Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

768. Het hachje er bij inschieten,

d.w.z. het leven er bij laten; er zijnen kakelare laten (Esopet, Hansop, 7; De Bo, 481); fri. it hachje dêr by ynskjitte. Het znw. hachje, oorspr. hachtje, beteekent eigenlijk een stuk, een brok (vgl. 't is een hachje, met een galgebrok, 17de eeuw: stucke diefsGa naar voetnoot1); thans: zoo'n stuk verveling - ongeluk en dergelijke; ook een smakelijk stuk vleesch, een lekker beetje. Zoo zeide men vroeger het hachje laten glijden, eig. de prooi, den buit prijs geven, zich verwonnen verklaren; en het hachje kwijt zijn, den behaalden buit, zijn (gansche) bezit kwijt zijn of de laatste kans verkeken hebben. Ook: het leven kwijt zijn, tenzij dat men het leven heeft beschouwd als het laatste, wat iemand rest of als datgene, wat iemand, als een dier zijne prooi, krampachtig en tot het uiterste verdedigt, in welke meening men versterkt wordt door de Hagelandsche uitdr.: zijne kaas aan iets laten, zijne kaas ieverans laten, Antw. er zijne(n) keès bij inschieten, d.i. het leven er bij inschieten; en zijne kaas geven, d.i. sterven (Tuerlinckx, 298; Rutten, 104). Toen nu eenmaal hachje synoniem was geworden met leven, kon ook de uitdr. ontstaan: het hachje er bij inschieten, zijn leven verliezen of zooals men vroeger zeide er den bek (of den gaper) bij inschieten. Vandaar ook bang voor zijn hachje zijn, voor zijn leven (ook: voor zijn lichaam) bevreesd zijn. De uitdr. is opgeteekend uit Focquenbroch, Eneas, bl. 107 vs. 37; zie verder Ndl. Wdb. V, 1499; 1507 vlgg.

voetnoot1)
Eene andere gissing geeft Gallée in Tijdschrift XVII, 62.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken