Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ruisend valt het graan (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ruisend valt het graan
Afbeelding van Ruisend valt het graanToon afbeelding van titelpagina van Ruisend valt het graan

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.56 MB)

Scans (2.86 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Editeur

Hanna Stouten



Genre

proza
poëzie

Subgenre

bloemlezing


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ruisend valt het graan

(1995)–A.C.W. Staring–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De toverwijnstokaant.

 
Albertus Magnus - (was hij 't niet
 
dan was 't een ander die 'k zo hiet:
 
óók tovenaar van zijn bedrijf
 
en óók dood sinds een eeuw vier vijf) -
5[regelnummer]
Albertus of die andre zat
 
eens mee aan waar de Duitse keizer at.
 
 
 
Ter rechterzij van 't eergestoelte praalt
 
hofmaarschalk Max, die naast zijn heer nooit faalt,
 
behalve daar waar man staat tegen man
10[regelnummer]
en 't blote zwaard moet tonen wat men kan.
 
Staag krom van rug, van hart en kuiten vals,
 
groot in 't salet, in 't raadvertrek een hals.
 
 
 
Onrustig waart zijn oog thans om de dis:
 
dat 's vorsten mond geen smaaklijk beetje miss'!
15[regelnummer]
Het keuren valt hem zwaar! de tafel zucht,
 
belaan met cijns van water, aarde en lucht,
 
met wat Germanje uit zegenvolle schoot
 
van Maas tot Sau aan zijn beheerser bood!
[pagina 48]
[p. 48]
 
Toch flauwt 's mans ijver niet! terwijl de vreugd
20[regelnummer]
allengskens groeit; daar Bacchus 't hart verheugt,
 
de luitsnaar trilt, en 't schaatren der trompet
 
heel de omtrek mee in vrolijk oproer zet.
 
 
 
Nu treen de spelers binnen: snaakse klucht
 
bereidt de schaar der gasten nieuw genucht.
25[regelnummer]
Hun heer alleen zit (al te vaak gestreeld!)
 
aan 't oor van lichaam en van geest vereelt
 
en smaakt geen vreugd'.
 
Hofmaarschalk Max weet raad:
 
hij nikt als 't kamerspel ten einde gaat
 
Albertus toe: ‘Op, meester! dat uw kunst
30[regelnummer]
de keizer eer bewijze - ons allen gunst.’
 
 
 
Albertus is gereed. Hij zwaait de staf
 
die een onzichtbre hand hem vliegens gaf.
 
Een - tweemaal deed hij 't; bij de derde keer
 
verscheen een wolk; gebloemte en loof zeeg neer;
35[regelnummer]
de balsemgeur der lente faalde niet
 
en, met geruis gelijk van wieglend riet
 
verzwond het dissieraad in 't glanzig blad
 
gehuwd aan keur uit Flora's bonte schat.
 
 
 
En traliewerk van zilver sloeg een kring
40[regelnummer]
die wijdgestrekt het lustig perk omving;
 
en harpklank jubelde; en door 't schittrend blank
 
van 't eêl metaal vlocht zich een wijngaardrank;
 
maar voor de keizer breidde een perzikspruit
 
op 't maatgetoon haar purpre loten uit.
 
 
45[regelnummer]
Niet lang of bloeisel pronkt aan rank en lot;
 
't wordt ooft; 't wint verf! Mét klinkt het luid gebod
 
des meesters door de zaal: ‘Aan elke gast
[pagina 49]
[p. 49]
 
behoort een tros; alsamen toegetast,
 
en 't mes gevat! - doch wacht een nader woord
50[regelnummer]
en blijft de druif verschonen tot gij 't hoort!’
 
 
 
Hij sprak. De steel van elke tros bedreigt
 
het scherp; als, zie! de perzikspruit zich neigt
 
en de appelvrucht, aan 't buigend rijs gehecht,
 
zich willig in de hand des keizers legt.
 
 
55[regelnummer]
Terwijl beloert de hoovling Max zijn tros:
 
‘Waar wacht ik naar? hij heeft zijn volle blos!
 
Ik bie' hem staandevoets de keizer aan
 
en laat den eersten dank mij niet ontgaan!’
 
 
 
Hier snijdt hij toe... en schendt hij zijn gezicht! -
60[regelnummer]
Hoe? blijkt terstond! De zinsbegoochling zwicht.
 
Ver van de wijngaardrank houdt ieder gast
 
zijn eigen neus met spitse vingers vast
 
en 't mes daarop! - Max heeft verdiende straf.
 
De keizer lacht hem uit en hij trekt af.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken