Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

352. Mijn vader is geen bremer (of breeuwer).

Dit wordt gezegd als men iemand het werk uit de handen wil nemen en hij het moet opgeven, het onvoltooid moet laten; vandaar dat ook als toevoegsel volgt: ik laat mij het werk niet uit de handen nemen. Vgl. ook in het oostfri.: Ik bin kên Brêmer, ik lât mi 't nich ût de Hand nêmen (Eckart, 61). Een Bremer zijn komt in de 17de eeuw voor bij Winschooten, 6: Het Varken de keel afsteeken, en dan laaten leggen beteekend eeven soo veel, als een Breemer sijn, en Munniken werk doen. Hoe hier Breemer te verklaren is, kan niet met zekerheid worden gezegd; wellicht is het een synoniem van Deen, Jut, poep, mof, Drent, Twent, die alle lomperd, stommeling beteekenen en in de 17de eeuw in dien zin zeer gewoon zijn. De beteekenis kan dan zijn: ik ben van geen domme ouders, ik heb wel iets geleerd. Later is door volksetymologie bremer gewijzigd in breeuwer, eig. iemand die de naden, reten, spleten en voegen van een schip met werk, uitgeplozen touw, dichtstopt. Zie verder het Ndl. Wdb. III, 1273-1274.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken