Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

925. Hij heeft er een hond(je) zien geeselen,

d.i. ‘hij heeft daar iets verschrikkelijks gezien, dat hem die plaats doet mijden. Inzonderheid in vragenden vorm gebezigd, als een schertsend verwijt, dat iemand aan een ander doet, die hem in lang niet bezocht heeft’; Ndl. Wdb. IV, 700; II, 869. Ook, evenals deze zegswijze, in de 18de eeuw: hij heeft er een begijn of een zwijn zien geeselen (zie nog C. Wildsch. IV, 234; 311; Waasch Idiot. 87 a). Vgl. V. Schothorst, 132; Molema, 124 a: hij het doar 'n hondje gieseln zijn; neders. he het daar enen hund stupen seen; Eckart, 224: da hett he en Hund ûtstuppen sên; fri.: hy het dêr in houn giseljen sjoen; De Cock1, 85 en Boekenoogen, 610 in denzelfden zin: hij heeft er 'n zwart mantje (of de zwarte katGa naar voetnoot1) gezien. In Twente: hee hev doar de dûvel zeen gisselen. Ook in onze uitdrukking zal met den hond wel de duivel bedoeld zijn. Zie no. 920.

voetnoot1)
Dat duivels de gedaante van katten aannamen geloofde men al in de Middeleeuwen; zie Mnl. Wdb. IV, 1239; Volkskunde, XXII, 36 en vgl de uitdr. daar is een zwarte kat tusschen gekomen, er is iets tusschenbeide gekomen; ergens de zwarte kat gezien hebben, de plaats vermijden, er nooit komen. Zie Ndl. Wdb. VII, 1782.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken