Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

170. Zich zelf kunnen bedruipen.

Eig. gezegd van dieren, die aan het spit in hun eigen vet kunnen gebraden worden, doch overdrachtelijk gebezigd van menschen die in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, zonder ondersteuning van anderen te ontvangen; syn. van het 17de-eeuwsche zich bedroopen en zich droopen. De zegswijze komt in de 17de eeuw voor o.a. bij Poirters, Mask. 103: Desen vogel (een gierig, rijk man) was immers vergenoeght om sijn eygen selven te bedruypen; Pamfl. Muller 509, anno 1603, bl. 4 v: Wy slaen na gheen Taling, maer al na Endt-voghels vet, die hun zelven droopen konnen; Brederoo I, 262, 569: Ick bin al een vet Veugeltje, ick ken

[pagina 70]
[p. 70]

me self wel bedroopen. Zie verder Sewel, 64: Hy kan zich niet bedruipen, he cannot earn his livelyhood. Ook in het Friesch: him sels bidrippe kinne. Vgl. het Ndl. Wdb. II, 1243; Harreb. III. 5 b; Waasch Idiot. 95 b: zijn eigen kunnen bedruppen; De Bo, 821: De paling braadt (of reedt) zich zelven; zij slachten den paling, zij reeden zich zelven; zoo ook Schuermans, 454 b; Joos, 136: Een vette gans bedruipt heur zelven. Bij Claes, 24 wordt zich bedruipen opgegeven in den zin van zich behelpen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken