Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a. (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.
Afbeelding van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.47 MB)

Scans (18.14 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

(1869)–F.A. Snellaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 181]
[p. 181]

Exemple vanden Romeynen. C. XV.

 
HOert hier waerheyt claer en̄ fijn /
 
Die seker aldus ghesciet sijn:
 
Die raetghevers / die grote heren /
 
Die de stat brachten ter eren /
1300[regelnummer]
Si waren arme / wi lesent dus /
 
Want Licius Valerius /
 
Die hoeftman te Rome starf /
 
Hi was so arm ter lester warf
 
Datmen tghelt ghewan metter bede
1305[regelnummer]
Daer menne met ter erden dede.
 
Also was Regulus Iulius /
 
Wi lesen van hem aldus
 
Dat hi / met orloghe en̄ met sinne /
 
Rome brachte te hoghen ghewinne.
1310[regelnummer]
Hi en̄ sijn wijf en̄ sijn kinder
 
En hadden noyt goets meer no minder /
 
Dan also vele als ene ploech
 
Winnen mochte int ghevoech.
 
Sine wouden niet riker sijn van goede;
1315[regelnummer]
Maer in die ere / in die armoede
 
Hadden si ghenoechte groet /
 
En̄ en ontsaghen ghene doet.
 
Quincius oec die besat
 
Drie buender lants te Rome inder stat /
1320[regelnummer]
Die hi begade met sinen handen.
 
Alse Rome van sinen vianden
 
Al omme en̄ omme was beleghen /
 
En̄ si wies en wisten pleghen /
[pagina 182]
[p. 182]
 
Namen si Quincius dan
1325[regelnummer]
En̄ maectene haren hooftman;
 
En̄ hi trac wt ten selven male
 
En̄ versloech die viande altemale /
 
En̄ hadde al deere vander poert;
 
Nochtan bleef hi arme voert.
1330[regelnummer]
Haer ghemeyn tresoer was groet
 
Die men daer wt leyde ter noet
 
Om te betren die stede /
 
Dese waren stout / wijs en̄ arm mede.
 
Het gheviel oec enen van desen
1335[regelnummer]
Die tweewerf hoeftmanne was ghewesen /
 
Dat hi verloes ere ende lant /
 
Om datmen onder hem vant
 
Silveren vate tenen stouden
 
Dat ghewichte van .x. ponden.
1340[regelnummer]
Sine wouden niet om ghewin
 
Heren sijn / meer no min /
 
Maer algader om die ere;
 
Dat was dat si prijsden zere.
 
Dus gheviel in die oude viten
1345[regelnummer]
Cyracuse / want die Samiten
 
Seynden hem gout en̄ groet prosent.
 
Hi sprac (en̄ hevet weder ghesent):
 
‘Goet te hebbene en es gheen ere /
 
Maer u te dwinghene / prisic zere.
1350[regelnummer]
Goet hebben en̄ dat minnen
 
En willic over gheen ere kinnen;
 
Want si sijn wachters vanden goede
 
Te haers selfs groten armoede /
 
Want hi dunct mi sere uten kere
[pagina 183]
[p. 183]
1355[regelnummer]
Die dat goet mint voer die ere:
 
Sine wouden niet ter hoecheyt comen /
 
En mochte der ghemeynten vromen.’
 
Dat toende wel in sijn doen
 
Een / hiet Cornelijs Ephyroen /
1360[regelnummer]
Spaengen viel hem te berechten.
 
Hi seyde: hine dochte niet te vechten /
 
Daer om ontseyde die herte sine
 
Beide die ere en̄ oec die pine.
 
Sine wouden ghedoghen no min no mere
1365[regelnummer]
Datmen heerscap / ambacht of ere
 
Hen of haren kinderen gave /
 
Sine waren werdech wel daer ave /
 
En̄ sine mochtent te rechte wel ontfaen;
 
Want het sprac Elyus Adriaen /
1370[regelnummer]
Die keyser van Rome ghemaect was
 
Sijns ondanckens zere / alsic las /
 
En̄ die heren vander stede
 
Om sinen sone baden si mede
 
Dat hine Augustus werden liete /
1375[regelnummer]
En̄ men hem here en̄ keyser hiete.
 
Hi sprac: ‘Ghi heren laet u ghenoeghen
 
Dat ic ieghen mijn ghevoeghen
 
Nu keyser en̄ Augustus ben.
 
Men sal dit rike gheloven hen
1380[regelnummer]
Dies werdech sijn metten kinde;
 
Want na dien dat ict bevinde /
 
Es hi wel tontide gheboren
 
Die te coninghe werdt ghecoren /
 
En st dat hijs werdech si.
1385[regelnummer]
Het en es gheen vader vri /
[pagina 184]
[p. 184]
 
Want hi sijn kint verdoert
 
Diet na werden niene trect voert.
 
Men sal yrstwerf kindere voeden
 
En̄ te lerene gheven den vroeden /
1390[regelnummer]
En̄ als si dan massen in die joeght /
 
Salmen proeven om haer doeght
 
En̄ of si werdech sijn der eren /
 
En̄ dan haers ondanckens maken heren.’
 
Dus wouden si met gherechticheyden
1395[regelnummer]
Algader haer saken beleyden
 
Al te Rome inder steden /
 
Dat si haers selfs niet en versmeden /
 
Noch haer kindere niene spaerden echt /
 
Als si daden ieghen trecht.
1400[regelnummer]
Want doen die hoverdeghe Terquijn
 
Ute Rome moeste verdreven sijn /
 
Om dat sijn sone die maget vercrechte
 
Lucressien / van hoghen gheslechte /
 
En̄ Brutus / die raet was vander stat /
1405[regelnummer]
Inder waerheyt verwonnen hadde dat /
 
Dat sine .ij. sonen ieghen den raet
 
Viseerden ene valsche daet
 
Om weder in te bringhene Cerquine /
 
Hine spaerde niet de kindere sine /
1410[regelnummer]
Maer alse een here van Rome der stede /
 
Hise metten rechte verwinnen dede /
 
En̄ deedse gheesselen daer saen /
 
En̄ elken van hen thoeft af slaen;
 
Hi vergat te sine haer vader
1415[regelnummer]
Om die gherechtichent al gader /
 
En̄ om die nutscap vander poer
[pagina 185]
[p. 185]
 
Die si wouden hebben ghestoert.
 
Eens gheviel op enen dach
 
Dat dat roemsch heere lach
1420[regelnummer]
Ieghen die viande ghescaert /
 
En̄ dat daer doen gheboden waert
 
Dat daer nieman en ware so coene
 
Op die viande yet te doene
 
Voer datmen hem een teken gave.
1425[regelnummer]
Torquatus wasser hoeftman ave.
 
Maer sijn sone / die macht en̄ moet
 
Hadde en̄ om ere te winnen stoet /
 
En achte des ghebodes niet;
 
Maer sijn peert hi lopen liet
1430[regelnummer]
Inder viande dicste tas /
 
Daer die scare starcste was /
 
En̄ doerbrac die scare ter selver stont
 
En̄ quam weder al ghesont.
 
En̄ om dat die vader niet en woude
1435[regelnummer]
Dat enech man verhoren soude
 
Hare coren ende hare ghebot
 
En̄ menne soude houden over sot /
 
Liete hijt onberecht bliven
 
En̄ dede sinen sone ontliven /
1440[regelnummer]
Om dat hem nieman om die ere
 
Ieghen die wet en sette te sere /
 
En̄ om dat elc / neder en̄ hoghe /
 
Hem hier bi castien moghe.
 
En̄ met dus ghedanen seden
1445[regelnummer]
Brachten te groter hoecheden
 
Die stat van Rome die Romenne /
 
Die daer te voren was herde cleyne.
[pagina 186]
[p. 186]
 
Hier ane so machmen leren
 
Hoemen een stat sal regeren /
1450[regelnummer]
Dat si come te groten dinghen /
 
En̄ alle hare viande dwinghen
 
En̄ oec alle hare ommesaten.
 
Hier mede willic dit laten.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken