Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

483. Aan (of op) den draai zijn,

d.w.z. aan het draaien (vgl. een doordraaier, fri. trochdraeijer), zwaaien, zwieren, aan het pret maken zijn, een vroolijk en losbandig leventje leiden; syn. aan den zwier of aan den rol (zie Ndl. Wdb. XIII, 935), aan de sjou, Zaansch an de rul zijn; 17de eeuw aan de gang zijn (Winsch. 63); in Zuid-Nederland op zwik zijn (Claes, 298), op rabot, op (den) zwier of schok gaan. Zie Harreb. I, 151 a; Molema, 86: án de drai goan, aan den zwier gaan, syn. van an de gier wezen; fri. oan 'e draei, swik, slinger, swier, swaei wêze. Ook in Zuid-Nederland bekend, volgens Antw. Idiot. 373; 1659; Waasch Idiot 187 a en De Bo, 261: op (zijnen) draai gaan, op (den of zijnen) draai zijn, rinkinken en drinken, fr. être en ribote; Schuermans, Bijv. 71 a; draai, m., ronde loop, zwier, fr. ribote: hij is weer op zijn draai gegaan; Teirl. 361: op den draai zijn, gaan, loopen, zwieren en zuipen; ook op draai of op zijnen draai zijn; Loquela, 123: op draai zijn, draaien. In het oostfri. hê is hâst altid an de drei. Zie no. 493.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken