Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

902. Herrie maken

of schoppen, trappen, d.i. lawaai (ouder lavei, naast een ww. laveien, laveeren, over straat zwaaien, lanterfantenGa naar voetnoot1)); kabaal, spektakel, ruzie, berzie, drukte maken; herrie hebben met iemand, ruzie (vroeger ruse van rusen, lawaai maken) hebben. In 't begin der 19de eeuw wordt dit woord aangetroffen; de oorsprong wordt wel gezocht in 't eng. hurry. Het is ook mogelijk dat we met een bargoensch woord te doen hebben; vgl. Teirlinck 26: herri, herberg (ook erre). Een gelijksoortige ontwikkeling vindt men bij keet (zie aldaar) en het VI. kot in de uitdr. kot houden, ruzie maken. Steun aan de verklaring van herrie als herberg en daarna drukte, lawaai, geeft het barg. cabanes, herrie (fr. cabane?).

Werumeus Buning bezigt herrie in den zin van slag in B.B. 76 en 158: Ik zou mijn handen uitgestoken hebben; ik had die kerels allemaal een herrie gegeven. Zie ook Ndl. Wdb. VI, 636; fri. herje, hoogloopende twist.

voetnoot1)
Franck-v. Wijk, 373.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken