Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

901. Hengsten,

d.i. hard werken, eig. werken als een hengst, een paard. Het znw. hengst komt meermalen voor in toepassing op een persoon; vandaar in de 17de eeuw biegthengst, scheldnaam voor zekere geestelijken, terminarissen; thans een collegehengst een student, die zeer trouw college loopt; voshengst, iemand die hard vost (Onze Volkstaal I, 47; St. L. 2; 34); een posthengst, een ambtenaar der posterijen; hd. pechhengst (schoenmaker); bilderhengst, musikhengst, mädelhengst, pomadenhengst, ladenhengst, paradehengst, etc.Ga naar voetnoot3) Vgl. hd. ochsen, eseln, packeseln, büffeln, wurmen; het Noordh. ezelen; Twente ezzelen; fri. ezelje; verder otteren (in Nest 17; 136), bavianen (Köster Henke, 7; Jord. II, 41), adammen, wurmen (o.a. Sjof, 54), vossen (o.a. Nkr. VII, 27 Dec. p. 2Ga naar voetnoot4)). Ook in den zin van ranselen,

[pagina 345]
[p. 345]

staan is hengsten bekend: er op hengsten; ook een spijker ergens inhengsten; daarnaast iemand een hengst (slag) geven; zie Köster Henke, 25: hengst, kopstoot, dat we lezen in V.v.d.D. 132: Die voorste gaf ik zoo'n Jordaansche kopstoot, en ‘hengs’ zei ik d'r behoorlijk op z'n bargoensch bij; Jord. II, 357: God sal mijn een hengst schokke (geven).

voetnoot3)
Zie Zeitschrift für D. Wortf. III, 244 vlgg.; Günther, Rotwelsch, p. 69-70.
voetnoot4)
Nog andere termen in het Weekblad voor Gymnasiaal en Middelbaar Onderwijs IX, 424 en bij Van Ginneken, Handboek I, 492-493.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken