Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a. (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.
Afbeelding van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.47 MB)

Scans (18.14 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

(1869)–F.A. Snellaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Om welke sake datmen vechten mach. C. LIII.

 
PRudentia antworde dan
3125[regelnummer]
En̄ sprac dus te haren man:
 
.Viij. saken sijn / sonder waen /
 
Daer om men strijt mach aengaen.
 
Dierste es / om tghelove te sterken /
 
Dander om trecht der heyligher Kerken;
3130[regelnummer]
Terde om gherechtichede /
 
Tsierde om pays en̄ vrede.
 
Dat vijsste om vriheyt en̄ om sant
 
Te behoudene metter hant.
 
Dat seste om lelike dorpernie
3135[regelnummer]
Te scuwene in allen tide;
 
Dat sevende es int ghetal
 
Datmen fortse weder vechten sal.
 
Dat achtenste / sijts gewes /
 
Om sake die noetdorftich es.
3140[regelnummer]
Dits gheseghet in generale /
 
Nu hoert elc in spetiale.
 
Om tghelove / tallen tiden /
 
Salmen metten live striden /
 
Datmen dat staende houde;
3145[regelnummer]
Want nemmermeer en soude
[pagina 113]
[p. 113]
 
Mensche te hemelrike comen /
 
Worde hem dat ghelove benomen.
 
Beter ware die doet ontfaen
 
Dan trecht ghelove af ghegaen.
3150[regelnummer]
Lijf ende goet / sonder letten /
 
Salmen voer tghelove setten.
 
Als Iudas Machabeus dede /
 
Moyses / David en̄ Karle mede /
 
En̄ menech ander / God weet /
3155[regelnummer]
Die sere om tghelove street /
 
En̄ die Heylighen sonder ghetal /
 
Die om tghelove storven al.
 
Stichten salmen oec ghevecht
 
Om der heyligher Kerken recht;
3160[regelnummer]
Want si onse heylighe moeder es
 
En̄ wi hare kindere / sijts gewes.
 
Het es een quaet kint / dat verstaet /
 
Dat sijnre moeder niet bi en staet
 
In node en̄ in verdriet /
3165[regelnummer]
En̄ die bederven liet.
 
Voer die gherechticheyt also
 
Salmen oec striden daer toe.
 
Ihesus Sydrac seghet al bloet:
 
Ghi soudt vechten toter doet
3170[regelnummer]
Om die gherechtichede
 
Te settene in haer stede:
 
God sal met u plechten
 
En̄ selve u viande aenvechten.
 
Om pays en̄ om vrede
3175[regelnummer]
Salmen oec vechten mede
 
En̄ striden metter hant.
[pagina 114]
[p. 114]
 
Tullius doet ons becant:
 
Ware enech man so beraden /
 
Dat hi lant / liede of staden
3180[regelnummer]
In discorde maken woude /
 
Datmen dien met rechte soude
 
Met stride eer ter doet bringhen
 
Eer hi volbrochte sine dinghen.
 
Die mensche sal oec vechten mede
3185[regelnummer]
Om te behoudene sine vrijhede /
 
En̄ om dienst te weder staen
 
Die hem niet te rechte en hoert aen /
 
Daer om salmen striden ter doet.
 
Tullius seghet ons al bloet /
3190[regelnummer]
Hi seghet: Als noet comt en̄ tijt
 
Dan salmen hebben strijt
 
En̄ die doet dan / sonder letten /
 
Voer onsculdeghen dienste setten /
 
En̄ voer alle dinghen mede
3195[regelnummer]
Daer in laghe lelijchede.
 
Seneca horen wi ghewaghen:
 
Hets beter werden verslaghen
 
Dan in eyghendom sijn gheset
 
Ieghen recht en̄ jeghen wet.
3200[regelnummer]
Eneghe quade dinghen bestaen
 
Die leliker dorperheyt aengaen /
 
Maer es yeman eyghen knecht
 
Metter waerheyt ende na recht /
 
Dies en sal hi rueken twint.
3205[regelnummer]
Paulus doet ons bekint
 
In sine Epistele / alsict vinde /
 
Die hi dien Chorienten sinde:
[pagina 115]
[p. 115]
 
Elc late hem ghenoeghen des
 
Daer hi in gheroepen es;
3210[regelnummer]
Eest dat ghi dienst knecht sijt /
 
Sijt verduldech talre tijt.
 
Men sal oec vechten / dat verstact /
 
Om te werene cracht en̄ overdaet;
 
Want loye en̄ decretale /
3215[regelnummer]
En̄ alle rechte / wet dat wale /
 
Roepen ghemeynlijc over al
 
Datmen cracht met crachten weren sal.
 
Men sal oec vechten / starc en̄ stijf /
 
Om te bescuddene dat lijf /
3220[regelnummer]
En̄ striden oec metter hant /
 
Also die rechten doen becant.
 
Daer men aldus vint bescreven:
 
Als die man bescudt sijn leven /
 
Wat hi doet in dien ghevechte
3225[regelnummer]
Dat scijnt wel ghedaen te rechte.
 
Naturlijc recht orloeft dat /
 
Dat hem die mensche telker stat
 
Bescudden sal vander doet.
 
Noch seghet recht al bloet /
3230[regelnummer]
Dat hem die mensche bescudden mach
 
Te voren eer comt die slach:
 
Hets beter in tijts weder staen /
 
Dan namaels ter wraken ghegaen;
 
Maer dat sal met bescede wesen
3235[regelnummer]
Na dat noet es van desen.
 
Men sal oec met groten ghere
 
Vechten om die lants were
 
Metten here / alst es tijt;
[pagina 116]
[p. 116]
 
Ia / als hi ghebiet den strijt /
3240[regelnummer]
Salmen met hem vechten ghereyt
 
Also ons Tathone seyt.
 
Ic sceide uut in desen doene
 
Liede van religioene
 
Die der wapene niet en horen toe;
3245[regelnummer]
Want tote hem spreect God also:
 
Gheeft mi op die wrake /
 
Ic sal lonen die sakeGa naar voetnoot1 /
 
En̄ eest oec dat u yeman sleet
 
Aen u wanghe / biedt dander ghereetGa naar voetnoot2.
3250[regelnummer]
Beroeft men u van enen clede
 
Soe biedt dander daer toe medeGa naar voetnoot3.
 
Aldus en selen / wats ghesciet /
 
Gheestelike liede vechten niet /
 
Maer verdraghen en̄ doghen mede /
3255[regelnummer]
Also Christus / haer hoeft / dede;
 
Maer dats jammer waerlike
 
Dat papen so cranckelike
 
Christus voetstappen na volghen:
 
Si sijn so saen verbolghen /
3260[regelnummer]
En̄ so wraecghier om cleyne saken /
 
Eest met banne of met anderen saken;
 
Want si haer dinc so starc maken /
 
Daer can qualijc yeman uut gheraken;
 
Want hoverde / nijt en ghierechede
3265[regelnummer]
Scuylt in hem te menegher stede /
 
En̄ hebben meest in contrarien ghekeert
 
Dat leven dat Ihesus Christus leert.

voetnoot1
Vglk. Rom. 12, 19.
voetnoot2
Vglk. Matth. 5, 39.
voetnoot3
Vglk. Matth. 5, 58.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken