Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a. (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.
Afbeelding van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.47 MB)

Scans (18.14 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

(1869)–F.A. Snellaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Hoe men een huus sal wareneren in orloghen. C. XL.

 
MElibeus antworde nu:
 
‘Vrouwe segt mi / ic bids u /
 
Of ic mijn huus wareneren woude
2415[regelnummer]
Hoe ic dat volbringhen soude /
 
En̄ wat daer orberlijc toe waer.’
 
Prudentia sprac daer naer:
 
‘Die warenesse daer men met
[pagina 88]
[p. 88]
 
Een huus of een stat beset
2420[regelnummer]
Die sijn in vele manieren /
 
Alsic u sal visieren.
 
Dat beste besette / als ic scouwe /
 
Dat sijn goede liede ghetrouwe /
 
En̄ sonderlinghe / wet wel dat /
2425[regelnummer]
Int besetten van eenre stat;
 
Want daer toe hoert menech man
 
En̄ gaet oec hem allen an:
 
Daer om so vermoghen sijt
 
Alder best in alre tijt /
2430[regelnummer]
En̄ het is misselijc of ghi
 
Dit vinden soudt / gheloves mi /
 
Want ghi hebt u liede dicke verwracht
 
En̄ op hare vrienscap luttel gheacht
 
Doen ghi haers niet en bedorste zere.
2435[regelnummer]
Daer om sal elc lants here
 
Sijns volx weygher sijn in dien:
 
So mislijc eest / wat mach ghescien /
 
Want onwillighe liede doghen
 
Den here luttel in orloghen.
2440[regelnummer]
Der stede rijcheyt es sonder ghetal /
 
Daer bi prisir boven al
 
Der poerter eendrachticheyt
 
Boven alle warisone gheseyt;
 
En̄ waer porteren discorderen
2445[regelnummer]
Daer gaen si buten hare eren /
 
Also Tullius boer seghet /
 
Daer grote wijsheyt in leghet /
 
Een stat eendrachtich
 
Es seker onwinnachtich.
[pagina 89]
[p. 89]
2450[regelnummer]
Andere gherechte sijn met /
 
Daer men slote mede beset /
 
Als vesten / muren ende diken;
 
Oec bedarf men des gheliken
 
Springalen / ghescut ende boghen /
2455[regelnummer]
En̄ andere wapene die moghen
 
Den lichame bescermen daer /
 
Daer die ziele in sculet voere waer.
 
Want als men comt ter weren
 
En machmen des niet ontberen /
2460[regelnummer]
Maer wijs es hi die so leeft
 
Dat hi des niet te doen en heeft.
 
Doude wise rieden u met
 
Also ghi wel horet en̄ wet /
 
Datmen in desen orbore niet
2465[regelnummer]
Haesten en soude / wats ghesciet;
 
Maer datmen met goeden staden
 
Daer op soude wel beraden /
 
En̄ oec alle dinc bereyden
 
Met groter voersienecheyden.
2470[regelnummer]
Tullius doet ons verstaen
 
In allen orboren sonder waen /
 
Die de mensche wilt aengaen /
 
So sal hi voer dat bestaen
 
Ghereescap doen te maken /
2475[regelnummer]
Eer hi beghint die saken;
 
Want mids onvoersienecheyt
 
Valt die mensche in menech leyt /
 
En̄ sonderlinghe / des seker sijt /
 
Ieghen orloghe ofte strijt /
2480[regelnummer]
So eest wel grote noet
[pagina 90]
[p. 90]
 
Dat die ghereescap si groet:
 
En̄ die dat voersien connen
 
Hebben den stryt half verwonnen.
 
Als men met staden tracteert
2485[regelnummer]
Dinc dat den stride toe hoert
 
En̄ wijslijc dat ordineert /
 
So es die dinc wel disponeert;
 
Sone derf nieman segghen niet
 
Dat mids onrade yet messciet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken