Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hemelryck dat is Lof-sangh van 't Rijcke der hemelen (1621)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hemelryck dat is Lof-sangh van 't Rijcke der hemelen
Afbeelding van Hemelryck dat is Lof-sangh van 't Rijcke der hemelenToon afbeelding van titelpagina van Hemelryck dat is Lof-sangh van 't Rijcke der hemelen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.62 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

lofdicht(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hemelryck dat is Lof-sangh van 't Rijcke der hemelen

(1621)–Joannes Stalpaert van der Wiele–rechtenstatus Auteursrechtvrij

'twelck eertijds beweeght heeft Adrianum rechter van Nicomedien tot het gheloof ende martyrie ons' Heeren Iesv Christi


Vorige Volgende
[pagina 11]
[p. 11]

Derde Ghedicht.

Adrianus beraedt sich den Martelaeren te gaen vraeghen, vvat het is 'tvvelck hen luyden bevveegt soo lijdtsaem- ende vvillighlijck de tormenten te verdraeghen, ende haer leven te verquisten.
 
Ick gae dan naer hen toe; en sal hen eerst af vragen:
 
Met wat manier van doen, dat zy soo duldigh dragen
 
Soo ongehoorden smert, soo uytgesochten pijn?
 
En dit sal my quansuys de eerste aenspraeck sijn,
 
Die hen sal gheven stof, mijn vorder te bescheyen;
 
En my aen d'ander zy, mijn sonden te beschreyen.
 
Hier eyndigt hy sijn claght. En gaet op staende voet,
 
Bestoppende met cracht, sijn nederigh gemoedt,
 
Bedeckende het Was van syn gesmolte sinnen,
 
Naer't donckere Giool den Martelaren vinnen.
 
De schrijver gaet met hem, doch nergens van bewust.
 
Verwondert wat mijn Heer den Rechter voor een lust
 
Weer aengecomen is, van henluy te besoucken.
 
Zy vinden 'tmeerdendeel vast besigh om met doucken,
 
Naert best dat yder kan, het bloedt te nemen af,
 
'tWelck noch van yder man vast droppelt door de straf.
 
Een deel sit t'aerden neer, en bet haer open wonden.
 
Zy sien een ander weer alreede nu verbonden,
 
Gekropen op de vloer, geseten op de knyen.
 
Den Rechter spreect hen toe, en seyt: wel goede Lien
[pagina 12]
[p. 12]
 
Duyrt u noch al de pracht? En sydy t'uwer schade
 
Niet wijser noch bedacht, niet beter noch beraden?
 
En isser dan gheen hoop, en isser dan gheen vrees,
 
En isser dan gheen smert van dit gepijnde vlees,
 
Die u sal machtigh sijn, gelijck u werdt geboden,
 
Te dringen vant geloof, ten offer vande goden?
 
Hier op soo dienen zy, gelijck ze sijn gewoon,
 
Tot lof van haeren Godt, en oneer vande goon.
 
En voegen daer noch by, wel vlytigh en wel vaerdigh,
 
Met wees' en woorden bly; dat meer als dubbelt waerdigh
 
Hen een alsulcken kroon, is een soo corten pijn.
 
Goe Mannen, seyt hy weer, dat ist daer wou ick sijn.
 
Ick heb wel uw's gelijcx, die ick sou kunnen noemmen
 
Indient van noode waer, van't selve hooren roemmen:
 
Maer heb op al haer clap, niet meer of bet gesindt,
 
Als op het yel geluydt, van een vervlogen windt.
 
Dan nu wil ick't van u eens duydelicken leeren,
 
Iae wil u noch daer toe wel ernstelijck besweeren
 
Door uw' gecruysten Godt, dat ghy mijn seggen sult,
 
Wat dit voor dingen sijn, daer ghy soo veel om duldt?
 
Het dunckt mijn al te vreemt, naedien dat alle dieren
 
t'Sy of ze door de Lucht, of door het Water swieren,
 
Of opter Aarden treen, al even sijn begaen
 
Te bergen haere leen, haer leven voor te staen:
 
Dat een verstandigh mensch met voorraedt sal verkiesen,
 
Recht als een hooghste wensch, sijn leven te verliesen.
 
Wat is dat u hier in 'tverstandt aldus vercracht?
 
Wat speelter door u sin, wat ist dat ghy verwacht,
 
Dat u dus door de doodt, en alle pijn doedt dringen?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken