Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wisconstighe gedachtenissen. Deel 1: van 't weereltschrift (1608)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 1: van 't weereltschrift
Afbeelding van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 1: van 't weereltschriftToon afbeelding van titelpagina van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 1: van 't weereltschrift

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.94 MB)

XML (2.98 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/wiskunde
non-fictie/natuurwetenschappen/natuurkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wisconstighe gedachtenissen. Deel 1: van 't weereltschrift

(1608)–Simon Stevin–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 313]
[p. 313]

Clootsche driehovcwyser.

Welcke is manier van een tafel, anvvijsende hoemen int voorgaende driehoucken sal vinden, om de vvercking der selve na te volghen in een voorghestelde driehouck, vvaer af men een onbekende pael of palen begeert bekent te maken.

 

ANghesien de voorgaende reghelen der werckinghen deur welcke men der driehoucken onbekende palen souckt seer verscheyden sijn, ende moeyelick souden vallen om altemael by ghedacht t'onthouden, soo sullen wy hier seker manier beschrijven om die swaricheyt te voorcommen, sulcx datmen tot alle ontmoetende voorbeelt terstont een dergelijcke int voorgaende vinden sal, waer af men de wercking mach volghen van punt tot punt sonder t'ghedacht met eenighe dier verscheydenheden te becommeren. Tot desen eynde stellen wy de volghende beschrijving der driehoucken taselsche wijse, onderscheyden in drie leden: Wiens ghebruyck wy daer na deur voorbeelt verclaren sullen.

[pagina 314]
[p. 314]

Clootsche driehovcken des eersten lidts met

ghegheven bekende rechthoucken.



illustratie

Inde 235 sijde het 1 voorbeelt des 32 voorstels.



illustratie

Inde 236 sijde het 2 voorbeelt des 32 voorstels.



illustratie

Inde 237 sijde het 3 voorbeelt des 32 voorstels.



illustratie

Inde 238 sijde het 4 voorbeelt des 32 voorstels.



illustratie

Inde 241 sijde het 1 voorbeelt des 33 voorstels.



illustratie

Inde 242 sijde het 2 voorbeelt des 33 voorstels.



illustratie

Inde 243 sijde het 3 voorbeelt des 33 voorstels.



illustratie

Inde 246 sijde het 1 voorbeelt des 34 voorstels.



illustratie

Inde 246 sijde het 2 voorbeelt des 34 voorstels.



illustratie

Inde 247 sijde het 3 voorbeelt des 34 voorstels.



illustratie

Inde 248 sijde het 4 voorbeelt des 34 voorstels.



illustratie

Inde 251 sijde het 1 voorbeelt des 35 voorstels.

[pagina 315]
[p. 315]


illustratie

Inde 251 sijde het 1 voorbeelt des 35 voorstels.



illustratie

Int 255 sijde het 1 voorbeelt des 36 voorstels.



illustratie

Inde 256 sijde het 2 voorbeelt des 36 voorstels.



illustratie

Inde 257 sijde het 3 voorbeelt des 36 voorstels.



illustratie

Inde 258 sijde het 4 voorbeelt des 36 voorstels.



illustratie

Inde 261 sijde het 1 voorbeelt des 37 voorstels.



illustratie

Inde 262 sijde het 2 voorbeelt des 37 voorstels.



illustratie

Inde 263 sijde het 3 voorbeelt des 37 voorstels.

[pagina 316]
[p. 316]

Clootsche driehovcken des tweeden lidts met

een ghegheven bekende sijde van 90 tr. sonder bekende rechthouck.



illustratie

Inde 266 sijde het 1 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 266 sijde het 1 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 267 sijde het 2 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 267 sijde het 2 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 269 sijde het 3 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 270 sijde het 4 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 271 sijde het 5 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 271 sijde het 5 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 273 sijde het 6 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 273 sijde het 6 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 274 sijde het 7 voorbeelt des 38 voorstels.

[pagina 317]
[p. 317]


illustratie

Inde 274 sijde het 7 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Int 276 sijde het 8 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 276 sijde het 8 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 277 sijde het 9 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 277 sijde het 9 voorbeelt des 38 voorstels.



illustratie

Inde 278 sijde het 10 voorbeelt des 38 voorstels.

[pagina 318]
[p. 318]

Clootsche driehovcken des derden lidts sonder

ghegheven bekende rechthouck of sijde van 90 tr.



illustratie

Inde 280 sijde int 39 voorstel. Leest eerst inde 281 sijde de Anwijsing verclarende wat voorbeelt datmen volghen moet.



illustratie

Inde 295 sijde int 40 voorstel.



illustratie

Inde 299 sijde int 41 voorstel.



illustratie

Inde 302 sijde int 42 voorstel.



illustratie

Inde 307 sijde int 43 voorstel.



illustratie

Inde 309 sijde het 1 voorbeelt des 44 voorstels.



illustratie

Inde 309 sijde het 1 voorbeelt des 44 voorstels.



illustratie

Inde 310 sijde het 2 voorbeelt des 44 voorstels.



illustratie

Inde 310 sijde het 2 voorbeelt des 44 voorstels.

[pagina 319]
[p. 319]

Ghebrvyck des voorgaenden clootschen driehovckwysers.

Laet te vinden sijn een of meer onbekende palen deses driehoucx A B C, diens houck B 90 tr. C van 50 tr. A C van 60 tr. Welcke wesende een rechthouck, met een sijde A C cleender dan een vierendeelronts, ende C een scherphouck of cleender houck, soo stel ick anden rechthouck haer beteyckenende letter R, op A C de letter K, ende an d'ander houck K gelijckmen siet. Nu want dit een rechthouckich driehouck is, so souck ick derghelijcke int 1 lidt des Driehouckwijsers

illustratie

die aldaer bevindende de achtste in d'oirden, alwaer ick sie dat derghelijcke sal ghevonden worden int 246 blat int 1 voorbeelt des 34 voorstels, daerom die wercking na ghevolght men comt tottet begheerde. Ende also met allen anderen. Merckt noch dat wy in al de voorbeelden der rechthouckighe driehoucken als die des 1 lidts den rechthouck overal met B gheteyckent hebben, A C bediet deurgaens de schoensche, A B, B C sijn altijt rechthoucksijden: Nu soo ymant te vooren quaem te moeten vinden de onbekende palen eens driehoucx met ander letters gheteyckent, of mette selve anders ghestelt, hy soude meughen in die plaets (om t'ghedacht niet te becommeren mette verscheyden letteren van een selve beteyckening) B anden rechthouck stellen, A boven, C anden derden houck. Ende soo de rechthouck des ghegheven driehoucx ter slinckerhant stonde, men soudese meughen keeren tot datse ter rechterhandt quaem, dies niet een ander driehouck teyckenen van sulcke ghestalt ghelijckse inde voorbeelden staet.

T'ghene wy hier gheseyt hebben vanden rechthouckighen driehouck, sal hem oock also verstaen op d'ander driehoucken sonder bekenden rechthouck, als die des 2 ende 3 lidts, welckemen altijt sal meughen met letters teyckenen ende verstellen, ghelijck de navolghelicke voorbeelden int bouck staen, ende volghen dan de wercking niet alleen van woort tot woort, maer oock van letter tot letter.

Angaende dat van het 40, 41, ende 42 voorstel niet al de verscheyden soorten dieder vallen connen, elck int besonder beschreven en sijn, ghelijck van d'ander voorstellen, dat is als onnoodich sijnde ghelaten: Om van t' welck by voorbeelt te spreken, ymant mocht aldus segghen: My te vooren commende een driehouck vande ghedaente des 40 voorstels, waer in drie voorbeelden sijnde, wat weet ick welck van drien dat ick ten eersten navolgen sal, om de onbekende palen te vinden? Ick segh daer op dat welck voorbeelt van drien datmen neemt, men comt totte begheerde. Als by gelijckenis ick volghe het 1 voorbeelr, waer

[pagina 320]
[p. 320]

mede int bereytsel ghecommen sijnde tottet laetste des oirdens, soo staet daer gheschreven of ick de wercking voort sal moeten doen metter selve 1 voorbeelt, of mettet 2, of 3; daerom de rest voldaen met sulcken voorbeelt als my daer anghewesen wort, ick comme tottet begheerde. Maer soo ick eerst begonde na te volghen een van d'ander twee voorbeelden, ick vinde daer oock ten eynde des bereytsels soodanighe anwijsing. Derghelijcke is oock te verstaen vant 41 en 42 voorstel, alwaer inde bereytselen oock sulcke anwijsinghen sijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken