Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1276. Krentig (of krenterig) zijn,

d.w.z. gierig, niet royaal zijn; een Jan krent (Zaansch), een krentenkakker (Weiland; V. Schothorst, 159; Kalv. II, 194; Breuls, 88), fri. krintekakker zijn; ook in den zin van kleingeestig, bekrompen zijn (Gunnink, 156; Gallée, 23); oostfri. krintekakker, kleinlicher, ängstlicher; engherziger Mensch (Ten Doornk. Koolm. II, 366). In de 18de eeuw voorkomend in W. Leevend II, 76: Zy zyn stylen van de Beurs, en niet krentig of sikkeneurig; zy durven wel een nieuw schip geven. In de Zaanstreek is bekend een krent d.i. een Jan hen, een gortenteller (Boekenoogen, 513), en Molema, 227 citeert krinterg (= fri. krinterich) = krinselg, karig, vrekkig. Waarschijnlijk is de eerste beteekenis kleingeestig en vandaar gierig zijn; een pietlut, een keukenhen zijn. Krent moet dan worden opgevat in de fig. bet. van iets kleins, iets onbeduidends. Zie Ndl. Wdb. VIII, 164.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken