Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffen (1608)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffen
Afbeelding van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffenToon afbeelding van titelpagina van Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.14 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/wiskunde
non-fictie/natuurwetenschappen/natuurkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wisconstighe gedachtenissen. Deel 5: van de ghemengde stoffen

(1608)–Simon Stevin–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 56]
[p. 56]

2 Hooftstick.
Vande ordinaris officiers die tot een vvelgheformeer de dispense behoiren.

HIer vooren gheseyt hebbende vande verscheyden specien der Vorstelicke dispensen, soo sullen wy in dit 2 ende het volgende 3 Hooftstick, beschrijven t'ghene de selve int ghemeen angaet, en op elcke verstaen wort, om hier na in yder dispense niet t'elckemael het selve te moeten verhalen. Om dan te commen tot beschrijving vande ordinaris Officiers die inde welgheformeerde dispensen vereyscht sijn, soo is daer toe ten eersten in alle dispense daer verhandeling van goedē valt, noodich een Dispensier die de selve coopt, ontfangt, bewaert, uytdeelt, en daer af comptabel is: Ende hoewel de ghene die sulck werck doen in dispensen der Finance extraordinaire als van Fortificatie, Magasinen en meer ander, ghenoemt worden Commisen, of Commissarissen, soo ghebruycken wy hier t'woort Dispensier voor ghemeene naem. Maer in dispensen die Magasinen hebben, van soo groot bewint dat den Dispensier mettet coopen en verhandelen der goeden te seer becommert sijnde, die bewaring en uytdeeling niet en soude connen gade slaen, soo wort hem een bewaerder der selve goeden byghevought. Ten tweeden een Tresorier, die de penningen daer toe noodich ontfangt, uytgheeft, en daer af comptabel is. Ten derden een Bouckhouder op de Italiaensche wijse, die altijt can segghen wat ghelt den Tresorier der dispense in casse moet hebben, boven dien wat goeden van elcke soorte by den Dispensier of Goetbewaerder berusten moeten, totten uytersten toe: Voort hoe de rekening staet van elck Debiteur en Crediteur, soo oudt als nieu de dispense angaende: T'welck na de ghemeene manier van sommige Financen, sonder dusdanighe bouckhouding niet dan met swaricheyt en schijnt te connen afloopen: Laet ons hier af tot voorbeelt nemen t'ghene Au Guidon beschreven is inde dispense de l'argenterie du Roy, te weten dat betalinghen ghedaen sijnde op schulden die ettelicke jaren ghestaen hebben, en inde rekeninghen des Tresoriers niet uytgetrocken en hadden gheweest, soo moet den Auditeur sulcke ouderekening by der handt crijghen, en sien of die oude onuytghetrocken partye overcomt mette betaling der rekening die hy examineert, waer uyt schijnt te moeten volghen, datter een seer groote menichte der betaelde en onbetaelde partyen van die oude boucken moeten vermengt staen, niet by een commende al de verscheyden partyen die een selve Crediteur angaen, welcke swaricheyt noch schijnt te moeten vermeerdert worden, alsmen heele partyen niet heel af en betaelt, maer (ghelijckt gebeurt) verscheyden betalinghen daer over doet: Dit segh ick my aldus te duncken van groote swaricheyt te moeten wesen, doch sy dieder dadelick me besich sijn, meugen eygentlicker weten wat lichticheyt sy sonder Italiaensche bouckhouding daer op hebben. Ten vierden soo isser oirboir een Controlleur, die over al toesiet of elck doet na t'behooren, en die yghelick sijn fauten of bedroch vryelick anseght, en bewijst, als daer voor gage treckende. Ten vijfden een Superintendent der dispense die allen avent ouersiet en onderteyckent t'ghene op dien dach inde dispense ghedaen is, en voort sulck een generael toesicht heeft als hier na gheseyt sal worden. Tot Superintendent vande dispense der Keucken wort genomen den Hofmeester. Totte dispense der Stal den stalmeester. Tottet werck des Superintendents vande Iacht, vinde ick inde dispense des Conincx van Vranc-

[pagina 57]
[p. 57]

rijck ghenomen te worden Le Grand Veneur. Totte dispense des Vorsts Camer wort in Vranckrijck ghenomen den eersten Edelman des Conincx, ander nemen sulck een als hun bequaemst dunckt. Totte dispense der Rekencamer machmen nemen den President der selve, hoewel tot sommighe plaetsen een besonder Superintendent ghestelt wort. Totte dispense vande Garden en Hallebardiers verstreckt den Capiteyn der selve voor Superintendent. Totter Ghebou, ende in Finance extraordinaire totte dispensen van Fortificatie en Magasinen, den Gouverneur der plaets daer T'ghebou, of de Fortificatie gemaect wort, of daer de Magasinen gelegen sijn. Met sulcke ordinaris Officiers heeftmen soodanighen versekertheyt, dat sy altemael (metten leveraer noch daer toe, om dat hy sijn billetten onderteyckent) souden moetē t'samen spannē om den Heer eenich merckelick ongelijck te connen doen, want niet t'samen spannende, t'ghene d'een dede, soude in perikel staen van d'ander bemerckt en ontdect te worden, om de redenen die hier na noch breeder blijckēe sullen. Maer want ymant nu segghen mocht, dat de gagen van sulcke Officiers over elcke dispense, somwijlen tot grooter cost souden strecken dant prouffijtelick waer, soo sal ick daer op antwoorden: Te weten dat hoewel hier gheseyt is voor elcke dispense soodanighe Officiers oirboir te sijn, daerom niet noodich te wesen elcke haer besonder Dispensier, Tresorier, Bouckhouder, Controlleur en Superintendent te moeten hebben, want een Tresorier mach de betaling doen voor soo veel verscheyden dispensen als deur een bequamelick can ghedaen worden, doch van elcke besonder rekening houdende, en soo met d'ander Officieren, t'welck niet alleenelick en streckt om te sparen den cost van veel gagen, maer tis oock gherievigher te handelen met eenen diet bequamelick al doen can, dan met veel verscheyden die elck weynich te doen hebben: T'is oock beter an eenen die veel wercx doet, een groote gage te gheven daer hy hem me geluckich acht, dan an verscheyden die elck weynich wercx doen cleene gagen toe te legghen, en hun daer over beclaghen, want officien van groote gagen vacherende, daer wort na ghestaen van veel bequame lieden daermen dan de keure af heeft: Maer niet alsoo mette Officien van cleene gagen: Doch staet te ghedencken dat al te veel Tresorerien onder eenen particulieren Tresorier te brenghen niet oirboir en is, en dat de middelwech schijnt so veel als een clouck man met een dienaer of twee bequamelick doen can, sonder self Penningmeesters onder hem te stellen, en soo met d'ander officien.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken