelijcke, tyrannighe, lasterlijcke, hinderlijcke, sware, harde, vertredende, onlijdelijcke.
Vereenighinghe ofte Overeenkominghe.Vredelijcke, lieflijcke, onderlinghe, goede, vreedzame, overeenkomende, eenstemmighe, vreedhoudende, vaste, gheduerighe, beslotene, gheluckighe, aenghename, vereenichde, ghelijckmatighe, besprekene, vreden-kindt, ghemeyne, goedertieren, ware, bevestichde, bekrachtichde, waer-ghemaecte, onderzochte, overleyde, betwistichde, ghemaecte, onderzochte, ghedichte, bevoorwaerde, het eynde van processen.
Vereeringhe, ziet Gheschenck.
Vergaderinghe.Ghemeyne, volckeren, oproerighe, volle, overvloedighe, heerlijcke, groote, eerbare, eerlijcke, borgherlijcke, ghewoonlijcke, vermaerde.
Vergheldinghe.Weerdighe, vruchtbare, ghehoopte, milde, zoete, verdiende, blijde, profijtelijcke, begheerde, gheeyschte, beloofde, toeghezeghde.
Verghetenheyt.Diepe, verborghene, verroeste, luye, tooverighe, blijde, vreedzame, langhe, swijghende, vaeckerighe.
Verghiffenisse.Medelijdende, ghenadighe, ghetrouwe, beleefde, ootmoedighe, gunstighe, ghegonde, machtighe,
[Folio Z3r]
[fol. Z3r]
 barmhertighe, ghenaden-rijcke.
Verghift.Fenijnich, bitter, haestende, ongheneselijck, swert, doodelijck, droevich, koudt, slanghen, grouwelijck, schrickelijck, blindt, slaperich, boos, arch, wreet, tooverich, periculeus, schadelijck, pestich, afgrijselijck, verborghen, verraders, vuyl, vervaerlijck, swertende, schandelijck, quaet, medeanen.
Vergilius.Mantuaen, Eneyden-autheur, vermaerden, statighen, Latijnschen, Homerus, Eneas-trompette, krijghs, onsterffelijcken.
Virgilius Maro, gheboren van Mantua, is onwedersprekelijcken den excellentsten Poëet onder alle de Latijnsche poëten, ghelijck Homerus den voornaemsten is onder de Griecken: daer hy met recht wel by mach gheleken worden, heeft hem oock ghevolcht in synen Boeck van d'Eneyden, in syn Georgica ende Theocritus in synen Bucolica: Syne Poëterije was zoo groot gheacht by den Keyser Augustus, dat hy alleen d'oorzake is datse tot onsen handen ghekomen is: want Virgilius op syn sterven ligghende, gheboodt datmen die verbranden zoude.
Verguldinghe.Rijcke, gheborduerde, kostelijcke, ghele, bepeerelde, blinckende, kantighe, schoone, lustighe, ghelocte, ghenopte, dierbare, ghemenghde, blijckelijcke, merckelijcke, weerdighe, heerlijcke, gheboorde, ghekrulde, pompeuse, ghefatsonneerde.
Verheughinghe.Ghenuechlijcke, wellustighe, zoete, vriendelijcke, troostelijcke, lustighe, eenighe, vermakelijcke, vertroostighe.
Verhinderinghe.Onbequame, quade, schadelijcke, quellijcke, verdrietelijcke, onnutte, quaet-doende, vertoornende, nadeelighe, lasterlijcke, moeyelijcke, belettelijcke.
Verholentheyt.Verborghentheyt, wonderlijcke, heylighe, sacramentale, Goddelijcke, secrete, onzegghelijcke, onwtsprekelijcke, groote, ongheloovelijcke, onbekende, wonderbare, onbegrijpelijcke, hooghe, ongrondelijcke, ondoorgrondelijcke, Godts-dienstighe, diepsinnighe.
Verjuys ofte Groen sap.Scherp, sterck, sappich, zuer,
[Folio Z3v]
[fol. Z3v]
 druyven, klaer, scerp.
Verlichtinghe.Troostelijcke, blijde, zoete, bystaende, behelpelijcke, onderstandighe, verzoetende, verzachtende.
Verlies.Schadelijck, Zees, oorlooghs, droevich, quellijck, swaer, verdrietelijck, elendich, verarmende, scheeps, onverhalijck, verdervelijck, ruinerende, verdervende, schandelijck, onwederkrijghelijck.
Vermakinghe, ziet Ghenuechte.
Vermaninghe.Wijse, betoonende, vriendelijcke, Vaderlijcke, Christelijcke, profijtelijcke, verbalijcke, heymelijcke, troostrijcke, gherust-ghemoet-ghevende, broederlijcke, lieflijcke, openbare, zalighe, hertelijcke, waerschouwende, ampere, heftighe, straffe, ernstighe.
Vermetentheyt ofte Verwaentheyt.Hoovaerdighe, goetdunckende, beroemelijcke, onverdraghelijcke, ghekammede, spijtighe, brootdronckene, trotse, verhevene, stoute, onbedachte, hoochmoedighe, onbeschaemde, onbesuyste, dertele, onvertsaechde, moeyelijcke, hoovaerdighe, dreyghende, veronweerdighe, zotte, opgheblasene, groote, grootsighe, eergierighe, ydele, roemighe, stinckende, beroemighe.
Vermillioen.Bloedtroodt, roodt, purpurich, doorluchtich, schoon, fenijnich, vlammende, scharlaken, mijnen, dier, verlichters, pulver, dun.
Dit's een roodt poeder, ghelijck scharlaken, het wordt in de zilver-mijnen ghevonden: Om dat te bereyden, moetmen't wel kleyn tot pulver maken, dat wel wasschen alst kley ghestooten is, dan wederomme ghewassen als te voren. Den luyster van't Vermillioen vermindert zeer alst in de Sonne oft Mane langh staet.
Vernuft, ziet Verstandt.
Verrader ofte Verraderije.Schelmschen, archlistighen, gheveynst, listich, secreet, verborghen, onghetrou, smeeckende, loos, voorbedacht, valsch, bespiet, bedect, moorders, bedrieghelijck, ongheluckich, nacht, doodelijck, hatelijck, daetzamen.
Verroeringhe.Wackere, dertele, zoete, lieflijcke, vrien-
[Folio Z4r]
[fol. Z4r]
 delijcke, hoerachtighe, smeeckende, malle, dappere, behendighe.
Vers ofte Veersken.Gheheylicht, lustich, vrolijck, subtijl, gheleert, bearbeyt, amoureus, Poëtisch, Sonnetten, aerdich, lieflijck, gulden, loffelijck, heerlijcken, tallich, onstervelijck, statich, stemmich, maten, maethoudende, zoet, schoon, Goddelijck, trots, moedich, arbeydich, neghen-susters, ghetrou, ghemeten, vloeyende, welghestelt, welsprekende, honich, behonicht, Homerisch, sententieux, wel overgheset, fabuleus, bootsich, betoovert, comicx, bulderende, zanghs, hemels-kindt, klinghende, besworen, retrograderende oft kreeft, duerich, Vergilius, eeuwich, deuchden-trompet, moedich, Goden-kindt, smeeckende, rijck, ghestelt, Ronsaerts, zoetklinckende, reyn, zuyver, tragijcx, slibberende, kreupel, huppelende, hinckende, Bellaisch, Marnicx, vriendelijck.
Versmadinghe ofte Verachtinghe.Groote, moedighe, grootsche, verachtelijcke, quaetwillighe, straffe, vermetelijcke, verborghene, hoovaerdighe, verwaende.
Versnoteringhe.Besnotte, hanghende, koude, vuyle, druypende, snuffelende.
Verstandt.Levende, subtijl, kloeck, Godtlijck, hemels, scherpsinnich, begrijpelijck, spitsvindich, wacker, zorchdraghende, veerdich, leerbaer, vlijtich, goet, scherp, edel, loos, studieus, enghe, reyn, zuyver, wtnemende, vernuftich, groot, Enghels, Philosoophs, bot, ezels, kindts, wijfs, grof, waenwijs, roemzuchtich.
Verswijgher.Ongheluckighen, secreten, diefschen, loosen, quaden, schalcken, boosen, strafweerdighen, schadelijcken, loghenachtighen, aenlockenden, smeeckenden, bedriegher, diefs vriendt, hatelijcken.
Vertoevinghe.Verbeydinghe, ghemeynzame, ghestadighe, vaste, wtstellende, huysselijcke, wellustighe, onledighe, aenghename, beydende, huys-bewarende, wtghestelde, luye, lustighe, quellijcke, verdrietelijcke, gheduldighe, langhe.
Vertooninghe.Heerlijcke, hoovaerdighe, ydele, opghe-
[Folio Z4v]
[fol. Z4v]
 blasene, grootsche, vermetele, brootdronckene, magnifijcke, hoochmoedighe, volcx, malle, merckelijcke, roemredighe.
Vertreck, ziet Afscheyt.
Vervaertheyt ofte Verschrickinghe.Grouwelijcke, koude, onghewoonlijcke, krijghs, eysschelijcke, dreygighe, twijffelachtighe, haestighe, bleecke, onverziene, droevighe, schrickelijcke, bloode, beroerlijcke, ydele, vergheefsche, stuere, verschrickelijcke, mismaecte, leelijcke, beestelijcke, monsterlijcke, onaerdighe, Reusen, berchsche, hatelijcke, afgrijselijcke, wilde, verveerende, wonderlijcke.
Ververschinghe.Zoete, aenghename, lieflijcke, vriendelijcke, troostelijcke, vermakelijcke, vreedzame, lommerachtighe.
Vervolghinghe ofte Persecutie.Harde, strenghe, sware, bloedighe, martelaren, wreede, tyrannige, onnoosele, doodelijcke, groote, lustighe, quellijcke, elendighe, smertighe.
Vervolghinghe van eenich dinck.Neerstighe, langhe, natrachtende, quellighe, ordinaris, haestighe, extraordinarisse, koopmanshandel, gheduerighe, harde, zorchvuldighe, vyerighe, arbeydighe, stadighe.
Vervolch.Heerlijck, volkomen, moy, triumphant, ghedenckweerdich, vermaert, oorlooghs, overvloedich, victorieus, eerlijck, moeyelijck, periculeus, ghevaerlijck.
Vervloeckinghe.Grouwelijcke, boose, zorghelijcke, vergramde, verdoemelijcke, beswaerde.
Verwe.Levendighe, roode, verhooghenghe, schoone, Hyacintische, gladde, gloeyende, incarnate, vermillioene, purpuren, natuerlijcke, cinobre, blosende, Turcsche, bladere, schilders, boschgroen, eyer.
Verwinner.Kloecken, stouten, oorlooghs, krijghs, trotsen, onoverwinnelijcken, hoochmoedigen, machtighen, stercken, edelen, ghevreesden, onervarenen, strijdtbaren, welgheoeffenden, onghetemden, onoverwonnenen, vromen, wijsen, heerschenden, ziet Overwinner.
Verwonderaer.Diepen, onbequamen, ongheschickten,
[Folio Z5r]
[fol. Z5r]
 eergierighen, ydelen, te vergheefschen, gapenden, curieusen, mallen, zotten, onwetenden, botten.
Verwoestinghe.Ghemenghde, verwerde, ongheschicte, deerlijcke, gheruchtmakende, hobbel-sobbele, verbasende, beroerde, belemmerde, elendighe, perplext makende, arme.
Verwijt.Vileyn, hatich, nijdich, mishagende, lasterlijck, oneerlijck, wedersprekelijck, schandich, blasphemeerlijck, overlastich, faemroovende.
Verworpenen ofte Verachten.Boosen, verdoemden, verdoemelijcken, verachtelijcken, onzalighen.
Verzamelaer.Vlijtighen, neerstighen, wackeren, gierighen, wrecken, curieusen, buckenden, zorchvuldighen, onledighen, bekommerden, woeckerenden, onverzadelijcken, besighen, altijd-doenden.
Verzekeringhe.Vaste, zekere, trouwe, bevestichde, ware, ghestadighe, goede, wijsmakende, wijsghemaeckte, stoute, verzekerde, stantvastighe.
Verzelschappinghe, ziet Ghezelschap.
Verzoeninghe.Vriendelijcke, lieflijcke, hertelijcke, vreedzame, innighe, verdraghene, gheaccordeerde, eerlijcke, broederlijcke, minnelijcke, ghemiddelde.
Vesta.Oude, straffe, Goddinne vande zuyvere susters, vermaerde, eerweerdighe, Albanische, machtighe, ceremonieuse, maghet.
Numa Pompelius, den tweeden Roomschen Koninck, dede eenen Tempel bouwen ter eeren van Vesta, waer inne sy gheeert werdt, als Goddinne vande maechdelijckheyt. By Vesta wordt verstaen d'Aerde, zomtijdts voor 't Vyer. Saturni Moeder is d'Aerde, ende syn Dochter is 't Vyer.
Vestales.Religieusen, heylighe, ghewijde, maechden, eerbare, gheeerde, Roomsche, Pompiliaensche, zuyvere, ongheschende, onschendelijcke.
De Vestale Maechden wierden te Roomen gesticht, door Numa Pompilius, dat waren Dochters de Goddinne Vesta toegheeyghent, welck woordt Vesta, beteeckent Vyer: Sy waren oock ghehouden altijt vyer te houden, altijt brandende zonder dat te laten wtgaen, in ghetuyghenisse van hunne maechdelijckheyt.
[Folio Z5v]
[fol. Z5v]
 Men hieldese te Roomen in zulcker weerden, dat als sy wt hunnen Tempel ghinghen, men droech voor hun een yseren roede ofte kudse, ghelijck men voor de Regeerders der Steden draecht: Ende zoo by gheval men eenighen misdadighen ter galghen leyde, werdt door hun verkost. Sy moesten 30 jaren onghetrouwet blijven, hun reynicheyt behoudende, op lijf-straffe: welcken tijdt over zijnde, het stondt hun vry (zoo't hun beliefde) mochten trouwen, ende dat kleedt verlaten.
Vet.Onsmakelijck, wit, gherooct, zacht, ghesmolten, gheelachtich, overvloedich, dick, etelijck, spijsende, inwendich.
Veulen.Aerdich , wildt, dertel, qualijck-ghetemt, weerspannich, onghetemt, korzel, vry, lustich, mal, rou, wentelende, bronsende, jonck, temmelijck, ontemmelijck.
Vyandt.Wederpartijdighen, doodelijcken, hatelijcken, hooft, teghen, wreeden, listighen, hatelijcken, vervolghenden, heftighen, moedighen, onghenadighen, bespringhenden, verraderlijcken, furieusen, gheweldighen, oorlooghs, zorghelijcken, ghesworenen, harden, hertneckighen, bitteren.
Vyandtschap.Hatelijcke, obstinate, wederstrevende, wreede, verborghene, nijdighe, partijdighe, schadelijcke, bittere, onghenadighe, vergramde, zorghelijcke, ghevaerlijcke, ontstekene, onverzoenlijcke, erdts, erf, bittermondighe.
Vicaris.Die eens anders stede bedient, ghecommitteerden, inghestelden, Stedehouder, Lieutenant, dienenden, ghedienstighen, machthebbenden, ghetrouwen, weerdighen.
Victorie ofte Zeghen.Triumphante, heerlijcke, krijchschen, van Godt toegheschicte, bloedighe, eerlijcke, vermaerde, wtghetrompette, schoone, stuyvende, groote, hooghe, grootsche, ghedenckweerdighe, avontuersche, dertele, weeldighe, gheluckighe, bequame, tijdighe, palmdragende, twijffelighe, luytroepende, verreklinghende, prachtighe, onsekere.
Victori-teecken.Victoriens, edel, onsterffelijck, trots, hoovaerdich, ghedenckweerdich, blijde, excelent, glorieus, eerbaer, merckelijck, vermaert, voorneemste, krijghs.
[Folio Z6r]
[fol. Z6r]
Vyer.Gloeyende, verslindende, scherp, krachtich, gierich, noodtdruftich, brandende, klaer, verteerende, subtijl, straelachtich, stralende, dertele, drooch, vlammende, levende, heet, hittich, glinsterende, swert, doncker, veerdich, schadelijck, inslickende, haestich, smertelijck, rafinerende, dolende, doordringhende, voortkruypende, blinckende, gestooct, licht, louterende, wacker, vlieghende, grouwelijck, wonderlijck, onwtblusschelijck, schijnende, ontsteken, troetelende, smeeckende.
Vyer-panne.Lichtende, schijnende, nacht, ghehoornde, klare, leydende, lanteernachtighe, morghen, blinckende.
Vyer-pijl.Brandende, ghevederden, langhen, schuyffelenden, gheschotenen, vlieghenden, vreuchden-ghevenden, ruysschenden, vlammenden, gheschotenen.
Vyer-stael ofte Vyer-slach.Stalen, verstaelt, vyerghevende, vyerslaende, vyerdraghende, vyerspouwende, kort, nachtelijck, morghen-dienstich.
Vijfvingher-kruydt.Lustich, waterachtich, ghetandet, witachtich.
Vyghen.Dicke, zoete, zoetachtighe, vasten, leckere, smakelijcke, zachte, witachtighe, honichachtighe, delicate, cieraet van Westen, Ambrosinische, Dodische, ghezuyckerde, korf, tonne.
Vygheboom.Lommerachtighen, ghebladerden, Marseillischen, breebladighen.
Vyle.Ghetande, harde, rouwe, bijtende, snijdende, ghekerfde, effenmakende, knaghende, reynighende, scherpe, snedighe, plompe, weecke, verstaelde, fijne.
Vylsel.Dun, stofachtich, ghevijlt, onnut, hardt, koper, ghezaeght, dunachtich, yvooren, latoenen.
uyl.Vriendt der duysternissen, donckeren, alleenich, klaghenden, nachtminster, voorzeggher, droevighen, stervelijcken, treurenden, Athenischen, ongheluckighen, onaerdighen, nachtgheest, zuchtenden, bonten, steen, kerck.
uylenspieghel.Bootsighen, gheck, guyt, wtstrijcker,
[Folio Z6v]
[fol. Z6v]
 spotter, vermakelijcken, spotters-patroon, boeven-voorbeelt, gabberaer, beusel-verkooper, bedrieger, deughnieten-spiegel, landtlooper, narren-vrient, Tielenaer, stront-verkooper.
Vingher.Yvooren, effenen, haeckachtighen, langhen, rooden, onghelijcken, vriendelijcken, albasteren, dunnen, magheren, bevenden, dertelen, behendighen, marberen, wackeren, grijpenden, klauwenden.
Violette-bloeme.Schoone, ghele, dobbele, voorjarighe, ghebloeyde, zoete, moye, edele, vercierde, rieckende, witte, lustighe, aerdighe, purpuren.
De Meertsche violetten groeyen in harde lommerachtighe plaetsen, de bloeme riect zeer zoet, ende de bladeren met gruette zijn goet voor een heete maghe, voor vyericheyt der ooghen, ende spenen.
Viperus.Een Serpent, periculeus, swert, boos, quaet, listich, grouwelijck, fenijnich, wijn-beminnende, furieus.
Onder alle de Serpenten, de Vipere brenght syne jonghen volkomen ter weerelt, draghende hare eyeren in haren buyck, zijn alle van eener verwen ende met een vliesken bedect, ghelijck der visschen kuyt, brenght de jonghen ghewentelt in een kleyn velleken, 'twelck den derden dach breect: het ghebeurt oock zomtijts dat de jonghe noch in den buyck wesende, ende dit velleken ghebroken zijnde, kruypen wt: elcken dach brenghter een voort, ende heefter ghemeynlijcken meer dan twintich. Voorder alle Serpenten kruypen des VVinters in der aerden, wtghenomen de Viperus, die haer onder de steenen verborghen houdt: 'tbemint den wijn van natueren, in manieren dat die het vanghen willen, zetten potten vol wijns by de haghen, om dattet stracx hem daer in begheeft ende maect zich droncken.
Visch.Gheschelden, zoeten, voosen, onsmakelijcken, revier, Zee, gracht, binnewaters, maraschachtich, broeckachtich, vloedt, swemmer, teeren, klaren, vijver, delicaten, ghemaeilleerden, springhenden, schelfferenden, Zeeborgher, wispelenden, vochtighen, graetachtighen, blauwen, wackeren, fluymachtighen, krimpenden, plat, stock, wal, stommen, rouwen, harden, vluchtenden, wit, blinckenden, delicaten, leckeren, vreemden, gulsighen, slockerighen, zachten, schelpachtighen, vasten, slappen, doornachtighen, bergher.
[Folio Z7r]
[fol. Z7r]
Visch-korf ofte Fuyck.Ronden, dickbuyckighen, bollen, visschers, teenen, ghevlochtenen, ghebuycten, overdecten, archlistighen, dobbelen.
Visscher.Arbeydighen, onvermoeyelijcken, gheduldighen, schipper, henghelroeydragher, listighen, armen, lijdtzamen, gheduldighen.
Visioen.Ydel, verschijnende, onzeker, verdwijnende, vliedende, grouwelijck, onhandelijck, ontastelijck, dunckende, schaduachtich, mismaect, schuyffelende, vreeselijck, eysschelijck, onghenakelijck, afgrijsselijck, vervaerlijck, naect, vlichelende, misboren, bleeck, onvolmaect, licht, magher, onzienlijck, verschrickelijck.
uytvaert.Ceremoniale, kerckendienstighe, ghedenckweerdighe, grafs, hoovaerdighe, heerlijcke, droevighe, deerlijcke, Christelijcke, eerlijcke, leste, beschreyde, rondraghende, swerte, dooden, beroukleedde, beklaechde, smertelijcke, prachtighe.
uytdrooghinghe.Quelende, quelachtighe, bleecke, dorre, zieckerlijcke, verdorvene, koortsighe, maghere.
uytneminghe.Wtzonderinghe, gunstighe, wederleyde, vrije, losse, te niet-ghedane, ghepriviligeerde, verghevelijcke, wtghestekene.
uytsprake ofte Oratie.Ghemeyne, openbare, welsprekende, voorverdachte, gheschicte, verstandighe, oproerighe, statighe, deghelijcke, wijs-makende, sermoonen, Predikers, gheleerden, welghesprokenen, ghemeynten, langhe, scherpzinnighe, Orateurs, eerbare, ghecierde, behonichde, Rethorijcsche, Rethorijckelijcke, ziet Oratie.
uytstel ofte Vertreck.Wachtende, langh, verlenght, wtghestelt, langhbeydende, verbeydende, vluchtende.
Vyvouter ofte Zomer-voghel.Vlieghende, moyen, gheverweden, lichten, daverenden, gheschilderden, ghespickelden, blijden, zotten, swierenden, vercierden.
Vyvere.Vischachtighen, houwere, stillen, slapenden, vochtighen, groenen, kalmen, diepen, blauwen, bedijckten,
[Folio Z7v]
[fol. Z7v]
 krommen, vierkanten, moraschachtighe, traghen, fonteynen, bevaerlijcken, modderighen, klaren, droomenden, turbulen.
Vlacke.Vuyle, ghespickelde, groote, puysten, swerte, rosse, schandighe, sproeten, zienlijcke, leelijcke, slijckerighe, smadelijcke, schadelijcke, olie, smetten, mismakende, vette.
Vlaeye.Leckere, teere, zachte, kaes, melck, bruyne, kervel.
Vlaminck.Ghebuerschen, krijghs, beleefden, kloecken, moedighen, vreedzamen, slechten, eenvoudighen, zonder bedroch, welsprekenden, lichtveerdighen, poffenden.
Vlamme-vyers.Levende, brandende, roockende, subtijle, heete, daverende, gheschotene, wtschietende, swertmakende, ontsteken, smertende, traghe, bernende, verstorvene, rasende, barnende, swerte, verhittende, veerdighe, rassche, warme, spertelende, aenghestoocte, doordringhende, gheinsterende, stercke, lichte, bevende, krachtighe, vyerighe, vlieghende, nachtelijcke, gheweldighe, krakende, verlichtende.
Vlas.Fijn, ghehekelt, langh, spinsters, dun, zacht, wit, rou, zoet, ghemoeyich.
Vleesch.Bloedich, bloeyende, sterffelijck, swacke, kittelich, swadderich, zoet, versch, roodt, verganckelijck, smakende, wormen-aes, vaddich, voedende, etelijck, aerdts, wellustich, verderffelijck, snoode.
Vleughel.Ghevederden, lichten, subtijlen, ras, dertel, zacht, voorbyvlieghenden, vliedenden, fluytenden, ghelijckwichtighen, stijven, gheschudden, bevenden, loopenden, ontvouwenen, rasschen, gheruchtmakenden, lichten, windighen, roerenden, huppelenden, stouten, hooghvlieghenden.
Vleyaert ofte Pluymstrijcker.Smeeckenden, zachten, aenlockenden, verraderlijcken, loosen, schalcken, bedrieghelijcken, zoetsprekenden, wtstrijckenden, willekooser.
Vlierboom.Merchachtighen, moraschachtighen, onstercken, ghebloemden, gheknopten, berghighen, gheweerden, weerachtighen, boschachtighen.
[Folio Z8r]
[fol. Z8r]
Vliermuys.Dralende, ratelende, piepstere, stijve, melckghevende, fluytstere, ghevloghelde, leeghvlieghende.
Onder allen 'tghevoghelte, de Vliermuys alleene is die melck heeft, ende gheeft haren jonghen te zuyghen al vlieghende, die houdende tusschen hare pootkens omhelst.
Vlies.Ghekrolt, zacht, wit, wollich, delicaet, ghespickelde, ijkich, vet, Enghels, ghequispelt, fijne, spitshayrich, Tyriensch, hamelen, sterffelijcke, Spaens, vochtich.
Vlies.'tGulden Vlies, rijck, gouden, kostelijck, gheluwe, Colchidsch, ghestraelde, roodt, sterffelijcken, blinckende, Iasonisch, hazardeus, bewaerde, dierbaer.
Vlysses.Itakischen, loosen, der Griecken eere, wijsen, vermaerden, Sisiphidschen, scherpsinnighen, Griecschen, schalcken, boosen, traghen, soldaet, Homericschen, welsprekenden, werckmeester der boosheyt, meyneedighen, logenaer, bedrieghelijcken, verrader, vos, arbeydigen, verharden, lantlooper, bedachten, Peneloopschen, hertelijcken, ervarenen, ridderlijcken, wreeden, eedtbreker, bedriegher, gheschicten, subtijlen, dubbelen, doortrapten, wackeren, boosachtighen, langzamen, boefachtighen, smeecker, vleyaert, experten, krijgher, eloquenten, behendighen, krijghs-heldt.
Homerus den Prince der Poëten, versiert dat Vlysses Laërtius sone, Koninck was van het Eylandt Ithacae, ende van Dulicha, een alder-welsprekende man, ervaren in groote zaken, kloeck ende verstandich ter oorloghe, die patientelijcken den arbeydt verdroech. Syn vrouwe was ghenaemt Penelopa, by dewelcke hy hadde Telemachus, ende was op haer zoo verlieft, dat op dat hy niet en zoude in d'oorloghe voor Troyen trecken, geliet hem oft hy wtsinnich gheweest ware. Niet teghenstaende, men stierde hem daer henen, want syne schalckheyt werdt ontdect door Palamedes, daer hy kloeckelijcken hem queet, ende veel exploiten te weghe bracht. Ten lesten keerde hy weder in syn Landt, hem ghekleedt hebbende als eenen bedelaer, met de hulpe van syn sone Telemachus ende twee Dienaers, brachtse al om den hals die in syne absentie syn vrouwe ghevrijet hadden, wtghenomen alleenlijcken eenen. Een van syne sonen Telegomus, heeft hem onvoorzienlijcken ghedoot.
Vlieghen.Ghevloghelde, leckere, bloetminnende, ste-
[Folio Z8v]
[fol. Z8v]
 kende, locht, zuyghende, verbyvlieghende, vuyle, onreyne, gulsighe, hommelende, swermende, quellijcke, vlieghende, korselende, bezende, ruysschende, dommelende, rassche, wackere, leckende, vergrammende, peerdts, stront, Spaensche, Cantariden, bedelende.
Vlieghinghe.Lichte, bezijden, hooghe, snelle, stijve, haestige, swierende, verhaeste, wackere, dappere, Pegasische, gheschortede, ghevloghelde, hoochmoedighe, neerstighe, lochte, verhevene, inde locht, bevende, stoute, gheveerde, ghepluymde, voghelsche.
Vlyticheyt.Veerdighe, blijde, ghezonde, wel te passe, moye, lichte, rassche, wackere, abele, behendighe, bequame, voorghenomene, fluxe, snelle, neerstighe, kamerspeelsche, guyghelsche, edele, ghehandtzame, dappere, jonghe, deuchdighe, dertele, brootdronckene.
Vlocke van schaerlaken.Lichte, zachte, stuyvende, stofachtighe, vuyle, vullende.
Vloedt.Waterloop, stercken, ruysschenden, tierenden, vlietenden, lichten, gheruchtmakenden, onghetoomden, ontbreydelden, onbedwongenen, vrijen, opworpenden, barenden, krommen, weghdrijvenden, voortvlietenden, schuymenden, Zee, draeyenden, stijven, bassenden, haestighen, ronckenden, krachtighen, preutelenden, verstoorden, rochelenden, loopenden, tempeestighen, beroerenden, zouten, windighen, heesschen, wreeden, straffen, woedenden, opspringhenden, oploopenden, witten, veranderlijcken, ghestoorden, bassenden, kromloopenden, murmelenden, verwelfden, trotsighen, gheswollenen, onghestadighen, onghestuymden, tegenstroomigen, teghendringhenden, vischachtighen, afgaenden, wassenden, verschen, drijvenden, machtighen, grasachtighen, dreyghenden, inswelghenden, bevenden, verschrickelijcken, vreeselijcken, zilver-klaren, grommelenden, ghedrevenen, bleecken, bevochtighenden, kalen, blauwen, bobbelenden, ghevaerlijcken, overvloedighen, druysschenden, vliedenden, gheweldighen, dooven, stouten, onghebreydelden, grooten, draeyen-
[Folio Aa1r]
[fol. Aa1r]
 den, achtervolghenden, witmakenden, contrarien, vreemden, wtvloeyenden, schipbrekenden, water.
Vluchtinghe.Bloode, haestighe, lichte, zorghelijcke, opene, bevende, verhaestede, vliedelijcke, vermijdelijcke, vileyne, bedrieghelijcke, wtstellende, schandelijcke, loopende, kloecke, elendighe, vervolghde, achtervolghde, schandighe, verhinderde, stuyvende, zorghvliedende, droeve, ghedronghene, nootwendighe, verveerde.
Vnie.Vereenighde, eenvoudighe, ghelijcke, ghemeynzame, huysghenoote, hertelijcke, zonderlinghe, vreedzamighe, onscheydelijcke, vriendelijcke, amoureuse, Goddelijcke, houwelijcsche, broederlijcke, byeenghevoeghde, vergaderde, ghelijckelijcke, ghezellen, raedts, borgherlijcke, gheheele, volkomene.
Vniversiteyt.Gheleerde, studieuse, Parijssche, Keulsche, Lovensche, Leydsche, Wirtenberghsche, etc. verzochte, edele, der vrijer konsten, ghemeyne, vemaerde, Academische, Rethorijcsche, volckrijcke, weerde.
Hier mede verstaetmen de plaetsen, daermen de konsten oeffent, ende oock ghepromoveert wordt van leeghen tot hoogheren staet, alzoo ghenaemt wordende, ofte om datter vele gheleerde lieden zijn in d'Vniversele konsten, ofte om dat van alle quartieren sy daer komen.
Vochticheyt.Druypende, slijmachtighe, koude, overvloedighe, vette, zoete, Bacchische, verdorvene, nevelachtighe, dichte, traghe, catarachtighe, vergaderde, lekende, natte, druypneusighe, vlietende, delicate, dampighe, waterighe, klevende, plackende, lijmende, tarachtighe, vuyle, reghenachtighe, lauwe, roockende, zoutachtighe, schuymende, vloedende.
Vodde ofte Slets.Ghenaeyde, ontnaeyde, feyl, onnutte, vuyle, swerte, bekladde, verschimmelde, verdufte, stinckende, vette, ghescheurde, hanghende, wollen, oude, verachte, verworpene, schoen, quade, ghegate, slijckerighe, verrotte, schelmsche, ghelapte.
Voedtsel.Onderhoudende, opbrenghende, bestandich,
[Folio Aa1v]
[fol. Aa1v]
 overvloedich, natuerlijck, goet, vruchtbaer, zoet, gras, ghebloemt, vet, hoyen, voedende, velt, voedsch, lieflijck, smakelijck, ghemeyn, groenende, blijde, vochtich, kinder, dierbaer, weerdich, oorbaer, nut, jongh, teer, kinderlijck, moederlijck, Godt-vruchtich.
Voedtstere ofte Voester-vrouwe.Zuyghende, zoogh, blijde, vrolijcke, zoete, zinghende, leer-moeder, wakende, melck-ghevende, jonghe, snaterersse, klappeye, zorchvuldighe, ghemamde, smeeckende, bezighe.
Voeyeringhe,ziet Pelterije.
Voerman ofte Wagheman.Dwalenden, arbeydighen, rouwen, gheschoeyden, gheleersden, karrenvoerder, doenden, bezighen, vloecker, voetgaenden, dronckaert.
Voeten.Lichte, holle, vliedende, trippelende, schrijende, kromme, ghewelfde, aerdighe, schoone, bestoven, spertelende, dertele, stercke, hiel, hooghe, beslijcte, stinckende, witte, sweetachtighe, teere, gaende, tredende, vaste, dansachtighe, wackere.
Voetstappen.Volghelijcke, swerte, langhe, oude, merckelijcke, blijckelijcke, ingedructe, slibberige, betreden, schijnlijcke, stoffighe, slechten, kennelijcken.
Voghel.Lichten, ghepluymden, quetterenden, karienden, zinghenden, ghekamden, fluytenden, wilden, tammen, locht, gheleerden, velden-vreught, verby-vliegenden, haegh, wackeren, slechten, vrijen, blijden, leeghvliegenden, voorzegghenden, aerdighen, blauwen, vriendelijcken, snaterenden, quinckenden, lieflijcken, springhenden, water, rijs, boom, ghebecten, knaghenden, gheschilderden, ghecoleurden, klappenden, gulzighen, slockerigen, vreemded, pickenden, steeck, ghespickelden, lochtsweert, fluyter, schuyffelaer, roependen, vliedenden, lock, ghekapten, ghebaerden, schouwen, temmelijcken, ontemmelijcken, roof, endt, locht-vee, pluymdier.
Voghelaer.Loosen, lanckmoedighen, jaghenden, doortrapten, bedrieghelijcken, wtstijckenden, schalcken, verrader, subtijlen, lijmstangdragher, luysterenden, archlistigen,
[Folio Aa2r]
[fol. Aa2r]
 veerdighen, schuyffelaer, fluyter, buckenden, lagenleggher.
Volbrenghinghe.Vervullinghe, volkomene, gheheele, eyndelijcke, gheluckighe, veerdighe, begheerde, blijde, ghehoopte.
Voldoeninghe.Weerdighe, schuldighe, verschuldighende, vergheldelijcke, beloofde, ghewillighe, verplichte, rechtveerdighe, ghelt, ghehoorzame, gherechtighe, herkennelijcke, verdienlijcke, verobligeerde, penen.
Volghinghe.Moeyelijcke, verdrietelijcke, voetstappighe, sleypighe, verzelschapte, gheduerighe, dienstelijcke.
Volherdinghe.Stedighe, stantvastighe, hertneckighe, vaste, gheduerighe, onoverwinnelijcke, gheduldighe, continuele, koppighe.
Volkomenheyt.Gheheele, volmaecte, perfecte, volbrochte, zonderlinghe, Goddelijcke, groote, werckelijcke, sware, voldane, onnavolghelijcke, begheerde.
Vonnisse.Ghestreken, gewesen, Godes, onveranderlijck, grouwelijck, ghesloten, gheresolveert, rechtveerdich, onwederroepelijck, strengh, straf, vast, redelijck, parlements, toegheschict, wtghesproken, veroordeelt, presidents, zeker, Rechters, opgheteeckent, onbrekelijck, straffende, van Godt gheschict, ghegheven, Schepenen, gherechtich, ghelubt, onrijp, onderscheydich.
Voordeel ofte Preeminentie.Hooch, overste, gheautoriseert, excelent, eerbaer, heerschende, heerlijck, hoochweerdich, weerdich, voorsittende, over-regeringhe.
Voocht ofte Voormonder,ziet Momboir.
Voorhooft.Ghesterret, ghehoornt ofte hoeckich, ghewelft, root, blinckende, trots, breet, wijt, verheven, effen, gheduldich, volsleghen, sneeuwit, dreyghende, plat, blijckelijck, gherompelt, vergramt, albasten, hooch, open, besproet, reyn, wijnbrauwich, kenlijck, heerlijck, overwelft, moy, fraey, gebult, eerbaer, schaemachtich, helder, schoon, onbeschaemt, blijt, doorhackelt, stout, onvertsaecht, reyn, edel, opgheheven, vrymoedich.
[Folio Aa2v]
[fol. Aa2v]
Voorhuys, ziet Zale.
Voorhuyt.Oude, Ioodtsche, besneden, besnedene, menschen.
Voorloper.Licht, ras, postighen, neerstighen, vlijtighen, behendighen, dwalenden, ghevloghelden, veerdighen, haestighen, hijghenden, ghedrevenen, wackeren, afgheveerdichden, tijdinghdraghenden.
Voornemen.Rijp, vast, wijs, voorbedacht, Catonisch, redelijck, besloten, voorsichtich, ghemeyn, beraden, raetsaem, voorbereyt, langhsaem, welbedacht, boos, quaet, goet, ongoddelijck.
Voor-onder van een schip.Scherpe, ghebuychde, schippers, gheijserde ofte beslaghene.
Voor-ordonnantie ofte Destinatie.Van Godt toegheschict, toegheschicte, vergunnede, almachtighe, onontvliedelijcke, hemelsche, blinde, verborgene, onbekende, harde, quade, onzekere, wreede, dreyghende, droeve, straffe, onveranderlijcke, bedrieghstere, twijffelachtighe, haestighe, oude, grouwelijcke, ontemmelijcke, dringhende, natuerlijcke, gheweldighe, ghenegene, dochter Godes, onverbiddelijcke, schadelijcke, onvermorwelijcke, ongherechtighe, elendighe, verdervelijcke, jammerlijcke, klagelijcke, omstootende, onrechtveerdighe, gierighe, onverwachte, roovende, pijnlijcke, beklaghelijcke, onbuyghelijcke, doove, onbarmhertighe, afgrijselijcke.
Destinatie is een dochter Godes des almachtighen, welcke volghens den wille ende 'tghebodt haers Vaders, verzorght ende beschict ons alles wat wy goet ofte quaet noemen. Dese twee dinghen ontfanghen de menschen onghetwijffelt door den wille Godes: 'twelck met recht Destinatie ghenaemt wordt, want Destinatie en is anders niet dan een eeuwighe oorden vande dinghen: Ende hoewel daer by eenighe menschen wijsheyt ofte vernuft gevoecht wordt, zoo ist nochtans dat sy regeert ende macht over alle onse wercken heeft.
Voorreden.Comediale, voorloopende, korte, langhe, comedie, wtghesprokene, voorspelende.
[Folio Aa3r]
[fol. Aa3r]
Voorsienicheyt.Wijse, discrete, rijpe, Goddelijcke, loose, verborghene, onbekende, zonderlinghe, hemelsche, voordachte, gheestelijcke, toekomende, langhe, aengheborene.
Voorspel.Dansleydende, diminuerende, vriendelijck, roepende, kort, bruylofts.
Voorspoet.Gheluckighen, blijden, ghezeghenden, daghelijcschen, goeden, ghewenschten, onghestadighen, gheheelen, volkomen.
Voorsprake. ofte Advocaet.Billighe, rechtvolgher, roependen, haestighen, korzele, heftighe, scherpe, gierige, plechter, loose, ghedencker, woordtmaker, subtijlen, welspreker, redenaer, schoonspreker, gheleerden, veerdighen, rader, raetghever, veynser, gheltgierighen, schalcken, overhaelder, wel ter talen, vuystsluyter, toehoorenden, eere des Raedts, huys, jongh, oproerich, bedriegher, wtstrijcker, opgheblasenen, looserick, wederspannighen, overdragher, accoortbreker, keffer, blaffer, oproermaker, ongheleert, onbeleeft, korzel, kijfachtich, boos, haerman, klapper, quaet, arch, onbeschaemt, krackeelzoecker, tergher, quellijcken, schelder, recht-vervalscher, bespraecten.
Voorvaders ofte Voorouders.Oude, autentijcsche, eerbare, eerweerdighe, deuchtzame, wijse, voorsaten.
Vorcke, ziet Gaffel.
Vorsch ofte Puyt.Water, zeeverenden, vuylen, Propheet van 'tvoor-jaer, quackenden, morasch, Lenten-bode, bobbelenden, roependen, groenenden, zinghenden, karmenden, heesschen, slijmighen, kriolenden, brekekekexenden, coacxser, queecker.
Plinius zeght, dat als de Vorsschen zes maenden oudt zijn, veranderen sy in slijm, als datmer niets van en kan ghemercken, ende daer na wordense wederomme in het zelve wesen als te voren, met den eersten reghen in de Lenten, en dat door eene onbegrijpelijcke maniere, 'twelck alle jaer gheschiedt.
Vorst.Kouden, verdrietelijcken, winterschen, harden, bevenden, moorder, strengen, luyen, witten, ijsighen, dooden, smertenden, versnoterden, donckeren, ziet Winter.
[Folio Aa3v]
[fol. Aa3v]
Vosch.Loosen, bedrieger, schalcken, stinckenden, langsteertighen, hoenderdief, doortrapten, keffer, subtijlen veenvos, duyn.
Men zeght dat de Vos zoo schalck is, dat als hy ziet dat de Honden achter hem naken, steect synen steert tusschen syn beenen, pist daer op, ende besprenght de Honden daer mede, welcke wanneerse den stanck daer van riecken, gaense wech ende laten hem loopen.
Voulte, ziet Welfsel.
Vouwe,Gheployde, dobbele, omgheleghde, dunne, kleyne, ghevoorde, ghelincte.
Vraghe.Voorhoudinghe ofte questie, twistzinnighe, voorgheghevene, strick, voorghestelde, overleghde, duystere, Philosoophsche, twistighe, kijfachtighe, natuerlijcke, disputabele, oneyndelijcke, sware, diepzinnighe, lichte, slechte, kinder, Phibologicsche.
Vranckrijck.Peerle des weerelts, ontemmelijck, vruchtbaer, krijghs, bloeyende, rijck, gheleert, eerweerdich, welsprekende, edele, onoverwinnelijck, welghevolcte, deughdenschole, ghezonde, wijnrijck.
Vrede.Zalighen, aenghenamen, elentverdrijvenden, vrijen, volkomen, onbrekelijcken, Godes dochter, zoeten, vruchtbaren, blijden, profijtelijcken, ghewenschten, begheerden, Goddelijcken, stillen, goeden, oorlooghverdrijvenden, Mars-vyandt, moeder aller dinghen, eerweerdighen, goedertierenen, heylighen, victorieusen, vreedtzamen, vasten, menschen-voedtstere, gulden, aendachtighen, zalichmakenden, hemelschen, lieflijcken, eeuwighen, witten, smeeckenden, innighen, inwendighen.
Vreemdelinck,Verren, pelgrim, verdwalenden, wandelenden, reysenden, botten, onbekenden.
Vreese.Schrickelijcke, bloode, twijffelachtighe, perijckels dochter, achterdenckende, koude, yverighe, ghedronghene, zorghende, verveerlijcke, bleecke, bleeckmakende, ghevaerlijcke, armhertighe, haestende, bevende, schuddende, schaemachtighe, kinderlijcke, knechtelijcke, afschrickende, haestige,
[Folio Aa4r]
[fol. Aa4r]
 vervaerlijcke, verbasende, beroerlijcke, onverwachte, grouwelijcke, overvallende, eysselijcke, nachtelijcke, droevighe, wonderbare, ancxtelijcke, wterste, nootdringhende, dreygende, twijffelighe, schromighe, koude, zorchvuldige, jalousche, yverighe, vreesachtighe, elendighe, bloode, haestighe, witte, sitterende.
uren.Rassche, korte, afgaende, loopende, vliedende, voortgaende, dagen, roerende, der Sonnen kamenieren slibberende, gevlogelde, ghevederde, swacke, poortieren des hemels, horelogische, slappe, ghepaste, draeyende, wederkeerende, achtervolghende, verganckelijcke, ghelijcke, rollende, malkander volghende, onwederroepelijcke, lichtveerdighe.
Vriendt.Ghetrou, zonderlinghen, ghesworenen, familiaren, ghemeynzamen, behulpelijcken, stantvastighen, gheneghenen, zekeren, gheheelen, ghetrouwen, herts, ghezelschappighen, vasten, gunstighen, goedertierenen, lieven, bequamen, ghelijcken, vriendthoudenden, jonstighen, troost, noodt, eenmoedighen, ghewilkomden.
Vriendinne, ziet Lief.
Vriendschap.Hertelijcke, rechte, ware, gheluckighe, vaste, ghemeynzame, heymelijcke, vrije, onveranderlijcke, eerbare, onbrekelijcke, goellijcke, zekere, verzekerde, troostelijcke, onderlinghe, weerbeminnende, vreedtzamighe, ghezelschappighe, zoete, innighe, zuyvere, onontbindelijcke, vereenighde, goedertierene, veroude, trouwe, ghetrouwe, gheminde, gunstighe, eeuwighe, prijsweerdighe, reyne, danckbare, troostelijcke, eerweerdighe, blijvende, stantvastighe, eendrachtighe, onsterffelijcke, oude, ghelijmde, liefdenbetoonende, omhelsende, broederlijcke, danckweerdighe.
Vryer, ziet Minnaer.
Vryheyt.Bequame, verzekerde, gunstighe, vaste, onbrekelijcke, ghewijde, Athenische, Roomsche, vrije, libre, zekere, verzekert, zoete, losse be, hulpelijcke, ghepriviligeerde, onghevanghene, milde, gunstighe, toeghelatene, konincklijcke, dierbare, weerde, volkomen, ghekomen, gheheele, des levens
[Folio Aa4v]
[fol. Aa4v]
 voedtstere, gheluckighe, losghelatene, onschattelijcke, luye, vrolijcke, lustighe, blijde, ongheoorloofde, onghetoomde, groote, wtghelatene, overgheghevene.
Vrystere.Schoone, loose, schalcke, ervarene, listighe, doortrapte, doortrockene, onkuysche, wanckelbare, malle, spijtige, onweerdighe, troetelachtighe, zotachtighe, lustighe, aelweerdighe, hupsche, hoofsche, hoerachtighe, bedriechstere, blijde, slimme, wtstrijcstere, edele, vrolijcke, yverige, vriendelijcke, smeeckachtighe, bequame, fraeye, cierlijcke, fritsche, Goddinneken, witte, blancke, gheoeffende, vercierde, blosende, ghepalleerde, zoete, toeghemaecte, popachtighe, heerlijcke, statelijcke, opgheblasene, ongheschicte, onghemanierde, dertele, ghehulde, gheestighe, stoute, hoochmoedighe, gheblanckette, heussche, ghehuyfde, ghekapte, jonghe, smeecstere, onghetrouwe, gheperfumeerde, zoetkosighe,.
Dit zijn, na mijn duncken, de bequaemste Epiteta, diemen de malle Vrijsters gheven mach: Hoewel den meesten deel van onse Vrijers in hunne verskens ende dichtkens die niet en ghebruycken, maer noemen de Vrijsters Goddinen, Enghelkens, Goddelijcke, Hemelsche, Sanctinnen, ghewijde, Koninghinnen, Princessen, Vrouwen, Meesterssen, der Goden ghezellinnen, natueren-patroon, zoete-wellust, Duyfken, Tortelduyfken, mynen, al myn goet, gheluck, zielken, herte, ooghe, ooghsken, mondeken, bloet, Minneken, ruste, ghezontheyt, hope, zoete vreught, verwachten, wenschen, kennisse, onthalinghe, ghenoeghen, ancxt, verdriet, ghenuechte, gheest, steunsel, verheughen, vermeyinghe, wit, lachen, begheerte, ghedachten, zorghe, opperste goet, volmaecte, volkomene, kracht, Sonne, klaerheyt, licht, Goddin myner konste, vriendelijckheyt, vermaeck, wellust, helft, trouwe, belofte, hitte, vlammen, diamant, peerle, peerelken, honich, ghesuyckerde, Lentenbloeme, roose, lelie, balsem, filettebloeme.
Ende wanneer sy het teghendeel willen verklaren, zegghen sy: Verkeerde, zotheyt, zoete-vyandinne, zoetestrijcstere, zoete-bittere, zoete-wederspannighe, zoete-onvriendelijcke, zuer-zoete, schoone-rebellighe, spijtighe, ootmoedighe.
[Folio Aa5r]
[fol. Aa5r]
  Ende wanneer de Vrijster al hoorende doof is, noemen de Vrijers haer, ondanckbare, wreede, obstinate, stoute, harde, onleerbare, vermetele, vyandinne, sottinne, ijsighe, onghestadighe, steenrootse, ijseren-herte, rebelle, onverbiddelijcke, bestrijcstere, onhandelijcke, stuere, botte, straffe, rouwe, koude, weerhaen, hoovaerdighe, wilde, onbeleefde, traghe, hertneckighe, duystere, moordersse, quade, onbarmhertighe, onghenadighe, quellijcke.
Vrolijckheyt ofte Vreucht.Vriendelijcke, blijde, brootdronckene, dertele, onkuysche, amoureuse, malle, lustige, rustighe, kluchtighe, meysche, groenende, voerloose, voorghenomene, vrypostighe, verblijdende, heughelijcke, vrije, wackere, verquickende, bloeyende.
Vromicheyt.Trouwe, goede, innighe, loflijcke, edele, zoete, borgherlijcke, goedertierene, gheheele, ghetrouwe, ghewisse, conscientieuse, notabele, stoute, krijghs, kloecke, trotsige, grootmoedighe, victorieuse, ghedenckweerdighe, heerlijcke.
Vrouwe.Schoone, oude, jonghe, eerbare, edele, beleefde, ghemanierde, zedighe, grootsighe, oneerbare, ghehulde, zoete, vriendelijcke, heerschende, goede, milde, spijtighe, borghers, deughdelijcke, huyshoudende, gheschicte, lustighe, gheestige, scherpzinnighe, troetelachtighe, Meestersse, huysselijcke, reyne, wanckelbare, bedrieghelijcke, hayrachtighe, boose, boosachtighe, mannen-ghezellinne, armhertighe, moye, klapachtighe, loose, schalcke, wreecstere, malle, zotachtighe, lichtveerdighe, wilde, onbeleefde, grimmighe, hoovaerdighe, wederspannighe, ghemande, nijdighe, ghepasside, koop, tuytelersse, kijfachtighe, wrecke, onweerdighe, tooverachtighe, swacke, dobbele, valsche, spijtighe, teedere, onnutte, morssighe, fenijnighe, onkuysche, opghetoyde, yverighe Iaronische, quellijcke, ongheduldighe, loghenachtighe, rustighe, ontrouwe, scherpe, quade, onstercke, obstinate, koppighe, nadenckende, onstraffelijcke, verveerde, bittere, ghetroude, twistighe, krackeelachtighe, vuyle, oneerbare, opghehayrlocte, veranderlijcke, onreyne, schalckachtighe, roepstere, smeeckende, weenen-
[Folio Aa5v]
[fol. Aa5v]
 de, grijstere, huylende, archlistighe, mannen-jock, slechte, zoete, eenvoudighe, vrolijcke, leerbare, wijse, goedertierene, lieflijcke, vriendelijcke, bruyne, luye, traghe, ghecierde, aenghename, lustighe, poeselachtighe, neerstighe, arbeydighe, kloecke, scherpzinnighe, doende, ghestrecte.
Vrouwenbroeders.Monincken, Dominicanen, Broeders, Predikers, welsprekende, gheleerde, Religieusen, bedelende, sermoondoenders, eloquente.
Vrucht.Schoone, smakelijcke, lustighe, zoete, ooghst, delicate, welrieckende, d'eere des boomgaerts, Herftsche, ghecoleurde, weecke, hanghende, nieuwe, hoveniers, vermakelijcke, behonichde, Goden-spijse, honichzoete, ampere, zuere, bosschen, rottende, rijpe, zoetachtighe, daghelijcsche, roodtachtighe, verlichtende, begheerde, lieflijcke, cieraet des Herfts, welrieckende, wellustighe.
Vruchtbaerheyt.Overvloedighe, volkomene, zoete, voortbrenghende, gheluckige, volle, lustighe, rijcke, vloeyige.
urewerck ofte urewijser.Ghecompasseerde, water, Sonnen, roerende, omloopende, gheraderde, ghenaeldet, draeyende, wijserdraghende.
Vuylicheyt ofte Vuylnisse.Vuyle, slijckerighe, onreyne, slijmighe, stinckende, dreckighe, ghistachtighe, verrotte, mestighe, verdorvene, stofachtighe, snoode, modderighe.
Vuylis-hoop.Onreynen, wtenweghen, stinckenden, vuylen, swerten, vergaderden, besmetten, ontreynichden, veldt, straet, walghelijcken.
Vuyst-slach.Veerdighen, rasschen, periculeusen, stijven, harden, haestighen, quetsenden.
Vulcanus.Arbeydighen, smeden Godt, leelijcken, verstuycten, hannen, tragen, handtwercker, swerten, behendigen, vlijtighen, onghesienen, smedenden, Iunonischen, zot, kreupelen Godt, beroocten, Iovischen, Siciliaenschen, mismaecten, Aetneaenschen, vyerighen, vlammenden, koninck des vyers, kromvoet, hinckenden, bestovenen, vyerminnenden.
Vulcanus Iupiters ende Iunos sone, om syne snoode mismaect-
[Folio Aa6r]
[fol. Aa6r]
 heyt, werdt wt den Hemel gheworpen, ende door syne vrienden in't Eylandt Lemnos opghevoedt door Eurymone Oceaens dochter ende van Tetis, ofte zoo zommighe willen zeggen van de Simmen, om dat hy van hooghe ghevallen was, werdt hy kreupel. Men zeght dat hy een smisse in dat Eylant hadde, ende der Goden smit was: Hy smeden daer met de Cyclopen die syne dienaers waren, Iupiters blixemen. Hy verzocht Minerva ten houwelijcke: maer sy ende wilde niet. Daer na troude hy Venus, welcke hy in overspel bevondt by Mars, hy ketendese zoo vast aen malkanderen, datse hun niet los maken en konden, voor ende aleer sy van d'andere Goden ende Goddinnen ghezien werden, alzoo by een ghekoppelt, ende van hun allen bespot. De Voorvaders hebbender een Godt des vyers van ghemaect, ende zomtijdts verstaen de Poëten met desen naem het vyer zelve.
uytsprake.Schoone, heerlijcke, fraeye, verstandelijcke, verwerde, ziet Oratie.
uytspruyte.Teere, bottende, wilde, ghetacte, rijsighe, ghegaffelde, kleyne, wassende, nieuwe, rechte, overvloedighe.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken