Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 132]
[p. 132]

333. Je kunt me de bout hachelen,

een verwensching, die zooveel wil zeggen als stik, steek de moord, je kunt voor mijn part verrekken, loop naar den duivel; vgl. Harreb. III, XLIV a: Hij (zij) kan voor mijn part den bout hachelen; Kmz. 206: Je kunt mij de bout haggelen; Lvl. 195: Hij kan me z'n bout haggelen, is de vent bedonderd. - D.H.L. 2: De Kapitein kon hun den bout hachelen; Maastrichtsch: de kins miech gebouthacheld weurde, je kunt me gestolen worden (N. Taalgids XIV, 196). Ook met weglating van bout in Slop, 190: Die kon hem ook hachelen! (die kon voor zijn part ook stikken). Het wkw. hachelen komt dial. voor in den zin van gulzig etenGa naar voetnoot1); vgl. 't Joodsch-Duitsch achelen, hachelen, eten (hebr. âkhal etenGa naar voetnoot2). Wat bout hier moet beteekenen, is me niet duidelijk. Er is toch geen verband te zoeken met bouten, cacare en boutkistje (privaat)?Ga naar voetnoot3)

voetnoot1)
Ndl. Wdb. V, 1502-1503; ook in 't fri. hachelje, kauwen, bikken.
voetnoot2)
Zie Kluge, Wtb. 5; Rabben, 16: acheln, essen, speisen; Horn, 87: acheln, essen; Teirlinck, Wdb. v. 't Bargoensch, 25: haggelen, avondmalen, eten; N. Taalgids X, 285; Tijdschr. v. Taal en Lett. VIII, 306.
voetnoot3)
Zie Köster Henke, 11; Teirlinck, 8.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken