Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

997. Een ijzegrim (of iezegrim),Ga naar eind997

d.w.z. een knorrig, verdrietig, norsch mensch, een ieder afschrikkende grompot (eig. iemand met een ijzeren (helm)masker2); in de 17de eeuw ook iemand met een schrikwekkend gelaat; hd. dial. isegrimm. Het is de naam van den wolf uit den Reynaert, die in Reyn. I Isengrijn en in II altijd Isegrim heet. Vgl. Tijdschr. XIX, 191; Vondel VI, 158: Milord Isegrim (Cromwell); V. Moerk. 194; 141; J.v.d. Veen, Jan van Nassouws Water-zucht: Wech, ghy stinckt Jan Isegrim; Molema, 529 a, die iezegrim verklaart door gierigaard (vgl. fri.: izegrim, izegryn, vrek); Gunnink, 140; Houben, 97; V. Weel, 108; V. Schothorst, 147: izegrim, leelijke man of vrouw; Ndl. Wdb. VI, 1387; Antw. Idiot. 588; izegrim, iezekniezer; Claes, 93 vermeldt iezegrimmeken in den zin van tenger, ziekelijk kind.

eind997
In Zuid-Limburg is een iezegrim iemand die leelijk is van magerheid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken