Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

767. Iemand een haberdoedas geven,Ga naar eind767

d.w.z. een draai om de ooren geven (o.a. Harrebomée I, 273; Jord. 156; Jong. 132); ook iemand een labberdoedas (om de ooren) geven (o.a. Lev. B. 6; 193). ‘De klanken van dit woord, die aan de Hd. woorden haben, du en das herinneren, wettigen het vermoeden, dat het wel, evenals het vroegere haberdas (oorvijg), mnl. haverdas, ontleend zal zijn aan de taal van den een of anderen “Duitschen Mof” uit een oud komediestuk’ (Ndl. Wdb. V, 1498). In Groningen: een abeldoedas; oostfri. habbedudas (Molema 13 a; 285 b); elders: een appeldoedas, abberdoedasGa naar voetnoot1); in Deventer: een abbedudas (Draaijer, 1); bij Spaan, 159 en in Willem Leevend VI, 128: een lababbel (nog in Limburg), een dril krijgen; bl. 33: een hababbel; in 't fri. een lawibes of lawabbes; elders een lebabber (Jord. 356), opstopper, opneuker of een oplazerGa naar voetnoot2), een klabedder of klabets, ook een vive l'amour krijgen (Rutten, 113 a; 315 a). Vgl. hababbel in C. Wildsch. VI, 33; oplababbel in Handelsblad, 24 Sept. 1915 p. 9 k. 2; oplababber in Handelsblad, 31 Dec. 1914 p. 5 k. 1 (avondbl.); oplawaai in Nkr. IX, 6 Nov. p. 2; een dof in V.v.d.D.

[pagina 299]
[p. 299]

48; een kink in Gron. 48; een zeen bij Nierstrasz, 19: In kazernetaal worden klappen of schoppen ook met het woord ‘zeenen’ aangeduid, zeker omdat deze even als hun naamgenooten uit de soep, hard moeten zijn, willen zij in hun soort goed zijn; een lel in D.H.L. 13. Te vergelijken is ook ‘iemand een watjekau geven’ (Draaijer, 48; Speenhoff I, 25) of een katjewou (Noord en Zuid 3, 349); Menschenw. 117: 'n Peukie, 'n watje kou; Handelsblad 15 Mei 1921 (O) p. 9, k. 6: No. 3 geeft no. 1 een watjekauw van-wat-ben-je-me; fri. in (le)watsjekou, waarin men het eng. what you call meent te moeten zien (bij Langendijk watjekal); in Oud-Beierland: een matjekol (Opprel, 71). Zie voor eene dergelijke vorming het 17de-eeuwsche kauwjyse (stercus), en de volksuitdr. ergens geen verstaje of verstajem van hebben, d.i. geen begrip hebben van iets. Volgens De Bo noemt men in West-Vlaanderen een kaaksmeet een averdas of een saberdas; te Anwerpen: een ababbel.

eind767
Synoniemen zijn nog een heis (D.v.S. 128), een makke (D.v.S. 138).
voetnoot1)
Taal en Letteren XI, 263 en 265; Köster Henke, 25.
voetnoot2)
Zie Ndl. Wdb. i.v. opblazen; Tuerlinckx, 562, en Sewel, 120 of Tuinman I, 192: een blaas-op (fr. soufflet; eng. a blow up, een standje). Andere synoniemen uit de platte volkstaal zijn een opdonder, opduvel, opbliksem, (op)-dobber, opsojemiter, opmiter, (op)kanjer, opzaniker, opsalamander, opflikker, opmepper(d), opjakker, (op)lawaai, oplawaaier, oplelabber, opblazer, oplazer, oppetatter, opstopper, opdoffer, oplatafel (vgl. ben je belatafeld = getikt), opchiffonnière, iemand een opsecretaire geven, dat hij onder de kast leit te látafelen of achter 't bureau leit te schuifkabinetten; iemand een haverdegortslag geven, dat hij in geen zes dagen karnemelk lust; opnaaier, oppeuter, mep, klets, pats, hengst, lik, lap, tik, fleer, pomp, kink(ert), saai, okkie, peut, puim, veeg, vrijzetter; enz.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken